GOD, Riagg and NOVA
‘Het Maasmeisje’ kon blijkbaar niet gered worden, anders was het Kaapverdiaantje alleen Gessica Gomes blijven heten en niet ‘het Maasmeisje’. Maar Gessica Gomes had, als vele anderen, wél gered moeten en kunnen worden (conclusie conform de bevindingen in het rapport van de Inspectie van het Onderwijs, de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie Jeugdzorg).
Had de God van de gemiddelde wereldgodsdienst, toentertijd en voor de gelegenheid al zetelend in Rotterdam, niet kunnen ingrijpen? Hadden misschien de animistische of desnoods mythologische Goden van Kaapverdiaanse makelij dan niet beter hun best kunnen doen om onheil af te wenden? Tenslotte had Gessica cultureel-antropologisch gezien naast Nederlandse invloeden, roots van Cabo Verde, de Kaapverdische eilanden, die in vogelvlucht slechts 650 km verwijderd zijn van West Afrika, de zetel van de krachtige Orishas. En hadden de falende Nederlandse instanties het ogenschijnlijk karmisch lot van Gessica niet kunnen voorkomen, wat bijbuigen misschien?
Geesten en Goden genoeg, zou je zo op het eerste gezicht zeggen. Naast de Kaapverdische gemeenschappen in havensteden als Marseille, Boston en Lissabon wonen er plenty Kaapverdianen in Rotterdam, zo’n 25.000. Grote kans dat de Kaapverdianen als bij de vroegere Afrikaanse slaventransporten hun Geesten en Goden op hun emigratiereizen meenamen om met muzikale ballades en gezang de eigen cultuur in de nieuwe woonst te tempelen daar waar het nodig mocht zijn. En dan gaat zo’n Kaapverdiaans Maasmeisje toch nog naar de haaien.
De vraag waar de Goden zich schuilhielden wordt steeds weer gesteld als de schaal van Richter ergens boven 6,3 erbarmelijk toeslaat zoals nu in Midden-Italië waardoor op Goede Vrijdag honderden doden voorgoed in kisten onder de Italiaanse aarde worden bedolven. Waar was God toen Madrid door aanslagen werd getroffen, en waar toen een Boeing 737 zich in de Turkse polderklei vlak voor Schiphol tot gebroken schroot in de openbaarheid boorde, en de cameralens van een gsm’etje oneerbiedig de verwoeste ingewanden van de Boeing in beeld bracht.
In een artikel over de menselijke ‘Do’s’ als octaven op de spirituele toonladder, ga ik dieper in op plaats en positie van Goden en Geesten in relatie tot de mens.
Zie ook: Braziliaanse & Antilliaanse Inspiraties
De Godheid, de Goden zoals u wilt, wonen en spreken door ons zelf, door de individuele man en vrouw, en als gevolg ook collectief sprekend via degenen die ons besturen, of in ieder geval door degenen die ons deugdelijk zouden moeten besturen. Dat geldt voor Italiaanse en andere bouwheren die het beton te weinig bewapenen in aardschokgevoelige regio’s en van de achterovergedrukte centjes een Ferrari kopen, voor politieke architecten van het kwaad die bomaanslagen in Madrid ontwerpen om daardoor hoger in hun eigen hemel te komen, of voor vliegtuigfabrieken die het vervangen van herhaaldelijk falende hoogtemeters, wellicht vanuit een kostenplaatje, op de lange Polderbaan schuiven. De verantwoordelijkheid voor het in stand houden of opnieuw creëren van welzijn ligt niet a priori in de schoot van extern opererende Goden, maar de Goden spreken met en zonder open mond via de intenties en handelingen van levende individuele personen en/of bestuurders die interviews geven in de media.
Een uitzending van NOVA gisteravond maakte dat nog eens duidelijk.
De directeur en lid Raad van Bestuur van Riagg Rijnmond, Jos Lamé, is – zo moet ik uit de NOVA-uitzending van 8 april 2009 concluderen – in een van zijn vorige levens welhaast zeker Koninklijke Banketbakker Eerste Klas geweest aan het Weense Tulbandhof.
Het vermoeden voor deze bevinding is te destilleren uit de barokke opbouw én complexe manier van argumenteren via de slagroomspuit uitmondend in leeg schuimgebak, de duizend en één clichés niet schuwend, als hij weerwoord geeft tegen zijn obstructie voor een meldcode ter voorkoming van huiselijk geweld, dus inclusief kindermishandeling waarbij kindermoord uiteraard niet is uitgesloten. In een onontkoombaar bos van gebroken zinnen en bijzinnen waar taalkunstenaar van weleer Prof. Diepenhorst (Isaäc) wél maar Lamé niet uitkomt, decoreert en declameert deze Riagg-bestuurder zijn schuimbakken clichés en nietszeggende frases over hulpverlening bij kindermishandeling als een gelaagde Biedermeier taart met Rococo versierselen.
Door de antwoorden van de ondervraagde die kant noch wal raken wordt bij journaliste Clairy Polak en de kijker de stellige indruk gewekt dat Paus Riagg Rijnmond volledig op de koninklijke egotrippertour is na een bestuurlijke pennenstreek van zijn wethouder, Jantine Kriens. Lamé dus als muitende therapeut op de stoel van de bestuurder, als tijdens de revolte in 1998 van oud-PG Arthur Docters van Leeuwen tegen voormalig minister van Justitie Winnie Sorgdrager. De eerste moest ondanks zijn omvang het veld ruimen.
Opnieuw krijgen we inzicht in wat we al wisten, in dat waardoor het namelijk mogelijk was dat onder het toeziende oog van ‘kinderbeschermende instanties’ zoals onder andere de voormalige Stichting Riagg Rijnmond Zuid, momenteel Bavo Europoort, Maasmeisjes in hapklare brokken gevierendeeld konden worden, en als het aan het huidige Riagg Rijnmond ligt, nog kúnnen worden. Nova gaf via Lamé, chef-kok bittergarnituur, ongewild een inkijk in een van de gaarkeukens van hulpverlenend Nederland. Uit de wijze waarop de chef-kok zijn vertelsels etaleert kan ik alleen maar concluderen dat er in het segment hulpverlening nog steeds Kafkaëske toestanden heersen, niemand elkaar kent of wil kennen. Wat zou het heerlijk zijn als inspecteur Gordon Ramsey van Gedonder in de Keuken, de vloer zou aanvegen met indolente ellendelingen van hulpverlenende instanties die het geborneerde alleenrecht op kennis menen te hebben en die prat gaan op alleenheersers met een zogenaamde 40-jarige ervaring. Met één meesterzet zou Ramsey omhooggevallen amateurs de Toko uitzetten en laten vervangen door meer praktisch denkende en opererende therapeuten van het type Tony Robbins, gegarandeerd dat elke therapeutentent aan de Maasstad zou lopen.
In verband met de betrokkenheid van de naam Riagg in het rapport Brede zorgcoördinatie noodzakelijk, en in Zorgverlening door Jeugdgezondheidszorg, GGZ en huisartsen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg, bepaalde de voorzieningsrechter dat de naam Riagg Rijnmond niet verwisseld mocht worden (terecht, red.) met de eerdere Stichting Riagg Rijnmond Zuid, momenteel Bavo Europoort waaronder Gessica Gomes resulteerde.
Die verduidelijking van de rechter is maar goed ook, want dan kunnen we de uitspraken van de huidige Stichting Riagg Rijnmond tenminste voor eeuwig en altijd labelen aan degenen waarbij een dergelijk beleid van zelfverheerlijking en boude uitspraken blijkens de uitlatingen in NOVA en NRC gedaan, thuishoren. Dat het Maasmeisje nog in leven zou kunnen zijn geweest als hulpverleners van elkaars activiteiten op de hoogte waren geweest zoals het door vier inspecties vervaardigde rapport vermeldt, bestrijdt deze hoofdtherapeut in pocketformaat (NRC 19 februari 2009). Het is maar goed dat de intentie van deze therapeut om op de stoel van de bestuurder te gaan zitten niet wordt gehonoreerd. De wethouder en de staatssecretaris zullen waarschijnlijk een beperkte kennis hebben van therapeutische modellen, maar Lamé daarentegen heeft zoals blijkt geen enkele kennis van bestuurlijke zaken.
Riagg Rijnmond, bij monde van Jos Lamé is opnieuw in de schijnwerpers. Tot verbijstering van parallelle organisaties, tot ontsteltenis van de Gemeente Rotterdam én van staatssecretaris Bussemaker van Volksgezondheid, is Riagg Rijnmond tegen het tekenen van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Reden waarom de gemeentelijke subsidie van zo’n 400.000 euro aan Riagg Rijnmond is ingetrokken. Deze meldcode, made in Rotterdam, zal op instigatie van de staatssecretaris landelijk worden overgenomen, ingevoerd en verplicht worden gesteld. Het zal spannend worden te zien in welke mate Lamé in een greep naar de macht oud-PG Docters van Leeuwen kan kopiëren met een rechtszaak tegen Burgemeester en Wethouders van Rotterdam.
Bij zoveel onprofessioneel gedrag zoals we dat nationaal en internationaal op het gebied van de zorg voor kinderen al decennialang kennen, is het voorbeeldig initiatief voor de meldcode een druppel op de gloeiende plaat, en zelfs daarvan wil Riagg Rijnmond niets horen. In het eerder genoemde interview in NRC over het elektronisch kinddossier, wijdde Lamé al uit over zijn beweegredenen waarom de meldcode te hebben afgezworen. Hij noemt de coördinatie in hulpverlening stalinistisch, populistisch, megalomaan, volksverlakkerij en wil blijkbaar werk hebben en houden ook als dat ten koste gaat van effectieve maatregelen om kindermishandelingen beter tegen te kunnen gaan. Er mag zogezegd geen wig gedreven worden tussen behandelaar en cliënt – op zich een zeer goede stelling – maar het grotendeels ontbreken van coördinatie van diensten (Jeugdzorg, Politie, huisarts, leerplichtambtenaar) is één, en een wig drijven (tussen arts en cliënt) is twee, zeker als deze therapeutenbestuurder zoals blijkt, organisatorisch zelf de stalinistische knoet wil hanteren en victorie wil kraaien op een al jaren zinkend schip dat ondanks miljoeneninvestering door de overheid, reguliere hulpverlening heet.
In Nova bouwt Lamé al wauwelende gestaag verder aan zijn taart van Wener jeugdgebak, en zonder te ademen lanceert hij antwoorden op vragen die niet gesteld worden, beantwoordt vragen met vragen en verdrinkt binnensmonds in kamers met schuifdeuren als hij gedwongen om antwoord te geven de wereld van de hulpverlening met veel klemtonen afschildert als: complexe problematiek, ingewikkelde situaties, héle complexe situaties, taai werk, verschillende visies, verschillende benaderingen, parallelle processen, loze beloftes, dreigen drammen draaien, feiten zijn géén feiten, en moeilijk om in de problemen te interveniëren. Met een dergelijk missiestatement is zelfs met een Gamma-stencil in de hand geen eenvoudige badkamer te betegelen.
Als garnering op de praattaart brengt hij te berde dat we het jaarlijkse percentage aan slachtoffers (het afgelopen jaar waren er 20.000 meldingen en 15 doden, landelijk 100.000 mishandelde kinderen) moeten accepteren, en van het accepteren van een bepaald percentage mishandelingen per jaar geen taboe moeten maken. Dit verheffend staaltje van egotripperij met transparante oogkleppen op verkiest Lamé boven een gezamenlijke aanpak om huiselijk geweld annex kindermishandeling tegen te gaan middels een meldcode.
De oppergod van Riagg Rijnmond doet met zijn stellingen bijna denken aan de paus die condooms verantwoordelijk acht voor toename van Aids, zoals je vanuit die redenering ongelukken kunt krijgen als je je veilig waant door het dragen van autogordels, en geheelonthouders ladderzat kunnen worden als ze de pint laten staan en daardoor in de gevarenzone zouden komen, zoals een cartoonist in de Belgische krant De Morgen liet zien.
Naar de maan met zo’n man, deze oppergod Lamé, om van erger niet te spreken – desnoods samen met Benedictus als concubine – met een meertrapsraket afschieten voor een permanente baan om een kinderloze planeet. Hoe kunnen mensen van het type Lamé, doordringen tot bolwerken als Riagg Rijnmond of tot voormalige Riaggs met nu een andere naam, die als organisaties menen een adequate vorm van hulpverlening te beogen, zich professional noemen. Waarom wijken nog steeds horden patiënten uit naar minder geïnstitutionaliseerde hulpverleners als het huidige en vroegere Riagg, om zonder maandenlange wachtlijsten, zonder quasi professionele intakegesprekken en zonder jarenlange therapieën de duivel gewoon door een therapeut met hart en ziel op een maandagmorgen uit te laten drijven.
Het beeld wijkt nationaal niet af van het beeld dat zich internationaal aftekent. Teveel beroerde therapeuten, falende jeugdzorg, tunnelvisies, plaatsing van 1 kind in 9 pleeggezinnen in 5 jaar, en regenten die vanuit de tekentafel dominoën met het belang van kinderen en hun ouders, totdat op Bijltjesdag aan de Maas het kaartenhuis omdondert. Waarom komt er zoveel amateurisme voor onder professionals, zodat Maasmeisjes beneden en boven de rivieren het slachtoffer worden van ‘professionals’ die geen God meer in hun donder hebben.
Het is te hopen dat in navolging voor een meldcode tegen huiselijk geweld een meldcode het levenslicht zal zien die ‘professionele amateurs’ in hulpverlening en dienstverlening van de weg haalt die werkend als ‘amateuristische professionals’ de rit blijken uit te zitten.
God was wel thuis, de hele tijd, maar de dragers van de Goden, de ‘Do’s’, waren in hun kop al lang met vervroegd pensioen toen het Maasmeisje geen vlinderslag meer kon maken.