Case of Rose T. & Mila B.: Study on Secondary Amenorrhoea

Eicel S2

Foto (detail: KDS444

DOCUMENTO ARTE CURA PARANORMAL
Mediumistic Study on Secondary Amenorrhoea, 1987-2013

 

Het is niet alleen de mond die, door hersenen aangestuurde stembanden, verslag kan uitbrengen van de zielenroerselen van een persoon. Ook organen kunnen metaforisch gesproken, de hele dag door vrijmoedig klessebessen over hetgeen hen beroerd. Orgaantaal als non-verbale communicatie, zoals de klassiek opererende Chinese arts aan de tong kan zien hoe het met de gezondheid van de patiënt gesteld is.

Het lichaam heeft kennis, ook geheugen, en kan verhalen over zijn eigen verleden, heden en toekomst. Het willen praten van de baarmoeder die door omstandigheden lui is geworden of misschien wel angstig, is daarop geen uitzondering. De baarmoeder ‘spreekt’ niet alleen, de baarmoeder kan ook ‘horen’, is gevoelig voor commando’s die haar worden aangereikt en is uiterst receptief voor incantaties, bezweringen, die haar beter kunnen doen functioneren. Secondary amenorrhoea, het gedurende 6 maanden of langer niet optreden van menstrueel bloedverlies in de fertiele levensfase, kan zoals deze studie aantoont, worden behandeld door het geven van commanderende incantaties die de baarmoeder bevrijdt uit haar isolement waardoor menstruele cycli zich kunnen herstellen.

Met een gebiedende stem commandeer ik een jongeman om naar me toe te komen. De man zit half kreupel in een stoel en kan zich amper bewegen. Hij is volledig verstijfd en zit bewegingloos als een kromme hoepel in de stoel. Hij vertelt dat sinds enige dagen hij zich nog maar amper kan bewegen. Het is 1984, Noordoost-Groningen, en ik ben op bezoek bij een kennis in haar woning die boven de boetiek gelegen is. Tijdens het koffie-uur zijn er meerdere mensen komen aanwaaien.

‘Kom hier’, gebied ik de jongeman nadat hij zijn verhaal verteld heeft, en ben zelf verwonderd over het uitgesproken commando, een bevel. Tenslotte zit er een onbekende, half kreupele tegenover mij die amper kan lopen en die ik gebied naar mij te komen. De man reageert onmiddellijk, hijst zich uit de stoel en beweegt zich kreunend en steunend naar me toe. Het lijkt alsof ik de meer dan 200 botjes in zijn lichaam hoor kraken. Strompelend komt hij voor me staan. Terwijl ik nota bene zelf blijf zitten in de comfortabele fauteuil, hoe arrogant kan een mens zijn, plaats ik mijn rechterhand op zijn onderrug, enkele centimeters verwijderd van zijn lichaam. Ik trek met mijn ‘denkhand’ zoals ik dat nu noem, de ziekte, de storing – maar waar ik geen weet van heb – uit zijn lichaam. Binnen een enkele minuut ben ik klaar met de behandeling, en roep, ‘klaar’. De complete uitgebreide conversatie bestond uit een ‘kom hier’ en ‘klaar’. Het deed me denken aan de moeder van een vroeger vriendje, de wat deftige vrouw van een huisarts wonend in een mooie villa. Eens hield ze mij woordeloos de koektrommel voor de neus en zei lidwoordloos en zonder enig zinsverband ‘koek’, heel kort en droog uitgesproken als een gepensioneerd zandkoekje.

Langzaam en voorzichtig probeert de jongeman die op de gebochelde uit de Klokkenluider van de Notre Dame lijkt zijn lichaam te strekken om rechtop kunnen komen te staan. Hij zet grote ogen op van verbazing, koeienogen, als blijkt dat zijn lichaam soepel is als ooit tevoren en hij kan wandelen zonder enige pijn. Ook ik ben verbaasd. Als de man vraagt wat ik gedaan heb, geef ik al mompelend het voorbeeld van een magneet die spelden van pijn uit het lichaam trekt. Het commando van mijn handen om ‘spelden’ uit zijn lichaam te kunnen verwijderen was nog niet vergezeld gegaan van een incantatie, een bezwering door het woord. Verbale en non-verbale incantaties als commando’s zouden zich pas later meer uitgebreid voegen bij de te gebruiken behandelmethoden.

Het voorval zet me aan het denken: dit zijn geen gewone krachten meer. Langzamerhand groeit het besef de paranormale krachten in mij meer serieus te nemen.

 

Inhoudsopgave

Voorwoord
Inhoudsopgave

1. Introductie, magneten en commando’s

2. Demeter en incantaties
2.1. Klassieke incantaties
2.2. Incantaties in de nieuwe tijd
2.3. De incantatie als introïtus

3. Persephoné, wetenschappers en de ‘planeet’ Placebo

4. Het medisch model bij secondary amenorrhoea
4.1. Edgar Cayce’s perspectief op storingen van de menstruele cyclus
4.2. De ‘vorige levens’ van menstruele cycli

5. De paranormale genezing: overleden artsen, dode therapeuten en Afro-Braziliaanse orixás
5.1. Filipijnse faith healers
5.2. Medium George Chapman & dr. William Lang
5.3. Medium Zé Arigó & dr. Fritz
5.4. Afro-Braziliaanse orixás

6. Medium Martien Verstraaten, overleden artsen & orixá Oxum
6.1. Mediamieke informatieopbouw en innovatieve behandelingsprotocollen
6.2. Orixá Oxum, godheid voor vruchtbaarheid, zwangerschap en menstruatie

7. Casus Rose T.
7.1. De baarmoeder: diagnose en behandeling
7.2. Een tevreden orgaan, een gelukkige dame
7.3. Rose T. – Periode 1987-1992
7.4. De eigenaar van de recalcitrante baarmoeder aan het woord

8. Casus Mila B.
8.1. De baarmoeder: diagnose en behandeling
8.2. Een tevreden orgaan, een gelukkige dame, een kruid
8.3. Mila B. – Periode 1993-1996

9. Samenvatting en conclusies
9.1. Wie geneest heeft gelijk

Literatuur

 

1. Introductie: Magneten en commando’s
Kunnen handen lezen, informatie opzuigen uit het lichaam van een zieke, zo vroeg ik me af? Kunnen handen genezen, commando’s aanbrengen in lichaam of geest van een ander om storingen te reduceren of te elimineren?

Pijn bleek ik al jaren, sinds begin zeventiger jaren, te kunnen uitbannen. Deze ontdekking deed ik nadat een magnetiseur die ik zelf eens had bezocht voor een rits klachten mij informeerde dat ook ik deze gaven bezat. Hij nodigde mij uit bij hem te komen werken. Als avant-gardistisch kunstenaar was ik destijds, met alle respect voor de kundige magnetiseur, niet erg geboeid zoals ik dat toen zag, in een leven op gezondheidssandalen en met sojavlees.

Met het geven van commando’s voor lichaam en geest had ik op een enkel incident na, geen bewuste ervaring. Eenmaal beval ik bij een voormalige partner, de moeder van mijn kinderen, dat de wekelijkse kiespijn die zij had, moest ophouden. De kiespijn diende zich meerdere malen per week aan, en meerdere malen per week ging ik met haar ter afleiding van de kiespijn uit wandelen in de straten van het Antwerpse alwaar de woning gelegen was. Tijdens een van de vele wandelingen hield ik mijn pas in en stopte plotsklaps. Mijn hand legde ik op haar kaaklijn en gebood: dat gedurende een periode van 3 maanden de kiespijn zich niet meer zou manifesteren.

Tijd genoeg dus om een Belgische tandarts te vinden, zo leek mij, die bekend was met patiënten met een hoge mate van vrees voor het laten ritselen aan tanden. In een tijdsbestek van 3 maanden werd wonderwel niet eenmaal kiespijn gevoeld, en kon een tandarts op maat worden gevonden. Het uitgebrachte commando en de positieve uitwerking beschouwde ik destijds nog als een interessant toeval. Over de werking van het geven van commando’s kreeg ik pas meer informatie na mijn periode als docentcoördinator aan de Lerarenopleiding, toen de eerste patiënten en cliënten zich aandienden in de bescheiden praktijk die ik toen voerde. De eerste commando’s die ik ‘toediende’ richtten zich onder andere op actrices met faalangst bij nieuwe optredens, op kinderen met constitutioneel eczeem, op aandoeningen en pijnen die hun wortels in een vorig leven hadden, en op patiënten met secondary amenorrhoea: het uitblijven van de menstruatie.

Literatuur over de behandeling van patiënten door het geven van ‘commanderende incantaties’ was mij destijds niet bekend. In tegenstelling tot mijn huidige mercuriale actieradius – veellezerij en het schrijven van artikelen en boeken – las ik naast reïncarnatieliteratuur voornamelijk in de paranormale kronieken van mijn binnenste. Dit om uit te vinden hoe storingen bij derden paranormaal te kunnen verhelpen. En wat schrijven betrof schreef ik voornamelijk met mijn handen woordeloze commando’s in de aura van patiënten of cliënten.

Het geven van verbale of non-verbale commando’s: incantaties, bezweringen, is van alle tijden. Het is onvoorstelbaar zo is me gebleken, hoeveel jaren, decennia, zelfs een leven lang, bezwerende incantaties kunnen doorwerken. Op het eerste gezicht onbegrijpelijk dat de ‘bezwering’ van een ouder in het gemoed van het kind, in zijn of haar aura, tot op hoge leeftijd kan blijven ‘wonen’. Elke hypnotherapeut is er bekend mee.

Met een ‘wijze’ raad als ‘mooie vrouwen zijn gevaarlijk, onbetrouwbaar’, plaatst de ouder in feite een negatieve incantatie in de aura van het kind. En met het ‘mannen willen maar één ding’, met het ‘je moet altijd iets bewaren voor later’, of met het ‘van masturbatie wordt je doodongelukkig’, plaatste vader of moeder een aantal commando’s in het kind die de werking kunnen hebben van een flinke kras in het bakeliet van een grammofoonplaat. De ‘muzikale’ boodschap blijft zich daardoor herhalen tot in lengte van jaren. Een opvoedkundige blunder van formaat maakte ik ooit door al wijzend op een caissière bij de Hema tegen een van mijn kinderen te zeggen: ‘wil je dan zo worden als dat dom blondje?’ Tot voorbij haar middelbare leeftijd verfde ze met henna haar mooie middelblonde haren kastanjebruin. Alles beter dan dom zijn.

Menig kind gaat gebukt onder bezweringen van hun vader of moeder, en hele culturen en naties gingen gebukt onder gedateerde wijsheden van een of meerdere vaders des vaderlands. Of dat nou George Washington of ‘Snowden-Nobelprijswinner’ Obama was, Johan van Oldenbarnevelt of Willem Drees, Mahatma Gandhi of een van de criminele condoompausen. En als voormalig docent beeldende kunst kwam ik de geïnstitutionaliseerde mantra’s tegen over Rubens of Rembrandt: ‘wat kan die man schilderen, zo natuurgetrouw, net echt’, waarmee ouder of onderwijskracht tot in lengte van jaren kind of adolescent ‘kunsthistorisch’ hadden geïndoctrineerd … en geblokkeerd.

Het is mij opgevallen dat personen, zelfs academisch gevormd en sociaal-cultureel van statuur, tot op hoge leeftijd gecommandeerde ‘triviale wijsheden’ als ballast met zich mee kunnen dragen. Alsof in weerbarstig woestijnzand ze een dood paard met zich meezeulen. Ik ga er vanuit dat ook ik als ieder ander, niet gevrijwaard ben van commando’s die als incantaties bij me werden ingebracht. De missiestatements van menige multinational is gebaseerd op commanderende incantaties. Het Just do it van Nike kan maar beter niet overal op toegepast worden, en ook het Yes, we can van Obama, krijgt na de onthullingen van Edward Snowden ineens een bijzondere connotatie.

 

2. Demeter en incantaties
In de natuur, zo stelde Bhagavad Gita-kenner Tallapragada Subba Row (1856-1890) in zijn beginjaren, zijn zes oorspronkelijke krachten werkzaam, samengevat door een zevende (Row 1895). Deze krachten worden geacht astrologisch verwant te zijn aan de mysterieplaneten en de hypothetische planeten (Ram 1949), en worden als volgt geclassificeerd:

1. De kracht van de vernieuwing: Parasakti. Astrologisch verwant aan Uranus.
2. De kracht van het weten/de herinnering (Jnanashakti). Astrologisch verwant aan Neptunus.
3. De kracht van de wil (Itchashakti). Astrologisch verwant aan Pluto.
4. De kracht der gedachtevorming (Kriyasakti). Astrologisch verwant aan Persephoné.
5. De kracht van de beweging/aanpassing (Kundalini sakti). Astrologisch verwant aan Hermes.
6. De kracht van de toon/het woord (Mantrikasakti). Astrologisch verwant aan Demeter.
7. De kracht van het samenvattend beginsel (Daiviprakriti). Astrologisch verwant aan het Zonnelichaam.

Demeter zo kunnen we zien onder punt 6. is in beginsel verantwoordelijk voor de toon, het woord. Als significator binnen een horoscoop staat binnen de gerenommeerde astrologische ‘School van Ram (WvA)’ de planeet Demeter voor:

‘de kracht van geluid, ritme, klank en het in contact komen met de oermoeder, voor wie de materie van het lichaam volkomen plastisch is.

De positieve Demeter behoort bij hem of haar, die zelf bepaalt, welke begoochelingslichamen zullen worden vertoond, die zelf de muziek produceert, welks ritme invloed zal hebben op de anderen, een invloed die tot toestanden van extase of bezetenheid leiden kan,tot religieuze verrukking, tot orgiën van hartstocht, tot serene rust of tot moord. Hier is de ware planeet van de muziek.’ (Ram 1949).

Al naar gelang een prominente stand, in huis en teken, is de persoon óf ontvankelijk voor de kracht van het geluid (de luisteraar of gehypnotiseerde als ontvanger), of is zelf de producerende factor zoals de zanger of demagoog als zender (Verstraaten 2010 p 81).

Demeter weet de juiste toon te treffen, de toon van het woord die de ander emotioneel overtuigt, beroert. De toon die de ander over de drempel van het normale tilt naar het para-normale, hem of haar emotioneert, naar het gebied voert waar bijvoorbeeld het het gevoel van verliefdheid woont, waardoor aspirant-geliefden door elkaars woorden in de ban raken. En daardoor ‘voorgoed zolang het duurt’, aan elkaar gesmeed worden, met de ander in zee gaan, een heel leven bouwen op de toon van het jawoord van de ander.

Door de toon krijgt het woord gezag. De toon is daarbij geen aangeleerd auditief kunstje of hebbedingetje, maar het gevolg van een innerlijk potentieel aan persoonlijke waarheid. Bepaalde personen spreken van nature met gezag, bezitten de gave van het woord, dat het gevolg is van de gemanifesteerde waarheid die de ene mens op de andere kan overbrengen. Naar hen wordt vrijwel altijd geluisterd, hun woord heeft impact op de toehoorder, positief of negatief. Aspirant-geliefden weten wanneer het woord van de aanbidder 24-karaats is en wanneer klaterend namaakgoud, althans … zo hoort het te zijn.

Zodra maar even een mysterieplaneet, Uranus, Neptunus of Pluto een aspect aangaat met Demeter, gaan we het gebied binnen van de incantaties, de betoveringen, bezweringen (Ram 1949). Hele volksstammen en groepen kunnen daarbij positief of negatief in de ban raken door de roep van een persoon: Martin Luther King, Adolf Hitler, Churchill, Benito Mussolini, Madonna, Michael Jackson. In het klein kan de baarmoeder bij storingen als secondary amenorrhoea, zoals bij Rosa T. en Mila B., in de ban raken door de klank van het woord door een medium met Demeter prominent in zijn horoscoop. Het uitgesproken woord krijgt door de klank betekenis en leidt de baarmoeder positief naar de menstruerende delta, om dat te doen waarvoor ze geschapen is: het gedurende een aantal decennia in stand houden van de menstruele cyclus die eigen is aan de natuur van de vrouw.

Demeter in de horoscoop is niet de veroorzaker van de aan haar toegeschreven kwaliteiten. Demeter in de horoscoop is, als elke andere planeet, slechts de significator van de specifieke aard of aanleg van de persoon. Het geschreven recept voor poffertjes is niet de lekkernij, en de schaal van Richter is niet de aardbeving, slechts de duiding van een bestaand gegeven.

Demeter beheerst het: Cést le ton, qui fait la musique. In positieve sector (astrologisch huis) en positief teken (sterrenbeeld) noemt Ram het:

“een uitstekende stand voor de speler met het woord, klank en ritme, de echte componist, de echte musicus, de declamator, maar eveneens (bij slechte aspecten) de ‘demagoog’, of zelfs ‘lasteraar’.

(Demeter) heeft altijd de juiste toon, stem. Weet anderen op te wekken tot grote prestaties. Weet anderen te ontroeren, bewegen. De ideale ‘componist’.” (Ram 1949).

Susan Boyle heeft op haar manier die (producerende) grote kracht. En zo te zien en te beluisteren is ook het recentelijk optreden van het 15-jarig van oorsprong Dominicaans zangeresje, Sislena Caparrosa uit Tenerife onderhevig aan diezelfde kracht.

Ze vertolkte in een contest in Spanje de aria Nessun Dorma van Giacomo Puccini, waar de muren van Jericho niet tegen bestand zouden zijn geweest. Het regende wekenlang tranen bij kijkers en luisteraars, van het Iberische schiereiland tot in Holland.

Haar horende weet je gelijk dat het waar is wat ze zingt. Haar commentaar Esta canción la siento en mi corazón (Ik voel dit lied in mijn hart), de vele bezoeken op YouTube en het aantal keren gedeeld op Facebook (8050), verwijzen als significator voor haar kunnen met een volle vinger in de pap regelrecht naar Demeter. Susan Boyle ‘verdacht’ ik van het hebben van een significante incarnatie waar de oorsprong van haar lied gesitueerd was: het Frankrijk van Victor Hugo (Les Misérables). Bij Sislena Caparrosa is een ermee verbandhoudende incarnatie ongetwijfeld het Italië van een van de grote operacomponisten, zoals bijvoorbeeld Giacomo Puccini. Grote kans dat zowel Boyle als Caparrosa bij een ander type repertoire nimmer op een dergelijk verbluffende manier zullen accelereren dan bij de liederen waarbij ze reïncarnatief gezien de meeste band hebben: ze zingen in feite de vorige levens waar ze ooit qua geboorterecht affiniteit mee hebben. De ook financieel succesvolle Franse acteur Alain Delon raakte bijna aan de bedelstaf toen hij eens een andere rol wilde spelen dan dewelke die (astrologisch) op zijn lijf (de boef, de crimineel) waren geschreven (Bode 1984). Een van Delons vorige levens speelden dus ook financieel een woordje mee.

Geluid is frequentie, zoals kleur dat ook is. En bij verstoring van (delen van) het lichaam of aspecten binnen de geest, persisteert, energetisch gezien, een verkeerd trillingsgetal. Soms is één klank, één kleur, één woord of zinsnede voldoende om de ander die het qua ‘trilling’ nodig heeft op het goede spoor te zetten. De relatieve waarheid, voor die persoon op dat moment, resoneert dan met het oorspronkelijke trillingsgetal van een deel van de patiënt (bijvoorbeeld de baarmoeder) en elimineert de storing. De Bijbelse muren van Jericho stortten ooit niet voor niets in. Die waarheid kan soms de gestalte aannemen van het woord ‘sorry’, van een ‘ik hou van je’, of van het ‘over mijn lijk’, om aan te geven waar intenties liggen of de eigen grens. Elke ouder, opvoeder en pedagoog werkt van nature, met en zonder wijsheid, met de energie die we Demeter noemen. De relatieve waarheid, bestemd voor een bepaald persoon op een bepaald moment, resoneert dan met het oorspronkelijke trillingsgetal van (een deel van) de patiënt, bijvoorbeeld de baarmoeder, en elimineert daardoor de storing.

Een Surinaamse dame had alle beschikbare dokters afgelopen voor pijn in haar bovenbeen, maar zonder resultaat. Gedurende vele jaren strompelde ze bij tijd en wijle door pijn aan één been. Een korte paragnostische analyse wees uit dat haar been in een vorig leven geamputeerd was geweest. Zonder het begrip vorig leven te noemen bracht ik het amputatiegevoel onder haar aandacht. Dat gevoel had ze altijd al gehad, nooit kunnen of willen benoemen, blij als ze was dat ik het gevoel voor haar vertaalde. De angst was de oorzaak dat zenuwen en spieren de doorbloeding van haar been blokkeerden. Ik behandelde haar been met elektromagnetische passes en sprak een commando uit. Het amputatiegevoel zou verdwijnen en het been zou weer gewoon op loopsterkte komen.

Patiënte remigreerde naar Suriname, maar na enige jaren emigreerde zij opnieuw naar Nederland waarna zij weer op consult kwam. Ze gaf te kennen nooit meer enige pijn of hinder aan het bewuste been te hebben gehad. Het woord als commando had gewerkt als een incantatie, een bezwering. Voor een andere kwaal die zich in Suriname bij haar aandiende had ze hulp gezocht bij de ‘echte’ Surinaamse medicijnman. De kosten voor de onsuccesvolle behandeling waren dermate hoog geweest dat haar man, een Nederlandse slager, had verzucht: was Martien maar in de buurt, hij geneest voor 15 gulden en centen.

 

2.1. Klassieke incantaties
‘Neemt en eet, dit is mijn lichaam …’ prevelt de priester als hij jaarlijks aan de lopende band duizenden bleke ongedesemde baksels van tarwemeel, ouwels, die na consecratie door transsubstantiatie hosties zijn geworden, in de keeltjes van de gelovigen laat glijden of in hun blote handjes aanbiedt. Door de epiklese, de aanroeping tijdens de consecratie, een bezwerende incantatie, is door de transsubstantiatie het tarwemeel namelijk vlees geworden. Gezien de scheefgroei in de productieverhouding landbouwproducten staat tot 1 kilo vlees, voorwaar een optie om door incantaties met transsubstantiatie als doel het wereldvoedselprobleem voor eens en voor altijd op te lossen. Van alle klavertjevier maken we met behulp van het bedenkelijke Wageningen University dan in een keer gemodificeerd wereldgehakt.

‘Neemt en drinkt hiervan, dit is mijn bloed …’ prevelt de priester binnensmonds als de goedkope C1000-miswijn na consecratie, een vervolgincarnatie, tot bloed is verworden van de heer Christus uit B. later woonachtig te N., en alleen hij er een flinke teug van mag nemen. Ook met deze incantatie, mits op grote schaal toegepast, kan voordeel behaald worden. De hoofdpijn gevende kartonnen dozenwijn van AH kan gelijk uit de schappen om er het foute keurmerk ‘gezonde keuze’ aan te geven.

Geen organisatie ter wereld als de kerken waar zoveel aan magie wordt gedaan, en waar incantaties op het dagelijkse menu staan. De bezweringen binnen bijvoorbeeld de rk-kerk – wat te denken van het magisch gehalte aan sacramenten – lijken op het eerste oog niet veel kwaad te kunnen, maar de schade op psychologisch en sociaal-cultureel gebied is al 2000 jaar verwoestend. Zowel de wetenschappers door de eeuwen heen als de Afrikaanse aidspatiënten, voor zover deze al niet zijn overleden, kunnen er over meepraten.

Als kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders in een magisch ritueel God of zijn Zoon aanroepen is het heilig. Maar als de Afrikaanse medicijnman Obatallah aanroept, de oppergod van het Yoruba-pantheon, dan is het ineens van de duivel. Psychiater en wetenschappelijk onderzoeker Thomas Szasz (1920-2012), tijdens leven een van de exponenten van de antipsychiatrie schreef eens met zoveel woorden:

‘If you talk to God, you are praying.
If God talks to you, you have schizophrenia.

If the dead talk to you, you are a spiritualist.
If you talk to the dead, you are a schizophrenic.’

Minstens zo duister dan de ingenieuze praktijken van de kerken zijn de uitwassen binnen sommige in oorsprong animistische bezetenheidsreligies die op basis van, populair gezegd, witte magie zijn gestoeld. Ook de commanderende incantaties van bepaalde magische orden verdienen in dit verband aandacht. Adolf Hitlers ´imperium´ bijvoorbeeld, was gegrondvest op kennis van occulte organisaties, orden, waarvan hij lid was en die bij hem hoog in aanzien stonden.

In The Spear of Destiny brengt Trevor Ravenscroft in een mix van fictie en non-fictie het gedachtegoed van de Weense filosoof, schrijver en Graal-researcher Walter Johannes Stein (1891-1957) voor het voetlicht. Deze gaf volgens Ravenscroft inzicht op welke manier Adolf Hitler zich vanuit de bovenwereld liet inspireren door occulte organisaties en hun rituelen, en door de legende rondom de lans van Longinus (Ravenscroft 1974).

‘De lans van Longinus, de Heilige Speer, de Lans van het Lot, de speer waarmee de Romeinse centurion Longinus de zijde van Christus doorboorde (Johannes, 19:31-37). De eigenaar van de speer werd de wereldheerschappij toebedacht en geacht geschiedenis te schrijven. Vele heersers maakten aanspraak op de magische kracht van de lans, zoals onder andere Theodosius, Alaric de Stoute, de Visigoth Theodorik, Justianus, Constantijn de Grote, Karel Martèl, Karel de Grote, Frederik Barbarossa en als laatste Adolf Hitler.

De speer, waarvan ook het Vaticaan beweert de originele in bezit te hebben, bevindt zich na de roof van Hitler aan het begin van de Tweede Wereldoorlog weer opnieuw in de ‘Weltliche Schatzkammer’ van de Hofburg in Wenen bij de regalia van de Habsburgse Dubbelmonarchie. Generaal Dwight Eisenhower gaf de opdracht tot teruggave van de Kroonattributen in januari 1946. De talisman van wereldhistorische lotsbestemming is weer op zijn vroegere plaats te bezichtigen.’ (Verstraaten 2010).

Als grootgrutter in incantaties was naast Hitler ook het Vaticaan een geduchte speler op de markt voor occulte handel in relikwieën, waarmee of waardoor incantaties worden uitgesproken en geïnduceerd op de gelovigen.

Voodoo, de in Haïti opererende religieuze evenknie van de Candomblé, Umbanda, Winti en Santeria, is een bezetenheidsreligie met witte magie in het vaandel, en die door syncretisme verweven is met het christendom. Maar door uitwassen binnen Voodoo en parallelle animistische religies is de naam Voodoo verworden tot een schrikbeeld. Volgens de Canadese ethnobotanist Wade Davis hebben de Haïtiaanse bokors (tovenaars in dienst van dictator Papa Doc Duvalliers leger van magische misdadigers: tonton macoutes, red.) daar zeker aan bijgedragen. Incantaties in combinatie met zombiepoeder waarvan tetrodotoxine, het gif uit de kogelvis het belangrijkste ingrediënt is, maakte Clairvius Narcisse ‘die uit de dood opstond’, tot zombie (Davis 1985).

De duivelachtige exus das trevas, ‘exus van de duisternis’ (bepaalde geesteswezens) binnen de Braziliaanse Candomblé en Umbanda kunnen er ook wat van, en laten zich via opdrachtgever en een quibandeiro, een voor geld gevallen priester, inhuren voor zwarte magie. Het negatief gebruik van incantaties door van het rechte pad afgedwaalde magiërs, qua moraal vergelijkbaar met frauderende en bonus-jagende managers van Nederlandse banken en woningcorporaties, zijn voor eigen gewin of ten dienste voor goed betalende opdrachtgevers, aan de orde van de dag. Misbruik van normale of van para-normale macht is van alle tijden, en misbruik van commanderende incantaties eveneens, zelfs in de Tweede Kamer en de Senaat als het electorale winst kan opleveren. ‘Slechts’ eenmaal werd ik verzocht mijn krachten negatief aan te wenden. Een gehuwde ‘dame’ van middelbare leeftijd die een jonge minnaar had probeerde mij onder druk te zetten om een jongedame uit te schakelen die het gemunt had op haar minnaar. Ik gaf haar het advies een jonger hoofd aan te schaffen en dat op haar romp te schroeven.

Ook daterende kloostergeloftes uit vervlogen tijden, zoals armoede, kuisheid en gehoorzaamheid – het is nog maar de vraag of de wereld daar bij gebaat was – zijn gebaseerd op een bezwering. Op basis van een overtuiging, van eigen maaksel of door goddelijke indoctrinatie verkregen, word een commando gegeven om de eigen natuur, bijvoorbeeld de seksuele huishouding van het lichaam, geweld aan te doen. Het endocriene stelsel moet zich daar dan een leven lang naar schikken. Maar de geest van de leugen die via het lichaam zich kan manifesteren, vergeet niet en psychosomatische ziekten worden geboren. Veelal, gelukkig niet altijd en alleen indien eigen karma daartoe aanleiding toe mocht geven, herinnert de geest van de betreffende entiteit zich deze onnatuurlijke staat. Dit nadat hij of zij binnen een nieuwe incarnatie is gestapt, en secondary amenorrhoea in geval van een vrouw, hoe kan het ook anders, voor de deur staat, nou ja, ‘opoe’ niet voor de deur staat.

Bij de mannelijke kloosterlijke geloftepleger van weleer, de man in dit leven behept met impotentie of aandoeningen aan testikel of zaadleider, roepen de oorspronkelijke genen van de geïncarneerde via overerving in kloosterkoor: ‘ja maar, we moesten onze kloosterlijke teelballen toch in toom houden’. Het is als met een mooie auto die al vele levens op stal staat en niet gebruikt wordt, na verloop van tijd is het klote van de bok met het voorheen zo mooie ding.

 

2.2. Incantaties in de nieuwe tijd
Het gebruik van incantaties is niet alleen bekend voor, na of tijdens de Middeleeuwen. Ook onze tijd kent commanderende incantaties, en wel ten behoeve van specifieke doelen.

De incantatie heeft altijd een doel.
Iets wil worden bereikt, afgedwongen.
Uit vrije wil, door suggestie of indoctrinatie.

Rechters bij het Amerikaanse Hooggerechtshof, (SCOTUS) het Internationale Strafhof (ICC/CPI), of bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) worden ingezworen, zoals Jos Silvis, de ‘foutloze magistraat’ (NRC, 28 juni 2012 http://bit.ly/13Qxm4c) uit de Schiedammer Parkmoord die met twee mederechters Kees Borsboom ten onrechte veroordeelde. Als ‘beloning’ werd hij door de Raad van Europa benoemd als rechter bij het EHRM. Rechtspsycholoog prof. Peter van Koppen fronste wetenschappelijk zijn wenkbrauwen:

‘Het probleem is dat rechter Silvis nog steeds het plegen van de rechterlijke dwaling in de Schiedammer Parkmoord tracht af te schuiven op anderen en op het dossier. Dat zijn niet het soort geloofsbrieven dat iemand geschikt maakt als hoogste Nederlandse rechter’ (Van Koppen 2012).

Om een volstrekt falende magistraat – die de rechten van een onschuldige procedureel met voeten trad – benoemd te krijgen bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, moeten door leden van bevriende politieke partijen, mannetjesmakers, zeer krachtige incantaties zijn aangeheven in wandelgangen en politieke catacomben van het Haagse Binnenhof. Hedendaagse incantaties die het licht niet kunnen verdragen.

Ook Amerikaanse presidenten worden ingezworen, en kunnen daarna zoals Richard Nixon en enige andere ‘constitutionele delinquenten’ er met de pet naar gooien. De behandeling van mensenrechtenactivisten Bradley Manning, Julian Assange en Edward Snowden zijn recente voorbeelden die laten zien op welke wijze de Amerikaanse president aan een grondwettelijk zwerende vinger lijdt.

Zij, de Amerikaanse presidenten, hebben ooit een dure eed gezworen, een gelofte met een doel, in de geest een incantatie:

“I do solemnly swear that I will faithfully execute the Office of President of the United States, and will to the best of my Ability, preserve, protect and defend the Constitution of the United States.”

Amerikaanse presidenten en ander machtigen der aarde, zweren ook nog andere eden. Vaak bij geheime orden zoals Yale’s Skull and Bones, een organisatie voor ‘moreel leiderschap’ van de Power Elite (George H. W. Bush, John F. Kerry, George W. Bush, CIA’s James Jesus Angleton of Obama’s chairman Austan Goolsbee) die zo transparant zijn als ‘een paard met oogkleppen op zich vergalopperend in dikke mist’. De commanderende incantaties van Skull and Bones, die vergezeld gaan van het ritueel drinken uit mensenschedels, doen denken aan tijden waar demonen als incubus en succulus het zeer goed deden.

Leden van geheime genootschappen of van genootschappen die min of meer in het verborgene opereren, bijvoorbeeld geheime diensten, ondergaan allen een vorm van initiatie. Bij de ‘echte’ geheime genootschappen vloeit er bloed uit de bezwerende vinger tijdens de initiatie, en bij de geheime dienst gaat de vinger erna zweren als je het clubje de rug wilt toekeren, zoals Edward Snowden deed. Maar ook andere vaak archaïsche organisaties als de orde van advocaten, de bankenwereld of de medische tuchtcolleges zijn vanuit een hang naar weleer elitair ingebed in solipsistisch eigenbelang.

Het is opmerkelijk dat bij het nastreven van ‘hogere’ doelen, ook wel eens idealen genoemd, organisaties als de kerk, de staat of de multinational geheimhoudingsplicht verlangen. Het is dan de plicht Jezus of Mohammed blindelings te volgen, of de Nederlandse staat, Shell Nigeria, Ahold, CIA, NSA, Mossad, Taliban of het Vaticaan kritiekloos naar de ogen te kijken. Ook in juridische zin worden er geloften, beloften afgelegd. Met de ondertekening van een contract wordt in feite een eed gezworen. Dit om niet de formule van Coca-Cola of een vette McDonalds’ burger prijs te kunnen geven, of te verklappen dat het mitrailleurvuur van helikopters van het Amerikaanse leger burgers in koelen bloede neer maaide. Niet het afslachten van burgers werd als misdadig gezien, maar het openbaar maken van de misdaad.

De filosofie achter het doel is daarbij leidend voor de commanderende initiatie, die over het algemeen niet als initiatie wordt gezien of benoemd. Het ondertekenen van het document waar de geheimhoudingsplicht in is opgenomen, naast eed ook ritueel, wordt gerechtvaardigd door het vermeende hogere doel dat er aan ten grondslag zou liggen. Het hogere doel waarna wordt verwezen, waaraan wordt gerefereerd, wordt een ‘incantatie nieuwe stijl’ op het moment dat de bezwerende tekst wordt voorgelezen. De aspirant-ingewijde, bij multinational Ahold, inlichtingendienst NSA of Groningse studentenvereniging Vindicat, herhaalt de uitgesproken en/of uitgeschreven tekst, conformeert en ondertekent, en is op straffe van pek en veren lid van het betreffende clubje. De ondergrond van de meestal juridisch onderbouwde bezwering, kan afhankelijk van het type organisatie zijn:

• De eer van de natie, het trouw dienen van het vaderland (patriottisme).
• De nationale veiligheid (legaliseren geheime rechtbanken zoals in de VS).
• De familie-eer (instandhouding Sharia, de islamitische wetgeving).
• God of Allah plaatsen boven alles (religieus en politiek fundamentalisme).
• De strijd tegen het terrorisme (rechtvaardiging detentie en martelen vermeende verdachten).
• Broederschap binnen een criminele organisatie (de Italiaanse omerta)
• Hogere esoterische wijsheid (kennis enkel op basis van geloof/aanname).
• Eeuwige (huwelijks)trouw (Het brandmerken door burgerlijk en/of kerkelijk organisaties).
• De goede naam van de multinational (werkgelegenheid als pressiemiddel).

In tegenstelling tot de drie musketiers en hun ‘Een voor Allen en Allen voor Een’, scanderen de musketiers van deze tijd, Manning, Assange en Snowden meer het ‘Alles voor Iedereen’. De geheimhoudingsplicht dus, op een enkele uitzondering na, op de schop. deze is niet meer van deze tijd, waar Mercurius het voor het zeggen heeft.

 

2.3. De incantatie als introïtus
De incantatie is de introïtus bij het afleggen van bijvoorbeeld de geheimhoudingsplicht. De organisatie wil namelijk zijn belangen en vuile was in aanmaak veilig stellen, en is er alles aan gelegen de aura van de werknemer vooraf vol te pompen en te manipuleren met de bezwerende filosofie van bedrijf, organisatie of crimineel syndicaat.

Op basis van dreigen met een moderne versie van hel en verdoemenis, de kerken waren en zijn daarbij een schoolvoorbeeld van organisaties die grossieren in incantaties, waarbij de religieuze multinational de werknemer juridisch dreigt indien van het rechte wordt afgeweken. Op basis van de bezwerende incantatie: het vooruitzicht van een goed loonstrookje, de machtspositie binnen de organisatie, het vaderland, de veiligheid van de natie zoals we zagen, volgt weldra het ritueel bij de geheimhoudingsplicht. ‘Succes’, voor de ‘werkgever’ is gegarandeerd, totdat er nieuwe musketiers ten tonele verschijnen.

Maar ‘succesvol’ zijn ook de storingen die ongetwijfeld doorbreken binnen de persoon, zowel met betrekking tot het actuele leven, als in opvolgende incarnaties. In dit verband terug schouwend en redenerend: bepaalde type problemen vinden hun oorsprong in commanderende incantaties in vorige incarnaties die als bevelen lichaam en/of geest af hielden van het eigen pad. Met ruilen – het loonzakje versus eigen identiteit, of celibaat versus gezonde seksualiteit – moet er altijd eentje huilen. Storingen als secondary amenorrhoea kunnen, reïncarnatief gezien, daaruit voortkomen.

Ook bevelen als ‘ik mag hier niet over praten’ als gevolg van een bedongen geheimhoudingsplicht in een vorig leven, worden tijdens regressie- en reïncarnatietherapie nogal eens manifest en verwijzen naar tijden toen deze om bepaalde redenen werden ‘geïnstalleerd’ bij de persoon (Ten Dam 2001). Maar zoals bij alle storingen kunnen uiteraard ook andere vl-draaiboeken aan secondary amenorrhoea ten grondslag liggen.

Bezweringen, betoveringen en incantaties bevolken niet alleen sprookjes uit andere tijden of zijn afkomstig uit spirituele gebedstrommeltjes in de Himalaya. Incantaties manifesteren zich ook in het heden recht onder uw neus onder de vervuilende chemische rook van Chemie-Pack te Moerdijk of aan de gifgroene modderdelta van Shell in Nigeria als gevolg van economische bezweringen en missiestatements van het hoofdkantoor. In positieve zin dienen incantaties zich aan tijdens bijvoorbeeld tijdens sportevenementen als de Olympische Spelen, wanneer de innerlijke lat van de atleet door bezweringen en een handvol kruistekens hoger wordt gelegd en een eremetaal in het verschiet ligt.

De gerenommeerde en succesvolle hypnotherapeut, psychotherapeut of psychiater, vaak mannen of vrouwen met een goed geaspecteerde planeet Demeter (en met zoals we weldra zullen zien, met ook een prominent geplaatste Persephoné) in zijn horoscoop, laten patiënten gebruikmaken van hedendaagse incantaties (Demeter) en van (auto)suggestie (Persephoné) welke laatste door affirmaties kunnen worden verankerd. Ook de marskramer die langs de deur kwam om ‘goedwerkende’ smeerseltjes aan de man te brengen, had Demeter in zijn keeltje.

 

3. Persephoné, wetenschappers en de ‘planeet’ Placebo
Demeter kenden we al. Zodra een prominent geplaatste of geaspecteerde Persephoné zich voegt bij de planeet Demeter, heeft de persoon waar de significatie op betrekking heeft nóg meer gereedschap achter de hand om storingen als secondary amenorrhoea te lijf te gaan.

In het schema van Subba Row voor de werkzaamheid van oorspronkelijke krachten (paragraaf 2.), is Persephoné astrologisch verwant aan ‘De kracht der gedachtevorming: Kriyasakti.

Automatisch komen we dan aan in het stroomgebied van de ‘planeet’ Placebo, een niet bestaande planeet waarbij paradoxale absentie, zeker voor reguliere artsen, als grootheid fungeert.

De werkzaamheid van Demeter was en is gelegen in de klank van het woord, de gesproken of gezongen zang. Daarentegen creëert Persephoné in de horoscoop, in positief of negatief huis of teken, suggestieve schijngestalten. Persephoné is de kracht van de suggestie, ook de autosuggestie, die de patiënt beter of ziek kan maken: het glas is half vol, is half leeg. Het ‘Carthago moet verwoest worden’, zodat Carthago ook werd verwoest. Depressies drijven voor een belangrijk deel op de kracht van de – door verschillende omstandigheden ontstane en zich herhalende – autosuggestie.

Wat de suggestie betreft schreef Michel de Montaigne, filosoof en essayist, reeds in 1572: ‘Er zijn mensen bij wie de aanblik van een medicijn al heilzaam is.’

Natuurlijk was Plato binnen de westerse filosofie een van de eersten die de vinger legde op de kracht van het suggestieve woord, en de mening was toegedaan dat woorden de macht hebben zieken te genezen.

In de ‘moderne’ tijd legde Emile Coué (1857-1926), Frans apotheker, ongetwijfeld met een prominente Persephoné in de horoscoop, de basis voor een vorm van zelfhypnose en affirmaties. Hij liet zich inspireren door de arts Ambroise-Auguste Liébault (1823-1904) en neuroloog Hyppolyte Bernheim (1840-1919). Liébault, welke de oprichter was van de aan de universiteit gelieerde ‘School van Nancy’ wordt wel gezien als de vader van de moderne hypnotherapie. Coué die arts had willen worden ontdekte als apotheker dat als hij zijn patiënten moed in sprak (Persephoné) de geleverde medicijnen een veelvoud aan effect sorteerden. De ‘planeet’ Placebo was geboren.

Geheel ten onrechte wordt de heer Placebo in een verkeerd daglicht gesteld. De vaak meesmuilende of grinnikende slogan van op dat gebied onbekwame arts of therapeut:

Het is alleen maar suggestie …
moet worden vervangen door:
Het is de enorme kracht van de suggestie.

Het tot stilstand komen van bijvoorbeeld pijn door (auto)suggestie vindt niet zijn oorsprong in het feit dat de patiënt ‘denkt’ dat hij geen pijn meer heeft. Neen, door het element van de suggestie worden er stoffen in het lichaam aangemaakt die de pijn geheel of gedeeltelijk elimineren.

Als een heer van stand bij de aanblik van een deftig geklede dame de indruk krijgt – een autosuggestie ontwikkeld – dat de vrouw in kwestie met verve bereden zou willen worden bij de eerste de beste gelegenheid, een idee, dan kan het lid van de man ter plekke de maat aannemen van een kingsize lits-jumeaux waar de Franse honden geen brood van lusten. Is het de gedachte die zijn lid deden oprijzen als de rood-wit gestreepte slagbomen aan de grens bij de Franse Pyreneeën? Of is het wellicht de gedachte die via oeroude processen van ver voor Darwin bepaalde stoffen, secreten geheten, genereren, doen ontluiken en aansturen, en die geslachtelijk gezien de veroorzakers zijn van mannelijke of vrouwelijke hoogstandjes. Ook het ontstaan van overvloedig speeksel in de mond bij de aanblik van een smakelijk gerecht of snack is het biochemisch gevolg van een mentaal proces. Ook hier lette men op de volgorde van de acties en reacties.

Door het suggestief toespreken van apotheker Coué werden er in het lichaam van zijn patiënten stoffen aangemaakt die de kwaal bestreden. Persephoné in optima forma.

Het is een misvatting dat bij het placebo-effect de suggestie, ‘het tussen de oren’, de directe oorzaak is van het reduceren of elimineren van een aandoening. Het zijn, zoals ik decennialang extrasensorisch kon waarnemen en verkondigde, de specifieke stoffen die het lichaam aanmaakt door de suggestieve werking van de geest – het onderbewustzijn in meer specifieke zin – en die de ‘medicinale werkzaamheid’ betreffen van de planeet, de heer’ Placebo.

Een studie uit 2009 Activation of the Opioidergic Descending Pain Control System Underlies Placebo Analgesia heeft deze stoffen (die het gevolg zijn van de werkzaamheid, de suggestie betreffende, die door Persephoné wordt aangegeven), dan eindelijk een naam gegeven: endogene opioïden.

“Placebo analgesia involves the endogenous opioid system, as administration of the opioid antagonist naloxone decreases placebo analgesia. To investigate the opioidergic mechanisms that underlie placebo analgesia, we combined naloxone administration with functional magnetic resonance imaging. Naloxone reduced both behavioral and neural placebo effects as well as placebo-induced responses in pain-modulatory cortical structures, such as the rostral anterior cingulate cortex (rACC).

In a brainstem-specific analysis, we observed a similar naloxone modulation of placebo-induced responses in key structures of the descending pain control system, including the hypothalamus, the periaqueductal gray (PAG), and the rostral ventromedial medulla (RVM). Most importantly, naloxone abolished placebo-induced coupling between rACC and PAG, which predicted both neural and behavioral placebo effects as well as activation of the RVM. These findings show that opioidergic signaling in pain-modulating areas and the projections to downstream effectors of the descending pain control system are crucially important for placebo analgesia.” (Eipert et al 2009).

Wat Montaigne en Coué al wisten, en voor hen bij de ouden bekend was, bekend bij geneesheren, astrologen en sjamanen uit vele culturen, komt nu dan eindelijk als een verlate ‘waarheid’ uit het wetenschappelijke laboratorium gekropen.

De suggestieve werkzaamheid die astrologisch met Persephoné wordt aangeduid bestaat al sinds woorden recht van spreken kregen.

 

4. Het medisch model bij secondary amenorrhoea
De waslijst aan oorzaken bij secondary amenorrhoea in aanmerking genomen, en de erbij betrokken systemen en stelsels in ogenschouw nemende, is het een wonder te noemen dat de meeste vrouwen probleemloos menstrueren. Zoals het ook een wonder is dat het miljoenenverkeer in Tokio met onder en boven elkaar kruisende voertuigen relatief weinig ongelukken met zich meebrengt

Het Nederlandse Huisartsen Genootschap (NHG) geeft bij secondary amenorroe de volgende mogelijke oorzaken:

* Uterien: zwangerschap, syndroom van Asherman.
• Ovarieel: overgang, polycysteus-ovariumsyndroom, hormoonproducerende ovariumtumoren.
• Hypofyse/hypothalamus: lactatie, chronische aandoeningen (zoals diabetes mellitus, schildklierfunctiestoornissen of het syndroom van Cushing), beschadigingen van of tumoren in hypothalamus of hypofyse (bijvoorbeeld prolactinoom).
• Medicamenteus: vooral antipsychotica en in mindere mate antidepressiva kunnen amenorroe veroorzaken. Ook kunnen zowel het gebruik van als het stoppen met hormonale anticonceptiva amenorroe doen optreden. Na het stoppen van orale anticonceptiva herstelt de cyclus zich in de regel binnen een half jaar spontaan.7) Na gebruik van de ‘prikpil’ kan het soms twee jaar duren voordat de cyclus zich hersteld heeft. Bij gebruik van een levonorgestrelbevattend spiraaltje herstelt de cyclus zich binnen enkele maanden na verwijderen van het spiraaltje.
• Functionele amenorroe : bij afwezigheid van bovengenoemde oorzaken van amenorroe spreekt men van functionele amenorroe. Vanwege het frequent optreden van anovulatoire cycli in de eerste jaren na de menarche en de jaren voorafgaand aan de overgang komen perioden van functionele amenorroe of oligomenorroe in deze leeftijdsfasen regelmatig voor en kunnen zij in principe als fysiologisch worden beschouwd. Factoren die in verband gebracht worden met functionele amenorroe zijn psychische stress en belastende levensgebeurtenissen, langdurige of extreme lichamelijke inspanning en gewichtsschommelingen, diëtetische oorzaken en anorexia nervosa. De ervaring leert dat het natuurlijk beloop van functionele amenorroe gunstig is.

Bij factoren passend bij functionele amenorroe, informeert de arts naar:

• Stress en belangrijke life-events.
• Een laag lichaamsgewicht, sterke gewichtsveranderingen of eetproblemen.
• Intensieve sportbeoefening.

Bij overige symptomen van (hormonale) aandoeningen informeert de arts naar:

• Acne, hirsutisme of adipositas (past bij polycysteus-ovariumsyndroom).
• Galactorroe, eventueel vergezeld van gezichtsveldstoornissen of hoofdpijn (past bij een prolactinoom).
• De aanwezigheid van climacteriële klachten als opvliegers en vaginale droogheid (past bij een (vroegtijdige) overgang).
• Chronische ziekten, zoals diabetes mellitus en schildklierfunctiestoornissen.
• Gebruik van medicijnen, zoals antipsychotica en antidepressiva.

Van de patiënten die ik behandelde, en die door menige arts en specialist vele malen ‘gezien’ waren of nog onder behandeling stonden, moet diagnostisch gezien verwacht worden dat allen waren gescreend op de mogelijke oorzaken zoals aangegeven in de hierboven vermelde paragrafen vallend onder secondary amenorroe binnen de NHG-Standaard Amenorroe (Leusink et al., 2007).

Ondanks geregelde bezoeken van de patiënten aan arts of gynaecoloog, ondanks genomen medicatie en/of genoten therapie, wilde er blijkbaar met geen mogelijkheid bloed vloeien. In bepaalde gevallen zelfs niet na een tijdspanning van meer dan 1 jaar. Blijkbaar werd via de reguliere geneeskunst een puzzelstukje over het hoofd gezien, blijkbaar hadden patiënten op basis van congruente argumenten voldoende redenen om andere wegen te willen bewandelen, en zich naar het gebied begaven waar commanderende incantaties het voor het zeggen hadden.

 

4.1. Edgar Cayce’s perspectief op storingen van de menstruele cyclus
Edgar Cayce (Hopkinsville 1877 – Virginia Beach, 1945), bekend als een van de grootste mediums aller tijden. In de database van de Edgar Cayce’s Association for Research and Enlightenment (A.R.E.) in Virginia Beach VA, USA, de organisatie die zijn nalatenschap bestiert, bevinden zich de verslagen van meer dan 14 000 in trance gegeven readings over 10 000 verschillende onderwerpen. Meer dan tweederde van de readings bestaat uit de zogeheten medische readings, allen stenografisch opgenomen en geregistreerd, die informatie geven over vrijwel alle aan ziekten en storingen van lichaam en geest.

Het aantal readings van Edgar Cayce met betrekking tot storingen van de menstruatiecyclus (90) betreffen voornamelijk dysmenorrhea, het optreden van pijn en/of krampen tijdens de menstruatie.

Als algemene achtergrond voor deze storingen van de menstruele cyclus noemt Cayce als factor onder andere:

• Het disfunctioneren van het zenuwstelsel, coördinatiestoornissen (meest geciteerde factor).

• Druk op de zenuwen van de onderrug. Specifiek wordt genoemd, de twaalfde dorsale wervel, het lumbale en sacrale gebied, en het stuitbeen. Zenuwen van deze centra geven impulsen aan de organen van het voortplantingssysteem.

• Het gebrekkig ontlasten middels de lagere darm (constipatie) is van directe invloed op het menstruele proces.

• Koude en congestie, gecombineerd met druk op de zenuw aan de onderrug, waardoor de positie van de baarmoeder verandert. Het kantelen van de baarmoeder noemt Cayce het in een van zijn lezingen.

Zoals bij atopic dermatitis (zie: Case of Kor G. and Jody O.: Study on Atopic Dermatitis), lijkt ook bij storingen van de menstruele cyclus zoals bij dysmenorrhea, de gebrekkige uitscheiding van het spijsverteringskanaal, als pre-menstruele component, een belangrijke rol te spelen (Edgar Cayce, reading 911-6).

Het artikel The Body is The Temple (Davis Turner 1957) is gebaseerd op een lezing uitgebracht door de A.R.E. Sunday Forum. Het belangwekkende artikel, ook relevant bij secondary amenorrhoea, geeft aan de hand van een serie readings Cayce’s visie op het lichaam en haar systemen.

In reading nr. 470-22 waar het artikel mee opent, laat Edgar Cayce weten:

“‘Within the human body – the living, not the dead one – within the LIVING human forces: we find every element, every gas, every mineral, every influence that is outside of the organism itself. Indeed it is one with the whole. For it is not only a portion of, equal to, and able to overcome or meet every influence within; but in the third dimensional force, man hasn’t the ability EVEN TO IMAGINE anything that isn’t a part of the living physical organism’s activity!’ Nearly every one of the physical readings given by Edgar Cayce was divided into five parts; as follows –

1. A general description of the condition to be met by that body.

2. A description of the BLOOD SUPPLY.

3. A description of the NERVE SYSTEM.

4. A description of the ORGANS.

5. A description of methods for relief.

The material chosen for presentation to you today has been collected for use as an introduction to a class in PHYSICAL BALANCE, to be given at the June Congress. Extracts have been taken from individual physical readings dealing in a general way with physiology and anatomy, to illustrate all five of the headings given above. Illustrations for Number 1, however, are implied throughout the others; and, as will be seen, extracts illustrating Number 5 treat of the physical-mental-spiritual entity as a whole.” (Davis Turner 1957).

De intelligentie, het geheugen en het vermogen van het lichaam wordt in reading nr. 470-22 door Cayce duidelijk verwoord. Zijn zienswijze sluit, op de gedateerde religieuze inbedding na, voor een belangrijk deel aan bij mijn ervaring dat het lichaam, zijn organen en systemen goed weet hoe en wanneer te kunnen anticiperen bij storingen. Van ‘hoger hand’, namelijk door de eigenaar van het lichaam, wordt vaak roet in het eten gegooid als we soms niet goed weten hoe met het leven te dealen. Met commanderende incantaties geef ik het lichaam van patiënten, zoals ingeval bij secondary amenorrhoea, de opdracht zich te resetten.

 

4.2. De ‘vorige levens’ van menstruele cycli
De reeds gememoreerde kloostergeloftes uit paragraaf 2.1. waren slechts een voorbeeld van een mogelijke oorsprong van (secondary) amenorrhoea of van andere storingen bij de menstruele cyclus.

Astrologisch gezien worden we geboren met aspecten, gaven, die ons gestroomlijnd door het leven laten bewegen, en met aspecten, de meer moeilijke, waaraan gewerkt moet worden. Astrologisch vertaald worden de meer vloeiende aspectlijnen in de horoscoop aangegeven door een blauwe kleur, en de meer moeilijke aspecten, ook wel dynamische aspecten genoemd, met een rode kleur. De gemakkelijke en meer moeilijke aandachtsrichtingen binnen een persoon betreffen uiteraard ook het lichaam, de organen, de systemen en stelsels. De medische astrologie heeft zich daar op toegelegd (Cornell 1973, Jansky 1983, Ebertin 1989).

Als paragnost en medium, ik was slechts in een vorige incarnatie Chinees astroloog, ‘vertelt’ het lichaam en de geest van een bezoekende cliënt mij welke gaven hij bezit en welke problemen hij heeft.

In een vorig leven, zo zag ik bij een cliënte, hadden veel van haar amoureuze contacten niet altijd het stempel gehad van zorgvuldigheid. In het huidige leven waren als gevolg van doorwerking haar geslachtorganen zeer kwetsbaar, zo nam ik extra sensorisch waar. Als een andere vrouw ‘geluk’ zou hebben na het enkele keren hebben van onbeschermd seksueel contact, dan zou in haar geval de factor ‘pech’ zich zeker aandienen. Naast dat ze vrijwel zeker zwanger zou worden zou alleen al bij de gedachte aan onbeschermd contact ze worden opgezadeld met een regiment aan seksueel overdraagbare aandoeningen. In gepaste termen informeerde ik haar hierover en adviseerde haar ten alle tijde de nodige zorgvuldigheid in acht te nemen. Het kwaad was echter al meerdere malen geschied, en haar staat van dienst op dat gebied, zo gaf ze te kennen, was niet te best. Reeds vele malen had ze matige tot zeer ernstige soa’s die er niet om logen cadeau gekregen.

Buiten de ervaringen tijdens consulten in mijn eigen paranormaal consultorio is ook de reïncarnatieliteratuur een bron van informatie over de gaven en storingen van een persoon in het heden die hun oorsprong hebben in vorige levens.

Ervaringen uit vorige levens zijn niet veel verder weg dan ervaringen uit onze kindertijd. Het verschil is dat ervaringen uit onze kindertijd over het algemeen, maar ook niet altijd, wat meer bewustzijn hebben. Zoals traumatische ervaringen uit dit leven kunnen doorwerken, zo kunnen ervaringen uit vorige levens ook doorwerken. Tenslotte zijn we een vat vol mogelijkheden en moeilijkheden op basis van een (bepaalde) optelsom uit vorige levens. Enerzijds met een innerlijke talentenbank, en anderzijds met probleemstellingen waar nog behoorlijk aan gesleuteld moet worden. Secondary amenorrhoea kan er een van kan zijn.

De weergave van de geschiedenis zoals die in de geschiedenisboekjes verschijnt is nog vaak onvolledig, soms gebrekkig, gemeten naar de uitkomsten van reïncarnatief onderzoek. Psychologe en wetenschappelijk onderzoeker dr. Helen Stuart Wambach, Ph.D. (1925-1985) verrijkte de sociale geschiedenis door de uitkomsten van haar langlopende en grootschalig opgezette studies waarbij zij duizenden personen collectief regresseerde naar vorige levens en de gegevens minutieus optekende (Wambach 1978). De daarbij vrijgekomen historische gegevens gaven een ander, vaak complementerend beeld van de werkelijkheid in het verleden, dan historici tot dan toe aannamen.

De geschiedschrijving dateert bijvoorbeeld het ontstaan van de kuisheidsgordel niet voor 1500, en bijgevolg niet bestaand in de periode 1095-1291 tijdens de kruistochten (Encyclopaedia Britannica). Reïncarnatief onderzoek en de readings van Edgar Cayce tonen echter anders aan. De kuisheidsgordel als disciplineringsinstrument was tijdens de kruistochten wel degelijk in gebruik, en een bron van storingen die nog in latere incarnaties zich deed gelden (Cerminara 1970).

Het fors langs de pot pissen, we zouden het nu noemen ‘het schenden van de rechten van de mens’, deed zich ook gelden tijdens de bekende Amerikaanse heksenprocessen in Salem, die een aanvang namen eind 17e eeuw. Deze processen, zo blijkt uit menige Cayce reading, bleken ware leveranciers te zijn van karmisch tegoed van het beroerde soort, welke zich in latere incarnaties bij ‘gegadigden’ kon aandienen. De rechten van de mens hadden in vroeger tijden weliswaar een andere sociale kleur dan in de onze, maar de kosmische wetten (de wetten binnen elke entiteit/persoon) weten drommels goed wanneer een betrokkene binnen de heersende cultuur zijn boekje te buiten ging.

Het minzaam uitlachen van een veroordeelde of van iemand in doodsnood, zo wijzen verschillende readings uit, kon incarnaties later (door innerlijk schuldgevoel en/of bijsturingsmechanisme) zich aandienen als het karma van de spot, door storingen aan het uiterlijk (obesitas, storing in de vochthuishouding). Wanneer seksualiteit het thema in het verleden was waar op een grove manier verkeerd gebruik van werd gemaakt, dan kon, zo weet ik van praktijkgevallen, dit in de actuele incarnatie van een persoon tot storingen van de geslachtsorganen leiden.

Astrologisch gezien vallen menstruele storingen globaal genomen onder de invloedsfeer ‘Schorpioen/Mars/Het achtste huis’, daar waar horoscopisch gezien de seksualiteit geacht wordt haar intrek genomen te hebben.

Karma, oorzaak en gevolg, is ook in aangelegenheden de seksualiteit betreffende, niet een bestraffende exercitie nadat in het verre verleden de gehuwde buurvrouw eens wederrechtelijk genomen werd. Een vrouw was in haar actuele leven in een belangrijke mate frigide, dat haar ten langen leste deed besluiten een regressie naar een vorig leven te willen ondergaan. In een bos waar ze in een vorig leven met haar man woonde werd ze overvallen. Haar man werd vermoord en zij verkracht. Het probleem was dat ze een enorm orgasme kreeg tijdens de geslachtsgemeenschap waartoe de bandiet haar dwong. De herinnering over levens heen aan het schuldgevoel was de oorzaak van de frigiditeit in het heden. Ik ga er van uit dat de regressietherapeut de daarvoor geëigende technieken toepaste om haar uit haar lijden te verlossen.

De ervaringen uit vorige levens als oorzaken voor seksuele problemen, of meer specifiek in verband met gynaecologische problemen, zijn divers: van voor de hand liggende oorzaken tot onverwacht gecompliceerd. Levens binnen kloosters en religieuze ordes zijn ware leveranciers voor seksuele problemen en aangaande de voortplanting. Ook prostitutie wil hoog scoren, in het bijzonder als seksualiteit op een ernstige manier misbruikt werd, als wapen of instrument gebruikt werd om de ander naar het leven te staan. Het seksueel misbruikt worden in vorige levens kan ook, niet bij iedereen, diepe sporen achterlaten in het huidige lichaam en de geest. Ook medische missers in andere incarnaties die destijds als zeer traumatisch werden ervaren kunnen oorzaak zijn van storingen in het heden, zowel bij de veroorzakende arts van weleer als bij zijn toenmalige patiënt.

Voor reïncarnatietherapeut of voor het medium is het gewenst de sleutel tot genezing te vinden, het puzzelstukje dat verwijst naar de allereerste oorsprong van de storing, van bijvoorbeeld secondary amenorrhoea. Dit om vervolgens er een passende behandeling, een commanderende incantatie op te kunnen zetten.

 

5. De paranormale genezing: overleden artsen, dode therapeuten en Afro-Braziliaanse orixás
Puttend uit het dagbewustzijn van mijn huidig leven, mijn huidige incarnatie, bezit ik sec weinig kennis over de vele fysieke en niet-fysieke storingen en aandoeningen die via cliënten in beeld worden gebracht. Ik ben geen medicus, en spijtig genoeg krijg ik ook aanzienlijk minder betaald voor mijn werk. Daarentegen werd en word ik in mijn werk langs paranormale en mediamieke weg bijgestaan door een team van overleden artsen en specialisten, geleidegeesten genaamd, die voor hun dood actief waren in disciplines als dermatologie, gynaecologie, endocrinologie, chirurgie, psychiatrie, farmacologie, voedingsleer of toegepast entertainment.

Deze laatste aandachtsrichting, entertainment, als magisch gesproken of gezongen incantaties, is van belang om bij de zieke door relativering de druk van de ketel te kunnen halen. Ontspanning van lichaam en geest heeft zoals bij verliefdheid, een geweldige invloed op lichaam en geest, de chemische fabriek werkt dan op volle toeren, de vlinders verdringen de vleermuizen in ons. Een avondje cabaretier Youp van het Hek of salsaparty is voor bepaalde aandoeningen heilzamer dan een apotheek aan hormoonzalven of de gedachte aan een roestvrij stalen chirurgische messenset.

Bij incantaties ontdoet de geest zich van kramp, de coördinatie tussen de verschillende lichaamssystemen verloopt daardoor effectiever, en het lichaam ontdoet zich bijgevolg gemakkelijker van storende vergiften. Daarmee wordt de aandoening nog niet in de volle breedte verholpen, maar wordt, Edgar Cayce indachtig, een krachtige basis en voedingsbodem gelegd voor een meer effectieve behandeling en herstel.

Ik, wij paranormaal genezers, kunnen dus gebruikmaken van de kennis van een compleet academisch ziekenhuis aan overleden specialisten. En zonder gevaar te lopen op de operatietafel ‘innerlijk’ te verbranden door een steekvlam in de buikholte als gevolg van verkeerd aangesloten zuurstofslangen (Academisch Ziekenhuis Maastricht, 2007), of van een te laat aangemelde Rota-virus besmetting op de prille couveuseafdeling (Diakonessenhuis Utrecht, 2011).

 

5.1. Filipijnse faith healers
Het via overleden artsen stellen van mediamieke diagnoses en het uitvoeren van mediamiek gestuurde ‘operaties’ is niet nieuw. In de Filipijnen verrichten faith healers, zoals bij velen bekend mag zijn, al decennialang ‘operaties’. Daarbij worden de ons bekende wetten van de fysica ogenschijnlijk ‘met voeten getreden’, als met blote handen het lichaam van de patiënt wordt binnengedrongen, en weefsel of ander materiaal wordt verwijderd.

Dr. Jan van Hemert, Ph.D. neurologie en neurofysiologie (1939-), bestudeerde het werk van de met succes ‘opererende’ Alex L. Orbito, het internationaal vermaard Filipijnse medium. Prof. dr. van Hemert, was als trainer van artsen en coassistenten verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam en is oprichter van Teaching Tree University in Egypte.

Op basis van wetenschappelijk onderzoek publiceerde prof. Van Hemert het rapport Scientific Report Spiritual Healing of Rev. Alex Orbito (Van Hemert 2004).

Van Hemert bestudeerde de gegevens van 124 patiënten, medische gevallen, waarbij de officieel gestelde diagnoses werden ingedeeld in 10 categorieën. De diagnose tumor bijvoorbeeld, vertegenwoordigd in groep I, werd in 48 gevallen gesteld, een 38,7% binnen de totale studiegroep.

Om de effectiviteit van de behandeling te kunnen bepalen, vergeleek Van Hemert de resultaten van de conventionele geneeskunde en de uiteindelijke prognose per patiënt gemaakt door de officiële geneeskunde met de resultaten van de behandelingen van Rev. Alex Orbito, uiteraard met betrekking tot dezelfde patiënten. De volledige medische dossiers van de 124 gevallen, die zowel voor als na de behandelingen van Rev. Alex Orbito waren bijgehouden, werden voor het onderzoek ter beschikking gesteld.

Van Hemert vergeleek de door de conventionele geneeskunde gestelde prognoses over levensverwachting/levensduur van patiënten met terminale kanker met de werkelijk ontstane levensduur van hen die door Rev. Alex Orbito behandeld waren. De overlevingskans van terminale patiënten binnen een van de groepen met een bepaald type kanker was statistisch gezien 0%. Dit op basis van prognoses daarvoor opgesteld binnen de conventionele geneeskunde. De patiënten uit de betreffende groepen die door Rev. Alex Orbito waren behandeld, bleken, zo lezen we in het rapport, 5 jaar na behandeling nog te leven en volledig genezen te zijn.

Van Hemert verdiepte zich ook in de theoretische geneeskunde op basis van de kwantumtheorie, en publiceerde daarover Retrospectieve studie over de effectiviteit van brandwondbehandeling met distance healing (Van Hemert s.d.) In deze beknopte studie, is een van Van Hemerts premissen:

‘Dat genezing (waarschijnlijk) op atomair of zelfs subatomair plaatsvindt.’

Het is overigens mijn ervaring als medium dat ‘genezing op atomair en subatomair niveau’ feitelijk verstaan moet worden als genezing van de geest of de Geest, met een uitwerking op atomair niveau. De atomaire structuur richt zich/voegt zich naar de gegeven commando’s afgegeven door de geest van de afzender, meestal de paranormaal genezer, soms van de patiënt. Het genezen op atomair niveau is ‘technisch’ gezien vrijwel identiek aan de paranormale dematerialisatieprocessen die ik in 1984 en 1985 in Groningen entameerde. Zie: Psychic performance of dematerializing the clouds, spiritualizing the material.

In paragraaf 2. Wetenschap versus ‘wetenschap in: Case of Kor G. & Jody O., memoreerde ik als standaard voor betrouwbare wetenschapsbeoefening reeds de CUDOS-norm van socioloog Robert K. Merton, en liet ik eveneens wetenschapsfilosoof Thomas Kuhn en socioloog Jürgen Habermas aan het woord. Ook Van Hemert heeft als onderzoeker een open geest als het op wetenschapsbeoefening aan komt. Daardoor verklaart hij niet vooraf, zoals in de Middeleeuwen, dat de aarde per definitie plat is als een aardappelchip of arabesk als een getordeerde wokkel. Dat sommige zogeheten wetenschappers in feite ‘onwetenschappelijk’ te werk gaan wordt ook door hem onderschreven. In de reeds genoemde studie over brandwondbehandeling verklaart van Hemert overduidelijk:

‘Indien verklaringsmethoden zich van te voren vastleggen op bepaalde grondbeginselen (zoals in ieder wetenschappelijk systeem) met uitsluiting van andere verklaringsmodaliteiten, dan zullen een aantal verschijnselen en waarnemingen nooit verklaard kunnen worden uit de simpele vaststelling, dat deze waarnemingen vooraf door dat bewuste wetenschappelijke systeem uitgesloten zijn.

Echter het ontkennen van een waarneming, die niet past of uitgesloten is in een wetenschappelijk systeem is onwetenschappelijk gedrag en remt door uitsluiting zo de ontwikkeling van de wetenschap in het algemeen.’ (Hemert s.d.).

 

5.2. Medium George Chapman & dr. William Lang
Dr. William Lang (1852-1937), een overleden oogchirurg ‘opereerde’ vele patiënten via het in trance verkerende Engels medium George William Chapman (1921-2006), een voormalige brandweerman (Chapman 1986). Dr. Lang was tijdens zijn leven verbonden aan het London’s Middlesex Hospital, later bekend als Moorfield Eye Hospital, van 1880 tot 1914. In tegenstelling tot de Filipijnse operaties waarbij weefsels pijnloos uit het lichaam werden genomen en er bloed vloeide, ‘opereerde’ de tandem Lang/Chapman op wat in esoterische kringen het etherisch dubbel wordt genoemd, een energetische kopie van het fysieke lichaam.

De nog levende dochter en kleindochter van de overleden dr. Lang, Lyndon Lang en Susan Fairtlough, bezochten Chapman meerdere malen. Toen ze hun overleden respectievelijke vader en opa ‘spraken’ via het medium Chapman, waren beide verbaasd over de exacte kopie die ze aantroffen. Stem en lichamelijke motoriek van hun in Chapman gemanifesteerde vader en opa, waren identiek aan de dierbare zoals ze hem gekend hadden. De significante details die ze over hun persoonlijke leven van hem te horen kregen kon niemand anders dan de gemanifesteerde vader/opa Lang weten. De nog levende dochter van dr. Lang, Lyndon Lang, schonk aan Chapman als dank voor zijn mediumschap het bed van dr. Lang, en vermaakte hem uiteindelijk een belangrijk deel van haar nalatenschap (The Telegraph 2006).

De tandem Chapman/Lang behandelden gedurende 60 jaar vele aandoeningen bij vele zieken, van handwerkslieden tot ministers. Onder hun patiënten bevonden zich onder andere Lady Barbirolli, de acteurs Laurence Harvey and Stanley Holloway, de schrijvers Barbara Cartland en Roald Dahl, de verbannen koning en koningin van Roemenië, tot aan de vrouw van kaakchirurg Sidney Gerald Miron. Naar aanleiding van de wonderbaarlijke genezing van zijn vrouw schreef Miron het boek The Return of Dr. Lang (Miron 1973). Hierin beschreef hij een serie opmerkelijke casussen welke betrekking hadden op cataract, glaucoom, artritis, nieraandoeningen, hersentumoren, hartproblemen en kanker.

 

5.3. Medium Zé Arigó & dr. Fritz
Elk land, elk continent, heeft met inachtneming van de culturele nuance zijn eigen genezers. Medisch Nederland, geboren uit calvinistische piskijkers, bestaat voor het overgrote deel uit medici die de letter van de wet hebben uitgevonden en een vol orgasme krijgen bij de aanblik van een steriel reageerbuisje. Analyse, astrologisch analoog aan Virgo, waardoor met de ogen dicht het verschil kan worden waargenomen tussen een molecuul groene zeep van supermarkt Aldi of de Lidl. Soms is deze benaderingswijze excellent, heb ik nu geelzucht of juist roodvonk. Soms werkt die benaderingswijze fnuikend als medici al scrabbelend keer op keer de plank mis slaan. De droge analyse past ook wel bij de aard van een land vol regenten dat onder Multatuli bulkladingen vol kruiden stal uit de Gordel van Smaragd om de saaie Hollandse kookpot nieuw leven in te blazen.

De met hun handen uitgevoerde bloederige dematerialisaties van Filipijnse faith healers zijn daarentegen weer ingebed binnen het overwegend katholiek cultuurgoed van de Filipijnen. Jezus en een heel elftal aan heiligen zijn daar de baas. En conform de Bijbel horen daar wonderen bij, hoe bloederiger, hoe beter. Alsof de begeleidende geesten vanuit het hiernamaals ook precies weten welke vorm van behandelen ze binnen een bepaalde cultuur het beste kunnen (laten) gebruiken. Zonneklaar is dat de aan elkaar gekoppelde mediums en hun assisterende overleden artsen ooit al banden met elkaar hadden, in vorige levens of in het tussenbestaan. Dus al voordat men met elkaar ‘samenwerkten’ in landen als de Filipijnen, Engeland of Brazilië.

De Braziliaan Zé Arigó (José Pedro de Freitas. Congonhas do Campo MG, 1922-1971) werkte ook met zijn handen. Het rooms-katholieke Brazilië kon vanuit de geestenwereld blijkbaar het best bediend worden met weer een ander soort spectaculaire genezingen. Geen calvinistische reageerbuisjes en ook geen blote handen die in het lichaam verdwenen. Met een roestig en niet gesteriliseerd zakmes voerde Arigó bij honderdduizenden patiënten een ‘operatie’ uit in enkele minuten. Bij staaroperaties stak hij het lemmet in de oogkas, bewoog het mes op en neer, nam een schaar ter hand, en … de patiënt bleef rustig zitten. Tumoren en gezwellen werden opengesneden als gewillige kastanjes. Op basis van astrale interventies zoals de principes van het (de)materialisatie-proces werd geen enkele pijn gevoeld, terwijl het mes toch in het oog ‘verdween’ en de schaar zijn werk deed. De operaties werden geleid door de overleden Duitse militaire chirurg dr. Fritz (Adolph Frederick Yerperssoven, Dantzig, 1874-1914).

Dr. Fritz was bij leven een Duitse kapitein en chirurg in het leger. Nadat hij eenmaal gedesincarneerd was, liet hij als geest decennialang succesvolle psychische ‘operaties’ uitvoeren via Braziliaanse mediums die hij incorporeerde. Het tovermiddel om zijn mediums vrijwillig in zijn genezende ban te brengen was een krachtige wil en een serie motieven om menselijk leed te willen verzachten. Met die wil bracht hij ijzersterke motieven in stelling die over de grens van leven en dood heen reikten en zich voorbij ruimte en tijd konden realiseren.

Na zijn dood incorporeerde dr. Fritz als eerste de fenomenale genezer annex gemeenteambtenaar Zé Arigó, vervolgens de gynaecoloog Edson Cavalcante Queiroz, de gebroeders Oscar en Edivaldo Wilde uit Bahia, en uiteindelijk incorporerend tot op heden, de Braziliaanse elektrotechnische ingenieur Rubens Farias Júnior uit São Paulo, die in Rio de Janeiro zijn praktijk heeft. Alle mediums raakten in de ban van dr. Fritz en behandelden vervolgens succesvol honderdduizenden patiënten. De wekelijks behandelde patiëntenaantallen van alleen al Zé Arigó was in zijn tijd groter dan het aantal patiënten van drie academische ziekenhuizen bij elkaar.

Zie ook: Oude historische opnames waarbij Zé Arigó in het midden van de vorige eeuw aan het werk, aan het ‘opereren’ is: Filmateca Allen Kardec “ARIGÓ”

De Amerikaanse medicus en parapsychologische onderzoeker Henry K. (Andrija) Puharich, M.D. was een van de eerste wetenschappers die zich door Arigó liet opereren. Met Arigó’s zakmes werd een lipoom (goedaardig gezwel) in Puharich’s rechterarm, zonder verdoving of narcose, pijnloos verwijderd (Fuller 1974). Naast Zé Arigó onderzocht Puharich eveneens de mediums Uri Geller en Peter Hurkos, de Amerikaanse Nederlander. Voor oogoperaties uitgevoerd onder door dr. H.K. Puharich gecontroleerde omstandigheden, zie: Arigo, the Brazilian healer

Zie eveneens: De geest van dr. Fritz opereert via het medium Rubens Farias Júnior. Op het einde van de film maakt Rubens een gat in de rug van de patiënt ter grootte van een perzik, vervolgens brengt hij een schaar naar binnen en voert een operatie uit aan de ruggengraat van de patiënt: MISTERIO – Cirurgia cerebral sem Anestecia (opnamebeelden van verschillende operaties waaronder een hersenoperatie. Alle ingrepen uitgevoerd zonder enige verdoving of narcose).

 

5.4. Afro-Braziliaanse orixás
Orixás
zijn Afro-Braziliaanse geesteswezens. Op totemistisch niveau vergelijkbaar met Hollandse patroonheiligen of beschermengelen, welke laatste vanaf de middeleeuwen als schutspatroon een gelijkgestemde groep of gilde beschermden (Verger 1957, 1981).

De heilige Cecilia stond garant voor een muzikale invloed op musici en instrumentmakers, en het uithangbord bij de hoefsmid liet zien dat deze onder invloed van de heilige Martinus het klappen van de zweep wel of niet meester was. Orixás zijn als Afrikaanse of Afro-Amerikaanse geesteswezens de bezielers en de spirituele accu van het individu waartoe deze qua energie van nature behoort. Dit energetische basispatroon vinden we globaal ook terug in de astrologie als elementaire en planetaire grondtoon waar iemand onder geclassificeerd kan worden. Van de verschillende orixás die in karakterologische wisselwerking met een persoon staan, is altijd één orixá dominant in zijn of haar manifestatie, de zogeheten Dono de Cabeça, de baas van je hoofd, een persoonlijke geleidegeest, waardoor de hoofdtoon in karakter en gedrag wordt gezet.

Van de 600 Afrikaanse orixás zijn er na de slaventransporten naar de nieuwe wereld in Brazilië effectief nog zo’n 16 over. Het waren de betere, zullen we maar zeggen, die overbleven, ofschoon het natuurlijke selectieproces voortvloeide uit andere grootheden. Het is als met supermarkten, de grotere hebben de kleinere verdrongen. Gelukkig is er nog voor elk wat wils.

Binnen de Afro-Braziliaanse cultuur heeft elke persoon een of meerdere orixás ter beschikking. Zoals honden of katten tot een bepaald ras kunnen worden ingedeeld, is dat bij mensen energetisch gezien hetzelfde. Tijdens het dansen kan ik aan de bewegingen van degene die danst, vanuit een Braziliaanse bril bekeken, al vaak zien tot welke orixá de persoon behoort. Vanuit een astrologische bril bekeken werkt het eender, de danser met bijvoorbeeld de Zon of ascendant in Tweeling is veel beweeglijker dan de meer specifieke Stieren of Steenbokken.

Orixás fluisteren, precies zoals dat bij de katholieke beschermheiligen het geval is, de gelovigen het een en ander in het oor, het doe wel of doe maar niet. Personen die wat meer intuïtief begaafd zijn, zoals mediums en paragnosten, ‘horen’ meer, en kunnen gemakkelijker adviezen geven.

Een van de meer bekende orixás waar een genezende werking van uitgaat is Osanha, de orixá die alles weet over medicinale en andere planten, en hoe die te gebruiken. Jongens en meisjes met een voorliefde en latente kennis voor geneeskruiden kunnen gelukkig nog aan haar worden gewijd. Elke Braziliaanse genezer die met planten en kruiden werkt ‘heeft’ Osanha, wordt door haar geïncorporeerd. Orixá Oxum bijvoorbeeld, geeft informatie over de liefde en vrouwenzaken, specifiek bij kinderloosheid. Mediums die Oxum ‘dragen’ worden dan ook menigmaal geraadpleegd wanneer gezinsuitbreiding niet zo wil vlotten of de menstruatie problemen geeft.

 

6. Medium Martien Verstraaten, overleden artsen & orixá Oxum
Als C., een bevriende jongedame uit de salsa, mij in een meer persoonlijke Facebook-chat meldt kortgeleden op de afdeling intensive care van een Marokkaans ziekenhuis gelegen te hebben wegens een ‘gediagnosticeerde’ virale voedselvergiftiging/ingewandsstoornis, en ik via een van mijn overleden specialisten na enige tijd begrijp, ingefluisterd krijg, dat de betreffende dame zich het beste ogenblikkelijk onder behandeling van een gynaecoloog zou moeten stellen, dan is het wellicht slim daar gehoor aan te geven.

Zodra ze de kans had gezien het vliegtuig naar Nederland te nemen was ze afgereisd en werd bij aankomst opgenomen in een van de grotere ziekenhuizen van haar stad. De behandelend specialist had, zo begreep ik, de diagnose van de specialist in Marokko klakkeloos overgenomen: ‘virale voedselvergiftiging’. Op aandringen van mij / mijn specialisten, en doordat ze vertrouwen had in mijn zienswijze, had ze om een uitgebreid gynaecologisch onderzoek verzocht, een soort second opinion.

Als de waarheid in het geding is blijven de paranormale machinerieën, mijn informatiebronnen, mij net zo lang kwellen totdat de waarheid boven water komt. Daarna komt er pas weer rust in mij.

De staf van het Marokkaanse ziekenhuis, alsook de specialisten van het Nederlandse ziekenhuis mochten wat de diagnose ‘virale voedselvergiftiging’ betrof nog eeuwig blijven doorslapen. Mijn informatiebronnen wierpen een ander licht op de gestelde diagnose, en hadden de Marokkaanse geadviseerd zich met spoed onder specialistische behandeling te stellen, bij een wakkere specialist wel te verstaan, en niet bij de polikliniek voor interne geneeskunde, maar bij gynaecologie. Dit omdat de oorzaak van de hevige pijnen gynaecologisch van aard waren. Patiënt verklaarde in Marokko en in Nederland zelfs (!) gynaecologisch onderzocht te zijn.

Ze kreeg van mijn informatiebronnen het advies om degene die het gynaecologisch onderzoek had uitgevoerd zo mogelijk in een pitrieten mandje te vondeling te leggen zodat deze op kosten van de gemeenschap verder kon slapen tot aan de pensioengerechtigde leeftijd.

Het resultaat van een hernieuwd onderzoek was, zo vernam ik enkele weken later, dat de specialist een groot aantal cystes op/aan haar inwendige geslachtsorganen had geconstateerd. De diagnose over de oorzaak van haar pijnen werd desgevraagd, weliswaar met enige tegenzin van de behandelend specialist, bijgesteld. De specialist maakte zich er met een jantje-van-leiden van af door te zeggen dat de cystes inderdaad wel de oorzaak van de pijnen bleken te zijn geweest, maar dat de gemelde virale voedselvergiftiging ook wel ‘wat’ had meegespeeld.

Mijn medische informatiebronnen, de overleden specialisten, dachten met betrekking tot de gekunstelde diagnose achteraf, een verlegenheidsdiagnose, er het zijne van. Blijkbaar komen medici voornamelijk in het geweer zodra een medium (Jomanda in de zaak Millecam) alle schijn tegen zich krijgt, en zich voor de rechter (terecht) moet verantwoorden. Daarentegen wordt de berg aan niet onderzochte medische missers door reguliere artsen veroorzaakt, jaarlijks groter.

De moeder van de Marokkaanse die het verhaal over de mediamieke diagnose hoorde, was zowel met stomheid geslagen als blij verrast toen ze vernam dat de juiste diagnoses door een vreemdeling per Facebook-chat gesteld had kunnen worden, waardoor haar dochter had kunnen genezen.

 

6.1. Mediamieke informatieopbouw en innovatieve behandelingsprotocollen
Mijn begeleidende specialisten ‘in astrale vergadering bijeen’, informeren mij, nadat ik patiënt of cliënt gezien heb, vrijwel onmiddellijk en veelal in een flits:

1. Wat de hoofdoorzaak van de klacht is.
2. Wat de aanleiding van de storing is.
3. Tot welke gedefinieerde ziektebeelden de klacht te herleiden is.
4. De hiërarchische component in comorbiditeit, de rangorde van de ziektebeelden.

5. Over de te geven adviezen.
6. Over aan te bevelen doorverwijzingen.
7. De didactische vorm voor benadering van de patiënt of cliënt.
8. Over aan de klacht gerelateerde aanbevolen behandelingen.

9. De te verwachten tijdsduur voor een geheel of gedeeltelijk herstel.

Het binnenkrijgen van informatie over de 9 genoemde punten verloopt bij mij traploos en vindt plaats in een oogwenk. De waarneming is enigszins te vergelijken met de impressie die iemand krijgt bij het doorbladeren van een fotoalbum van een onbekende. Bliksemsnel, in luttele seconden, tekent zich een beeld af van de persoon of familie. Bij mij is het niet anders. Het enige verschil is dat, materieel gezien, ik in een niet stoffelijk fotoalbum blader. De plaatjes, ingeval van ziekte, worden mij aangereikt, zoals ik reeds memoreerde, door overleden artsen, specialisten, paramedici of paranormale genezers.

De te volgen procedure met overledenen is doodeenvoudig, zij hebben de kennis, ik het open oor, en een kind kan de was doen. Een van mijn leermeesters en latere collega, Jaap Eising (1930-2009) uit Groningen, ‘zag’ op het lichaam van de patiënt de acupunctuurpunten altijd verschijnen als lampjes die deden oplichten, als kleine lampjes op een kerstboom.

Hij wist daardoor precies waar de punten voor Shiatsu zich bevonden, zonder daar ooit een opleiding voor genoten te hebben. De ‘echte’ acupuncturisten prikten vanuit boekenwijsheid weliswaar op de ogenschijnlijk juiste, maar in werkelijkheid op de verkeerde plaats. Bij ziekte konden namelijk de positie van de acupunctuurpunten danig verschoven zijn. Het oplichten van de mediamiek gestuurde ‘kerstboomlichtjes’ wezen via zijn overleden helpers hem de exact juiste plaats aan voor interventie.

Er zijn dus veel wegen die naar Rome leiden. Naast de geijkte medische modellen en protocollen is er een kleurrijke waaier aan alternatief geachte modellen en methodieken voor het stellen van diagnoses en behandelingen. Het medische model doet soms niet onder voor het meer alternatieve model, maar blundert vrijwel even zo vaak als het alternatieve model. Men kan dus in beide systemen een dubieus oor aangenaaid krijgen. Als consument van het product ‘Zorg’ is het verstandig om altijd gevoel en verstand te gebruiken, en vooral, kijken naar behaalde resultaten van de ‘dokter’ met of zonder aesculaap. Vergelijkbaar met onderzoek naar garages die bewezen hebben het beste APK-keuringen te hebben uitgevoerd.

Van de vele alternatieve modellen, van biologisch-dynamisch koekhappen tot familieopstellingen op de woonboot, is de mediamiek gestuurde informatieopbouw en daaruit voortvloeiende behandelprotocollen er slechts een van, gelukkig.

Ik doe dus wat mijn geesten mij influisteren, en tot nu toe kan ik me er altijd in vinden. De adviezen passen niet alleen bij patiënt of cliënt, ze passen ook altijd bij mijn zienswijze als paragnost. Mijn geesten kennen mij blijkbaar goed, het is bij/met hen aangenaam vertoeven.

 

6.2. Orixá Oxum, godheid voor vruchtbaarheid, zwangerschap en menstruatie
De kwelgeesten die verantwoordelijk waren geweest voor Nederlandse patiënten zoals Kor G. en Jody O. (constitutioneel eczeem) en Rose T. en Mila B. (secondary amenorrhoea) werden in Brazilië waargenomen door een priesterlijk medium tijdens een avonddienst in een kerkgebouwtje nabij het stadje Vilas do Atlântico in de deelstaat Bahia. Het medium was een priester die gelieerd was aan een plaatselijk vorm van het Braziliaanse Espiritismo, de nationaal wijdverbreide religie op basis van spiritualisme.

Pedagoog Allan Kardec (Hyppolyte L.D. Rivail, Lyon 1804-1868), die in wetenschappelijk kringen in Europa hoog aanzien genoot, bracht in de 19e eeuw vanuit Frankrijk het spiritisme naar Brazilië. Met boeken als Het Boek der Geesten (Kardec 1857), Het Boek der Mediums (1861), en Genesis volgens het Spiritisme (1868) ontketende Kardec een religieuze revolutie waardoor het meer klassiek opererende rooms-katholicisme in Brazilië er een broertje bij kreeg, en daarmee een geduchte concurrent.

Genezing, niet alleen van constitutioneel eczeem of secondary amenorrhoea, is in spiritueel Brazilië een zaak van de werking van de (eigen) geest, van (bezettende) geesten/entiteiten (overledenen) en van onbelichaamde geesteswezens (orixás en caboclos). Zowel het verklaringsmodel bij ziekten: de diagnose en het behandelen van de ziekte, is een aangelegenheid van de geest en van geesten. Het Braziliaans spiritualisme, ook wel met Kardecisme aangeduid, alsook de animistische religies als de candomblé en umbanda met een pantheon aan genezende orixás, werken met interventies van en vanuit de geestenwereld.

In 1999, tijdens de pauze van de spiritistische dienst in het reeds genoemde kerkgebouwtje vertelt het priesterlijk medium aan mijn tolk, een bevriende Engelssprekende dierenarts, wat ze als medium zag toen ik, witte paranormale Hollander, haar spiritistisch kerkje binnenkwam. In een stoet ‘liepen’ achter mij aan, zo had ze gezien, verschillende geesten die ik ooit had uitgedreven bij zieken die nu waren genezen. Heel concreet beschreef ze daarbij tot in detail onder andere patiënten met eczeem die ik geholpen had. Een van de patiënten die ze had waargenomen, een bejaarde Utrechtse dame die ik in een Nederlandse kliniek voor dermatologie op verzoek had behandeld aan een open been, werd minutieus beschreven, evenals haar decor, het behandelbed waarop ze destijds had gelegen. In het spiritistische model waren patiënten als Kor G., Jody O., Rose T. en Mila B. door mijn behandelingen bevrijd van storende geesten die hen en soms ook hun familie hadden bestookt.

Het model van genezing van Afro-Braziliaanse orixás binnen bijvoorbeeld de candomblé is vergelijkbaar. Bij het Braziliaans Kardecisme is het Jezus voor en na, zoals ook bij de Filipijnse faith healers. Bij het genezingsmodel door orixás, de geesteswezens binnen een bezetenheidsreligie als de candomblé, wordt eveneens teruggegrepen naar ‘bezetting‘ als bij het Kardecisme. Een belangrijk verschil daarbij is de bron van het kwaad, de oorzaak van de ziekte. Het Kardecisme kent weliswaar geen duivels: we zijn allen op weg naar God zo annonceert men, maar kent wel geesten die tot kwaad doen neigen en die men duivelen zou kunnen noemen. Wanneer je de leer niet volgt, kan het dus fout gaan. Onder de vlag van het Kardecisme hebben overigens enkele zeer beroemde zieners en mediums hun werk verricht. Niet alleen Zé Arigó behoorde tot het Kardecisme, maar ook de Braziliaanse psychograaf Chico Xavier, een geweldenaar die in trance via automatisch schrift meer dan 400 spirituele boeken kreeg gedicteerd, en schreef.

De oorsprong van alle type orixás wordt geschat op meer dan 5000 jaar, en werd in het thuisland Afrika altijd geassocieerd met de afstamming van families, en aanbeden door de afstammelingen van dezelfde clan. Volgens de Frans-Braziliaanse antropoloog Pierre Verger (1902-1996) zijn orixás vergoddelijkte Afrikaanse voorouders’. Een hypothese die reeds door William R. Bascom (1912-1981) in 1938 werd aangehangen, en die ik als medium kan onderschrijven. Pierre Vergeer dicht bijvoorbeeld Ogum, de orixá van ijzer en oorlog, de positie toe van een vroegere grote oorlogskoning of leider van een smidsegilde, en orixá Omolu, de pokkendokter, als een gevreesde tovenaar (Verger 1957, 1981). Deze orixás, die natuurkrachten (op een bovennatuurlijk manier) kunnen manipuleren, onderhouden een onafscheidelijke band met mensen.

De neerdalende kracht van de gemiddelde orixá in een mens kan immens groot zijn. Tijdens een feest op een van de Caribische eilanden was ik getuige van het in trance raken van een frêle meisje van 18 à 19. Ze was Cubaans, en ik zag dat ze vertrouwd was met tranceprocessen uit de Cubaanse Santaria. Terwijl een orixá in haar neerdaalde stapelde ze handmatig 2 grote barkrukken op elkaar. Deze waren vervaardigd van hardhout en dienovereenkomstig loodzwaar. Op de beat van de muziek en zonder met de ogen te knipperen knielde ze voor de toren van op elkaar gestapelde krukken. Ze opende haar mond, beet als een dier in een van de poten, en tilde met haar tanden de loodzware stellage ver boven haar hoofd de lucht in.

Naast fysieke kracht kan ook sensuele kracht ingezet worden om een doel te bereiken. Orixá Oxum, de meest vrouwelijke van alle vrouwen weet daar alles van. Door haar betovering kan een man zijn verstand verliezen.

Tijdens een bezoek aan de candomblé-tempel, Ilé Axé Etomin Ewa, gelegen in Brongo de Pau Miudo, een voorstad van Salvador da Bahia consulteerde ik Regilton, de jonge maar voluptueuze pai de santo. Deze constateerde dat orixá Oxum en orixá Omolu de belangrijkste orixás waren. Daarbij was Omolu, de Dono de Cabeça, de heer van het hoofd, de hoogste baas. Nou daar voelde ik me toen mooi vet mee, niet dus. Nog meer gedonder aan mijn paranormale hoofd. Mijn kracht om eczeem uit te kunnen bannen werd door Regilton in 3 minuten verklaard, voor eeuwig en altijd. Ik ‘droeg’ blijkbaar al jaren Omolu en Oxum, zonder van hun namen ooit gehoord te hebben. Wat Omolu betreft hebben Kor G. en Jody B. het geweten. Na een serie behandelingen was het over en uit met het krabben (zie: case of Kor G. & Jody B.”Study on Eczema / Atopic Dermatitis). En orixá Oxum bleek ik al jaren te hebben ingezet om commanderende incantaties, bezweringen, uit te spreken voor baarmoeders en hun baasjes die niet wilden of konden menstrueren.

Zoals de Afro-Braziliaanse orixá Omolu een perfecte geneesheer is voor atopic dermatitis, constitutioneel eczeem, is Oxum, de vrouwelijke orixá (ook binnen een mannelijke candomblé-priester) de aangewezen orixá voor sensualiteit, vruchtbaarheid, zwangerschap en menstruatie. Orixá Oxum wordt wel eens in één woord samengevat: baarmoeder.

‘Brazilian Oxum, Orixá of love, intimacy, beauty, wealth, diplomacy, maternity and marriage, gifts and faculties identically allotting to Venus and the sign of Libra, in Cuba called Ochun, in West-Africa Oshun, the Goddess of the river Osun in Africa, vain but also gentile, her dance is the famous and sweet Ijexá, favorite wife of Xangó. Her metals are gold and copper, her color of course, yellow. Oshun is the Yoruba understanding of the cosmological forces of water, moisture, and attraction. Men easily fall under the hypnotic spell of her sensuality, and lose their mind completely.’ (Uit: Celestial nights with the goddesses of Salsa and Tango)

 

7. Casus Rose T.
Voordat secondary amenorrhoea door Rose T. bij mij werd aangemeld verscheen zij reeds vanaf begin 1987 tot september 1989 met een bepaalde frequentie op consult. Een van de oude agenda’s van Rose T. vermeldt, zo verklaarde zij kortgeleden, ‘afspraak met Martien’ op 7 augustus 1989 om 11:00 uur.

Andere vraagstukken dan menstruele klachten hadden tijdens de eerste consulten voorrang gekregen. Liefde, seksualiteit en relaties, allen ook behorende binnen de reeds eerder genoemde invloedssfeer ‘Schorpioen/Mars/Het achtste huis’, hadden prioriteit. De betreffende invloedssfeer betekent niet dat iemand astrologisch gezien een Schorpioen is, maar wel dat een van de genoemde aandachtsrichtingen prominent in de horoscoop vertegenwoordigd is. Dit terwijl de persoon qua zonneteken een Stier of Steenbok kan zijn. De type consulten varieerden van paragnostische consulten, magnetische sessies en consulten met gebruik van regressieve technieken.

Rose T. was een intelligente vrouw, hoogopgeleid en rijkelijk bedeeld met sociale vaardigheden, welke werden ingezet voor de beroepsuitoefening en voor het onderhouden van sociale netwerken die de Nederlandse grens overschreden.

De Nederlandse grens werd eveneens overschreden op het moment dat ik desgevraagd paranormaal advies gaf over aan haar gerelateerde personen die zich duizenden zeemijlen verwijderd van mijn consultorio hadden bevonden. De analyses en bijbehorende adviezen werden op cassetteband opgenomen en per post verstuurd, waarna zo mocht ik later vernemen, deze werden besproken in het voor mij toen verafgelegen land waar de zon vrijwel dagelijks pleegt te schijnen. De juistheid en de toepasbaarheid van de uitgebrachte adviezen die aldaar in bepaalde kringen werden besproken, werd door de ontvanger beaamd. Door de vleugelwijdte van cliënt Rose T. werden mijn reeds bestaande internationale netwerken nog verder uitgebreid.

 

7.1. De baarmoeder: diagnose en behandeling
Op een avond in 1989 bezocht ik Rose T. in de royale ruimte van haar appartement, alwaar ze zich bevond in gezelschap van een aantal vrienden. Haar vrienden waren bekend met het feit dat zij mij consulteerde, en een enkele genodigde was eveneens cliënt geweest in mijn praktijk. Het gesprek begaf zich in de richting van de validiteit van het paranormale, een gegeven waar Rose T., gezien de juistheid van eerder gegeven adviezen, mee bekend was. Echter, paranormale fenomenen bestrijden een groot veld van toepassing en onderzoek. Ook de juistheid en de werking van vorige levens, op zich geen paranormaal fenomeen, kwam op de staalkaart van de zienswijze van de aanwezige genodigden.

Naar aanleiding van enige magnetische sessies had Rose T. mij al eerder ‘de man met de gouden handjes’ genoemd. Tijdens het uitwisselen van elkaars zienswijzen, de paranormale fenomenen betreffende, bevestigde ik desgevraagd dat vormen van dat wat magie wordt genoemd, bestaan. Het leek alsof ik onder vuur kwam te liggen en ik werd gemaand een en ander te moeten bewijzen. Sinds ik ooit de eerste handoplegging verrichtte, en de eerste ‘voorspelling’ deed die ik nimmer voorspelling noemde, maar een analyse van verleden, heden en toekomst, besloot ik nimmer aan bewijsvoering te doen. Uitleg heb ik als voormalige docent altijd prettig gevonden, maar niet meer dan dat. Het aantal lezingen die ik in de loop der jaren gaf waren en zijn een voorbeeld van mijn passie voor overdracht.

Rose T. keek mij glimlachend en ook enigszins uitdagend aan en vroeg plotseling schalks: ‘zou je ook mijn menstruatie op gang kunnen brengen?’

Iedereen keek op, Rose T. vertelde dat haar menstruatie al vele maanden naliet zich te vertonen. Gezien het minimaal aantal maanden (6) dat is vereist voordat de term secondary amenorrhoea kan worden gebezigd, moest geconstateerd worden dat Rose T. om en nabij een dubbele secondary amenorrhoea onder de leden had. Ik begreep dat zij onder andere voor deze storing al geruime tijd onder behandeling stond bij een gynaecoloog, maar tot op dat moment zonder enig resultaat.

Alle aanwezigen keken mij aan, benieuwd of ik op de uitdaging in wilde gaan. Als voormalig docentcoördinator Lerarenopleiding van onder andere gedragsmatige performanceprojecten met video, waarbij het presenteren van een gedachte als beeldend uitgangspunt werd genomen, leek dit een uitgelezen kans om datgene waarin ik studenten had begeleid, zelf uit te voeren.

Why not, en ik vroeg de aanwezigen als publiek te willen fungeren bij dat wat ik nu noem ‘De Para anatomische les’. In het verlichte eigentijds interieur was ruimte in overvloed om in het midden een ‘behandelbed’ te installeren. Ik kreeg ingegeven een ‘gesprek’ te houden met de baarmoeder. Van haar wilde ik weten hoe de menstruele vork in de steel zat.

Het bed, een op de grond geïnstalleerde meditatiematrasje, Rose T. die er op plaatsnam, het publiek rondom als toehoorders, en de baarmoederlijke seance ging van start.

Rose T. lag op haar rug. Mijn handen plaatste ik even boven haar lichaam, in de ruimte, het gebied dat het etherisch of tweede lichaam wordt genoemd, en waarin zich ook de etherische kopie van de baarmoeder bevindt.

Vrijwel onmiddellijk maakte ik contact met Rose T.’s baarmoeder, waarvan ik informatie ontving. Deze informatie vertaalde ik voor Rose T. en het publiek in een voor hen hoorbare dialoog.

Het verslag is een benadering van het gesprek zoals dat in 1989 met Rose T.’s baarmoeder gevoerd werd, wellicht hier of daar een tikje geromantiseerd.

M: ‘Dag baarmoeder, dag lief en recalcitrant orgaan ten dienste van Rose T., hoe gaat het met je?’

B: ‘Het gaat, maar ook weer niet zo goed. Ik ben zo moe, moe van het wachten en boos.’

M: ‘Ja dat zie ik, je bent gespannen en die spanning kan er niet uit.’

Aan de kleur van de baarmoeder ‘zie’ ik extra sensorisch dat de bloedstroom binnen het orgaan niet optimaal is. De baarmoeder oogt metaforisch gesproken als een boos én als een verdrietig orgaan.

M: ‘Hoe is het met je baasje, Rose T.? zo vraag ik naar de bekende weg.’

B: ‘Rose is altijd bezig, met zichzelf. Je hebt geen idee met wat allemaal. Een druk baasje. Bezig met haar werk, de carrière, netwerken, muziek, wel of geen partner, welk type partner want ze wil niet achterblijven. Ze heeft gewoon helemaal geen tijd voor mij. En dan doe ik eigenwijs als ik ben, precies het tegenovergestelde, tegendraads, dan dat wat van me verwacht wordt. Ik ben niet gek.’

M: ‘Jeetje.’

B: ‘Ik word er helemaal gestrest van.’

M: ‘Kan ik me voorstellen, maar ik heb niet zo’n ding, een mooie baarmoeder.’

B: ‘Rose kan er eigenlijk ook niks aan doen. Maar ik zit er mee. Ik wil wel, maar het gaat niet. Alles is op slot komen te zitten, en ik krijg er geen beweging meer in, het stroomt niet, zit muurvast.’

M: ‘Wat doen we er aan.’

B: ‘Ik ben eigenlijk naast verdrietig, ook erg boos.’

M: ‘Zou ik ook zijn.’

‘B: ‘Ik wil aandacht, ik wil gezien worden!’

Ook aan de structuur, de cellen waarmee de baarmoeder is opgebouwd neem ik overduidelijk waar dat de werking van het orgaan verre van optimaal is: een vrijwel inactief orgaan qua aanblik als een anatomisch model op sterk water, maar waarvan de kleur weliswaar niet door de formaldehyde is aangetast. Een museumstuk van de amanuensis voor het aanschouwelijk onderwijs tijdens de biologische les.

M: ‘Weet je nog waarvoor je gekomen bent, in het leven. Waarvoor je ontstaan bent in het lichaam van Rose T.?’

B: ‘Ja, daar kan ik me vaag wat van herinneren. Maar zoals ik nu ben lijkt het nergens op. Ik zou willen functioneren, menstrueren als de tijd er rijp voor is, en kinderen kunnen baren als dat gewenst zou zijn. Gewoon baarmoedertje zijn, maar alleen als ik aandacht krijg.’

M: ‘Wat doen we er aan?’

B: ‘Zeg jij het maar, ik weet het niet.’

M: ‘Ik kan natuurlijk met je baasje, Rose T. praten, maar ze heeft ons gesprek toch al gehoord. Ik heb een beter idee.’

B: ‘Wat dan?’

M: ‘Ik zal je tijdelijk adopteren, je aandacht geven, als een vader zijn voor jou als baarmoeder.’

B: ‘O, als dat zou kunnen, dat zou heerlijk zijn.’

M: ‘In de periode dat ik je adoptievader ben kun je tot rust komen. Ik zal je weer herinneren aan de functies die in je zitten, die eigen zijn aan het leven van een baarmoeder.’

B: ‘Ja.’

M: ‘Doordat er iemand op je let, betrokken is bij je bestaan, ontstaat er weer een gevoel van veiligheid. Tijdens de periode van adoptie kunnen zowel jij als je baasje Rose weer leren hoe met elkaar om te gaan. Om de ‘oude’ baarmoeder weer te kunnen laten functioneren, zal ik enige commando’s uitspreken, op je over brengen.’

B: ‘O wat fijn.’

M: ‘De commando’s hebben de volgende strekking:

Je zal je vanaf heden goed voelen.
Je zal je weer als vanouds voelen.
Je zal opnieuw kennis hebben hoe als baarmoeder te functioneren.
Ik adopteer je tijdelijk.
Je zult menstrueren binnen 10 uur.’

Einde gesprek.

 

Rose T. kwam overeind uit een licht hypnotisch slaapje, een kleine bewustzijnsvernauwing zoals ontstaat tijdens het lezen van een spannend boek. Uiteraard had ze het gehele gesprek gehoord. Ik verzocht haar met klem mij te bellen zodra de menstruatie op gang zou zijn gekomen.

‘Patiënte’ Rose T. wist niet goed was ze er van moest denken, en enige scepsis glipte glimlachend uit haar mond toen ze (vrij vertaald) zei: ‘wat kan een mens niet allemaal bij elkaar fantaseren’, en een ‘ik ben benieuwd.’

Ik glimlachte in mijn paranormaal vuistje. Ondanks dat ik nooit eerder een baarmoeder had bevolen te menstrueren, was ik innerlijk 100% zeker dat de menstruatie zonder pardon zich binnen de gecommandeerde tijd zou manifesteren.

 

7.2. Een tevreden orgaan, een gelukkige dame
De volgende dag ging de telefoon meerdere malen. Natuurlijk was ik benieuwd naar een en ander. Twijfel aan het resultaat van de behandeling had ik eigenlijk niet, maar toch, een levend mens wil het horen. Nadat de gestelde tijd ruimschoots was verstreken, het was voor zover ik me herinner in de vooravond, kreeg ik een telefoontje van Rose T.

De menstruatie, die vele, vele maanden was uitgebleven, een dubbele secondary amenorrhoea, had inmiddels plaatsgevonden, en wel binnen de gecommandeerde tijd, zo meldde Rose T. mij triomfantelijk. Ze was niet eerder in de gelegenheid geweest mij te bellen.

De commando’s, die ik nu classificeer als ‘commanderende incantaties’, bezweringen die time released werden aangebracht, hadden hun werk gedaan. De levenswandel van Rose T.’s baarmoeder kon haar weg vervolgen, en Rose T. zelf ook, in haar nopjes als ze was dat de gang naar de gynaecoloog overbodig was geworden en haar lichaam deed wat gevraagd werd.

Rose T.’s baarmoeder had me echter niet verteld dat aan deze en aan de andere kant van de oceaan nog meerdere baarmoeders op mijn weg zouden komen voor commanderende hulp.

‘Per toeval’ bereikte in betreffende periode mij ook een vraag over baarmoederverzakking. Of ik daar ook verstand van had. Medisch niet nee, maar paranormaal wellicht weer wel. De moeder van een cliënte die na de overgangsjaren hierover klachten had, stelde mij de vraag.

Ik meende haar te kunnen helpen, in ieder geval een poging te kunnen wagen.

Ditmaal zonder gesprek behandelde ik de baarmoeder, althans de ophanging, en maakte ik in het etherische lichaam de banden (de bindweefselbanden, zo begreep ik later) korter, welke uitgerekte banden tot de verzakking hadden geleid. De ‘operatie’ werd door haar ‘gevoeld’, zo vertelde cliënt mij tijdens een opvolgend consult. De door haar ervaren klachten gepaard gaande met een baarmoederverzakking: het hebben van pijn in onder andere buik en onderrug, waren na de behandeling opgehouden te bestaan.

 

7.3. Rose T. – Periode 1987-1992
Het gunstig verlopende gesprek met de baarmoeder van Rose T. met betrekking tot secondary amenorrhoea beschouwde ik nog lange tijd als een incident.

Rose T. bezocht me nog meerdere malen voor een consult. De baarmoeder, voor zover ik me kan herinneren, was daarbij niet meer onderwerp van gesprek. Dit omdat de menstruele cyclus in de opvolgende maanden zich naar behoren aandiende, en zij andere vraagstellingen paragnostisch belicht wilde zien.

Als een soort coincidência significativa zoals de Brazilianen zeggen, emigreerden, ook qua tijdsperiode, Rose T. en ik naar een ander land, kwamen daarna afzonderlijk en in andere perioden voor kortere of langere tijd weer terug naar Nederland, om vervolgens elkaar rond 1992 uit het oog te verliezen.

Voor de emigratie van Rose T., maar vele maanden na de behandeling van haar baarmoeder, stagneerde nog eenmaal haar menstruele cyclus. In een telefoontje verzocht ze mij voor een nieuw baarmoederlijk consult met het doel haar orgaan opnieuw toe te laten spreken met ‘de gouden handjes’, deze opnieuw te laten wapperen. De procedure was ditmaal korter. Via de taal van mijn handen, namelijk via de kleine chakra’s van de hand(palm), gaf ik hernieuwd een commando. Opnieuw werd de baarmoeder gewillig, en opnieuw ontving ik van Rose T. een telefoontje met de melding dat binnen de gestelde tijd de menstruatie had plaatsgevonden.

Zowel Rose T. als haar baarmoeder verloor ik na enige jaren uit het oog. Maar ik ben zeker dat als ik Rose T.’s baarmoeder weer zou tegenkomen, ik haar onmiddellijk zou herkennen, en zij mij ook.

 

7.4. De eigenaar van de recalcitrante baarmoeder aan het woord.

Mijn baarmoeder is zo lang ik mij herinner recalcitrant geweest qua menstruatie. Het kwam zeer traag op gang – mijn eerste menstruatie kreeg ik toen ik al ruim vijftien was – en in de jaren er na lag de frequentie op hooguit twee tot drie keer per jaar. Tussen mijn  twintigste en mijn dertigste gebruikte ik de pil en regelde die mijn cyclus. Nadat ik daar op mijn negenentwintigste mee was gestopt menstrueerde ik geleidelijk aan iets vaker, maar de tussenpozen bleven onregelmatig en veel langer dan bij een normale cyclus. In die periode reageerde mijn baarmoeder ook heel sterk op mijn psyche. Als ik al menstrueerde – wat spaarzaam gebeurde – kwam het bij voorkeur op een moment waarop het zeer ongelegen kwam zoals tijdens een vakantie, vlak voor een feest of – en dat was bijna altijd raak – als ik een nieuwe lover had.

Maandenlang zat ik te wachten op mijn menstruatie en dan kwam het niet en als ik er niet op zat te wachten kwam het subiet. Vandaar dat ik mijn baarmoeder als een recalcitrant orgaan beschouwde. Het was in deze periode dat mijn baarmoeder in contact kwam met Martien. Van de sessie die Martien beschrijft herinner ik me niet veel, behalve dat het heeft plaatsgevonden en de uitkomst. Van het gesprek zelf staat mij weinig meer voor de geest. Echter de verongelijktheid die mijn baarmoeder daarin volgens het verslag ten toon spreidt past niet bij hoe ik haar in mijn herinnering bejegende.

Toegegeven, ik was druk en ambitieus en worstelde met de liefde, maar ik was juist heel erg met mijn baarmoeder en mijn cyclus bezig. Ik maakte mij regelmatig druk over het wegblijven van de menstruatie en vond het bijvoorbeeld heel vervelend dat ik daardoor een mogelijk zwangerschapsrisico niet kon controleren. Ik gaf mijn baarmoeder juist veel aandacht en sprak – zonder veel resultaat overigens – ook regelmatig met haar. Het feit dat Martien wel effect op haar had is enerzijds bijzonder, maar anderzijds – gezien haar recalcitrante gedrag – ook niet. Én mijn baarmoeder is dol op aandacht van mannen. Want één ding is me in de loop van mijn leven wel duidelijk geworden: elke keer als er een man in de buurt van mijn baarmoeder kwam, liet de menstruatie niet lang meer op zich wachten.

Ik ga er dan ook vanuit dat ze weinig weerstand had tegen de gouden handen van Martien.

Van 1993 tot 2008 (de periode ná de behandelingen van Martien, red.) heb ik mijn menstruatiecyclus bijgehouden in een boekje. Enig rekenwerk levert op dat in die periode de duur van mijn cyclus varieerde van gemiddeld 40 dagen in 1993 tot gemiddeld 25 in 2004, waarna het weer is opgelopen tot gemiddeld 75 dagen in 2007. In 2008 ben ik gestopt met menstrueren. 

9 oktober 2013
Mevrouw Rose T., docent HBO / directeur adviesbureau Human Resources

 

8. Casus Mila B., een introductie
De geestenwereld blijkt te weten bij wie welke patiënt of cliënt op een bepaald moment en op een bepaalde locatie het beste terecht kan voor de behandeling van een aandoening. De geestenwereld als poortwachters voor gezondheid, zoals de huisarts dat ook is. Nadat ik eens een boekje kocht over de smeltkroeg aan culturen en hun verschillen binnen Suriname, klopten binnen enkele weken een aantal multiculturele Surinaamse cliënten aan mijn deur. Het is als met een witte volkswagen, als je er eentje gekocht heb zie er ineens honderden, struikel je er over.

Met de geesten van eigenaren van baarmoeders is het niet anders. Nadat ik in den vreemde eens enkele Reiki Masters had behandeld, werd mij door hen gevraagd een jongedame te willen behandelen waarbij de menstruatie vele maanden was uitgebleven. Men had wat de behandeling van baarmoeders betrof van mij gehoord. Het verzoek was echter om wat de behandeling van de jongedame betrof een coproductie aan te gaan met enige Reiki Masters. Dit om gezamenlijk de storing te verhelpen. In mijn zienswijze vergelijkbaar met het uitvoeren van een blindedarmoperatie, waarbij de handen van twee of meerdere chirurgen gelijktijdig één lancet zouden vasthouden, nee dus.

Daarbij was mijn beroepseer in het geding, en met alle respect voor de Masters, zag ik dat zij niet het innerlijk instrumentarium hadden om met succes commanderende incantaties te kunnen geven. Mijn beroepseer, wellicht ook beroepsego, was in het geding, en ik vroeg hen waarom zij de jongedame niet zelf wilden behandelen. Het ontvangen antwoord was diplomatisch gekozen, mijn antwoord daarop eveneens. Ik stelde hen voor de keuze: de behandeling óf zelf uit te voeren, of door mij alleen uit te laten voeren. Omdat men gegarandeerd wilde zijn dat de cliënte zou kunnen menstrueren, viel de keuze op mij.

Het consult was kort. Het gesprek enige jaren daarvoor met de baarmoeder van Rose T. was een goede exercitie geweest.

De jongedame stond stijf van de stress en de angst. Een amoureus contact dat ze voor haar cultuur op een te jonge leeftijd had gehad, ze was destijds 18 à 19 jaar, speelde haar parten, bang als ze was voor haar familie. Ik maakte gebruik van 2 commanderende incantaties.

Een verbaal, en een non-verbaal. Ik sprak tot haar geest en koos automatisch de woorden en de toon (Demeter en Persephoné) die bij haar belevingswereld aansloten waardoor ze als bij een krachtige vorm van hypnose alleen nog maar de goede kant op kon. En met mijn handen gaf ik een commando aan de baarmoeder om te doen, zoals ooit bij Rose T., waarvoor ze ‘geschapen’ was.

Het hele consult nam niet meer dan 20 minuten in beslag. De gemiddelde psychotherapeut is ‘met en zonder succes’, meestal zonder, er al snel 20 door de zorgverzekeraar betaalde zittingen mee bezig. Het commando tot menstruatie zou in haar geval effectief moeten worden binnen 24 uur, zo stelde ik. Ook bij haar verzocht ik om een telefoontje zodra een en ander zich zou hebben gerealiseerd. Met een blij gezicht beloofde ze dat. Haar gezicht sprak boekdelen, en voor 300% was ik zeker dat binnen de gestelde tijd ze zou menstrueren. Het telefoontje kwam, en binnen de gestelde tijd. Haar baarmoeder kon verder, en ik ook.

 

8.1. De baarmoeder van Mila B.: diagnose en behandeling
Mila B. wilde graag kinderen. Daar werkte zij en haar man (in 1994) hard aan, haar slaapkamer wist er over mee te praten. In een eerder consult was ik al op de kinderwens en de weg er naar toe ingegaan. Op basis van de paranormaal verkregen informatie had ik haar uitgelegd dat een te grote nadruk op de kinderwens middels een overdaad aan (seksueel) verplichte figuren, een bevruchting zelfs in de weg kon staan, contraproductief kon werken. Alsof de chemie nodig voor bevruchting, daardoor werd verstoord.

In het tweede of derde consult nam ze haar man ter kennismaking mee. Gezien de cultuur van Mila B. en haar man, beiden waren voor een deel van negroïde oorsprong, waren zij bekend met fenomenen die men magisch zou kunnen noemen. Daarentegen was het ook voor haar man bijzonder dat een Nederlandse paragnost, een blanke magiër, in staat was tot ‘ingrepen’ die zelfs binnen hun cultuur als vrij onmogelijk werden gehouden. De hen ter oren gekomen ‘magische incidenten’ die ik her en der had bewerkstelligd, hadden vertrouwen gegeven. Maar eerst zien en dan geloven.

Ik was ontboden geworden ten huize van Mila B. Tijdens meerdere bezoeken aan het land en gedurende verschillende perioden was mijn consultruimte het huis of de tuin met zwembad van een client. Als een mediamieke flying docter bezocht ik mijn cliënten.

Vrijwel altijd koos ik een gemakkelijke stoel, het liefst een fauteuil. Dat had ik zo geleerd. Mijn geesten wilden gemakkelijk zitten, en ik ook. Mila B. stond tegenover mij, haar man die toekeek, van mij uitgezien rechts. Mila B. vertelde dat ook zij vele maanden niet meer had kunnen menstrueren. De artsen die ze had bezocht hadden haar niet verder kunnen helpen. De poort zat op slot en bleef op slot.

De volgende gebeurtenissen waren zowel kort als opzienbarend. Ik stond op uit de comfortabele fauteuil, ging voor haar staan, en plaatse mijn hand buiten haar lichaam ter hoogte van haar buik waar de baarmoeder gelokaliseerd kan worden. Veel praten zou bij Mila B. zo wist ik, geen effect sorteren. Ik sprak met mijn handen een commanderende incantatie uit, een ‘menstrueer!’ als een energetisch gebed, maar dan zonder kerkelijke hocus pocus.

Terwijl mijn handen zich nog in de nabijheid van haar buik bevonden (in het etherisch dubbel, ik raakte haar lichaam niet aan), slaakte ze een gilletje en zette grote ogen op.

Ten tijde of gelijk na de commanderende incantatie vloeide er bloed. Mila B. menstrueerde ter plekke onder mijn handen en in aanwezigheid van haar man die zijn ogen niet kon geloven.

Het consult had blijkbaar snel vruchten afgeworpen. Mila B. liet haar man en mij even alleen om elders in haar huis maandverband aan te kunnen brengen.

Haar man was met stomheid geslagen en bracht uit: ‘Meneer Martien, dit kan niet, dit is onmogelijk, maar ik stond er zelf bij, ik heb het met eigen ogen gezien, dit kan niet!’

 

8.2. Een tevreden orgaan, een gelukkige dame, een kruid
Het spreekt vanzelf dat Mila B. en haar baarmoeder gelukkig waren. Ikzelf als paranormaal dokter, zoals ik wel eens genoemd werd, natuurlijk ook.

Met het weer op gang komen van de menstruatie was het probleem van het wat geforceerd kinderen willen maken, een activiteit vol van stress waar baarmoeders niet zo erg van gecharmeerd waren, nog niet opgelost.

De behandeling die had geleid tot het op gang komen van de menstruatie binnen enkele minuten was vergezeld gegaan van een opmerkelijk beeld. Tijdens de behandeling had ik bladeren van een plant gezien die ik niet kende. De bladeren, zo zag ik, konden in gedroogde vorm worden gebruikt als kruid. Tegen welke aandoening was mij onbekend, alhoewel zeker was dat er een belangrijk verband was met Mila B. ‘

Het zogenaamde toeval, de roep van de geesten, bracht mij kort daarna in contact met een vliegtuigmonteur, die zoals bleek, een uitgebreide kennis had van inheemse planten en kruiden. We hadden reeds eerder op een prettige manier met elkaar gesproken over andere manieren van genezing dan de reguliere. Ik vertelde hem van de bladeren van de plant die ik had waargenomen. Als voormalig docent tekenen kon ik hem snel duidelijk maken welke soort plant ik gezien had.

Hij liet mij weten verheugd te zijn over het feit dat er nog mensen bestonden als ik, een uitstervend ras binnen zijn eigen cultuur, die de gaven hadden planten die een medicinale werking hadden mediamiek te kunnen zien. De plant die ik had gezien werd gebruikt, zo vertelde hij, bij vrouwen waarbij de menstruatie frequent achterbleef. Het was een plant waarvan de thee een sterk krampopwekkende werking bij de baarmoeder teweeg bracht. In een lage dosering kon de thee worden toegepast waardoor de baarmoeder door lichte krampen kon worden geactiveerd. Het verkregen beeld van de plant paste in het plaatje dat ik van Mila B. en haar situatie had. Secondary amenorrhoea zou zich bij Mila B. nog wel eens vaker kunnen manifesteren. Dit gezien het feit dat de verwoede pogingen een kind te krijgen voortduurden, en als medium kon ik niet stand-by blijven voor follow-up consulten. Mijn geesten hadden al gezien, geweten, dat ik het land op termijn definitief zou verlaten. Mila B. zou dan gebaat zijn bij andere methoden dan de paranormale om haar menstruatie vlot te kunnen trekken.

 

8.3. Mila B. – Periode 1993-1996
In 1996 vertrok ik naar Nederland, waardoor het contact met Mila B. werd beëindigd. In 2003 tijdens een bezoek aan het land waar ze woonde, vernam ik van een goede vriend die vroeger haar buurman was geweest dat Mila B., vrij plotseling en op relatief jeugdige leeftijd, was overleden. Haar verhaal eindigt hier of in haar hemel waar ze nu vertoeft.

Ik wens Mila B. in een opvolgende incarnatie de kinderen toe die ze zo graag wenste.

 

9. Samenvatting en conclusies
De feiten van de casussen van Rose T. en Mila B., hier gepresenteerd als een beknopte studie, spreken voor zich. Secondary amenorrhoea is voor patiënten duidelijk minder belastend dan patiënten die met constitutioneel eczeem bij me aanklopten, maar wordt anderzijds weer als meer belastend ervaren dan de gemiddelde gynaecoloog wil doen geloven. Het adagio van de gynaecoloog in dit verband, vaak een brevet van onvermogen, is nog wel eens: ‘Het gaat wel over, de cyclus zal zich wel weer herstellen’ of, ‘het zit tussen de oren’.

De oplossing voor een aandoening kan, zoals inmiddels wetenschappelijk is bewezen, ‘echt’ tussen de oren zitten. Maar dan als een biochemische factor, endogene opioïden, die een gevolg is van mentale processen. Dit ‘ontdekte’, weliswaar eeuwen te laat, een multidisciplinair team bestaande uit de wetenschappers Falk Eipert et al van University Medical Center Hamburg-Eppendorf, Hamburg. Het in paragraaf 3 reeds vermeldde onderzoek Activation of the Opioidergic Descending Pain Control System Underlies Placebo Analgesia (Eipert 2009) laat duidelijk zien wat zieners en medicijnmannen al sinds de oertijd weten.

Nogal wat specialisten, dermatologen, internisten, gynaecologen werken te vaak en te veel met desinteresse voor hun eigen vak voorgedrukte protocolletjes af, terwijl hij/zij in gedachten al met het komende weekend bezig is. Dat is de ervaring die ik gedurende meer dan 40 jaar heb opgebouwd, niet als medium, maar als patiënt die het gebrek aan commitment te vaak moest constateren.

Prof. Yvo Smulders, hoogleraar Interne Geneeskunde VU medisch centrum, temde het ‘evidencebeest’ (Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, Podium 11 januari 2012). Een van de vele uitkomsten van de voortreffelijke studie die epidemiologisch gehakt maakt van evidence based medicine (EBM) is, dat:

Slechts 4% van de medische fouten is te wijten aan een tekort in medische kennis. Naast het domein van de diagnostiek en het tekortschieten om klinisch te kunnen redeneren zijn:

Miscommunicatie, en desinteresse/gebrek aan commitment een van de belangrijkste oorzaken bij medische fouten (Smulders 2012).

Het is onverteerbaar dat de opgeleide arts met zoveel kennis, wellicht verkeerd opgeleid, het aan commitment ontbreekt, de basis voor elk geneeskundig handelen. De vooruitzichten voor de student medicijnen zijn te lucratief, financieel en qua status. Geen wonder dat, getuige het onderzoek, veel tot medicus gebombardeerde individuen er met de pet naar gooien. Wellicht dat studenten medicijnen door een verplichte stage in een door ratten verpest Derdewereldland tot ‘motiverende inkeer’ kunnen komen waardoor alsnog gekozen kan worden voor een carrière bij een bonusbank waar aanzien de boventoon van het missiestatement is. Verschillende keren zag ik aan gokken verslaafde artsen in het casino aan de roulettetafel staan met een vuistdikke rol van duizenden dollars in de hand, het ‘geluk’ te beproeven.

Cubaanse artsen die in hun land vrijwel evenveel verdienen als een bordenwasser of prostitué in bange dagen, hebben ooit andere motivaties gehad dan de gemiddelde westerse student medicijnen. De betrokkenheid van Cubaanse artsen, praktijkhoudende op bijvoorbeeld Curaçao, is me altijd bijgebleven, een verademing, als een vriend of vriendin die in je geïnteresseerd was. Gelukkig ben ik ook in Nederland artsen tegengekomen die met hart en ziel hun werk doen, een roeping volgen. Maar, het onderzoek van prof. Smulders indachtig, het zijn er véél te weinig: het resultaat van een falend onderwijssysteem waar de verkeerde grootheden worden aangewend bij de instroming studenten medicijnen.

Onder Demeter en Persephoné vallen bijvoorbeeld ook fantoompijnen en fantoomervaringen. Deze kunnen ontstaan na de amputatie van een been, het geamputeerde been bevindt zich dan nog in het brein. De Amerikaanse neuroloog en TED-spreker prof. Vilayanur Ramachandran (1951-), bedacht trucs om het brein te foppen en de fantoomervaring in andere banen te leiden http://bit.ly/13dzkyi. Hij manipuleert het brein vakkundig.

Ook de ervaring van pijn afkomstig uit een vorig leven wordt ‘gevoeld’ en ‘over de dood heen getild’ naar het huidige leven. De casus van de Surinaamse dame in paragraaf 2. voerde ik reeds op. De trucs van prof. Vilayanur Ramachandran zijn qua werkzaamheid voor een belangrijk deel identiek aan de ‘commanderende commando’s’ die ik geef aan patiënten met secondary amenorrhoea. Het verschil in de diagnose is gelegen in het feit dat ik een vorige leven als storing aanmerk en dan pas het huidige leven van patiënt of cliënt er bij betrek.

 

Het paranormale model dat ik gebruik voor het beteugelen van secondary amenorrhoea is daarbij:

1. Het opsporen, traceren van een of meerdere vorige levens waaraan de fantoomervaring van de patiënt met secondary amenorrhoea gekoppeld is.

2. Het opsporen van specifieke triggers in het huidige leven die ervaringen uit de vorige levens van de patiënt restimuleren, waardoor secondary amenorrhoea als fantoom kan worden ervaren.

3. Het voeren van een metaforische dialoog met het orgaan baarmoeder.

4. Het met geluid uitspreken van commanderende incantaties, zodat de patiënt deze kan horen.

5. Het uitspreken van het aantal uren waarbinnen de menstruele cyclus zich zal moeten herstellen.

6, Het uiteindelijke ‘plaatsen’ van een voor de patiënt onhoorbare commanderende incantatie die alle bij secondary amenorrhoea betrokken systemen reguleert en coördineert.

Aan het paranormale model voor de behandeling van secondary amenorrhoea is het type mediamieke informatieopbouw als in paragraaf 6.1. geschetst, reeds vooraf gegaan. De praktijk leert dat commanderende incantaties voor secondary amenorrhoea, zoals de casussen in deze studie laten zien, vrijwel direct tot resultaat konden leiden.

Op basis van de ervaringen met het orgaan baarmoeder werd het spreken met organen, ‘diagnose via orgaantaal’, een vast onderdeel in de Opleiding Training Intuïtieve Intelligentie (OTII). De mediamieke informatieopbouw kon met gemak de MRI-scan vervangen, zoals een huisarts mocht ervaren nadat ik bij hem een ruggenwervel had aangeduid die verantwoordelijk was voor zijn voor mij onbekende hernia.

Na een afstandsbehandeling met gebruikmaking van een foto van de arts waarbij ik een commando gaf dat de arts binnen vierentwintig uur weer rechtop zou kunnen lopen, kreeg ik bericht dat hij binnen de aangegeven tijd pijnvrij was geworden en weer rechtop kon lopen. De aandoening, een rughernia, was daarmee uiteraard niet verholpen, daar zou te zijner tijd een chirurg aan te pas moeten komen. Diagnoses stellen en genezen kan dus op vele manieren.

 

9.1. Wie geneest heeft gelijk
Ir. Angel R. Salsbach, persoonlijke vriend en voormalig voorzitter Raad van Toezicht Universiteit Nederlandse Antillen (UNA) vroeg mij in een filosofisch onderonsje eens: ‘wie gaf de eerste professor zijn bul?’

De retorische vraag had ook kunnen zijn: ‘wie gaf de eerste arts zijn Big-register?’ Was dit wellicht de KNMG uit de oudheid die haar residentie had in de grotten van het Franse Lascaux of het Spaanse Nerja, alwaar jagers bijeen kwamen om hun tekeningen in de wand te kerven en wonden te laten verzorgen?

In paragraaf 3.4. ‘Grenzen van medisch professionele autonomie’ van het KNMG Manifest Medische professionaliteit (2007) van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) bakent de maatschappij de ruimte voor ‘vrijheid in gebondenheid’ af met een ‘professionele standaard’ waarbinnen de arts met inachtneming van een kermis aan toeters en bellen mag afwijken van de geïnstitutionaliseerde protocolletjes.

‘De ruimte als individuele arts om zelf te beslissen is niet ongeclausuleerd. De ruimte wordt bepaald door de voor hem geldende ‘professionele standaard’. Daarbij wordt gebruik gemaakt van gedragsregels, standaarden, richtlijnen en protocollen. De professionaliteit van de arts brengt met zich meen dat hij zo veel mogelijk evidence-based handelt.

Maar professionaliteit is ook het vermogen van de arts om, gebaseerd op deskundigheid, voorbij de standaardisatie adequaat te reageren op het unieke van een situatie (Jeurissen 2006). Artsen hebben de plicht om zo nodig te beslissen of afgeweken moet worden van de standaard. Als de arts van de standaard afwijkt zal hij zich daarover moeten kunnen verantwoorden, gebaseerd op zorginhoudelijke deskundigheid en – argumentatie. Medisch professionele autonomie is in die zin dan ook ‘vrijheid in gebondenheid’ en maakt deel uit van de professionele verantwoordelijkheid.’ (KNMG 2007).

‘Evidence based handelen’, lezen we in de eerste alinea, zoals nu door KNMG en zijn artsen nog wordt voorgestaan, kan na prof. Smulders’ onderzoek, volledig op de schop. Met zijn onderzoek ontmythologiseert Smulders de validiteit van evidence based medicine, haalt het instrument van toetsing radicaal van de gouden troon, maakt wetenschappelijk gehakt van het epidemiologisch bewijs, en prikt gebruikmakend van de uitkomsten van Engelse onderzoeken de ‘bewijzen’ een voor een op een Britse cocktailprikker. Arrogante artsen mogen spitsroeden lopen.
Moet epidemiologisch bewijs de norm zij voor ons geneeskundig handelen, zo vroeg hij zich bijvoorbeeld af. Zijn conclusies zijn verpletterend voor de diverse beroepsgroepen, en liegen er niet om:

1. Epidemiologische bewijs, ‘evidence’, wordt heel ernstig overgewaardeerd
2. Er zijn andere, even belangrijke, bronnen van bewijs dan epidemiologie
3. … en dat is maar goed ook

Op de vraag of epidemiologisch bewijs de norm voor geneeskundig handelen moet zijn, antwoord hij helder:

Nee, want epidemiologisch bewijs is:
Veelal afwezig
Vaak ‘onjuist’
Zelden direct vertaalbaar naar patiënt

Maar om een cultuuromslag bij KNMG en zijn artsen te bewerkstelligen is minstens een generatie nodig. En als ik spreek vanuit de ervaringen in de kamer van de reïncarnatietherapeut, zou ik zelfs zeggen: ‘daar zijn meerdere incarnaties voor nodig.’ Gelet op de uitkomsten van het wetenschappelijk onderzoek van prof. Smulders, lopen ze bij KNMG, voor zover ze al bij de tijd zouden zijn geweest, hopeloos achter. Maar coryfeeën die voorlopen als Louis Pasteur, of historisch dichter bij huis de Nederlandse Amerikaan Willem Kolff (2011-2009) die de hart-longmachine uitvond, zijn veruit in de minderheid. Wat zonde, de geneeskunst is zo’n prachtig vakgebied waar vele disciplines, van kunst tot filosofie, bij betrokken zijn.

De meeste patiëntenverenigingen kunnen goede raadgevers zijn als het aankomt op het maken van een keuze voor een specifieke behandelmethode en/of een te kiezen arts. Het is als met de jaarlijkse oliebollen- of haringtest. De consument, ook van het product Zorg, laat zich anno 2013 niet zo snel meer bedotten, en zij maken uit wat het beste is of wie genezing genereert.

Na een lijdensweg langs dermatologen en andere ‘specialisten’ konden Kor G. en Jody O. langs paranormale weg voor een kwart eeuw vrij zijn van constitutioneel eczeem (Verstraaten 2013). Ook Rose T. en Mila B., kozen voor de behandeling van secondary amenorrhoea zoals uit deze studie blijkt, voor een andere weg dan die gekoppeld is aan evidence-base medicine, vaak een papieren tijger.

Ook Rose T. en Mila B. kozen, zoals uit deze studie blijkt voor een andere weg dan die van de papieren tijger, het evidence-base medicine ‘oude stijl’. De werkelijk evidence werd zoals in de casus beschreven geleverd door het feit dat de menstruele cyclus zonder gebruik van – medicijn, kruiden en geconsacreerde hosties en/of bisschopswijn – zich herstelde.

De Griekse arts Hippocrates schreef in vergelijkbare bewoordingen:

Wie geneest heeft gelijk.
Het gaat om de genezing, niet om het hoe of door wie.
De geneesheer heeft maar één doel, namelijk genezen.
De mens staat centraal en niet de ziekte.
De patiënt bepaalt of hij wel of niet genezen is.

 

 

Literatuur

Bastide R. (1978). The African Religions of Brazil. Towords a Sociology of the Interpenetration of Civilizations. Baltimore: The John Hopkins University Press.

Bateson G. (1985). Steps to an Ecology of Mind. London: Jason Aronson.

Bode G. (1984). Beroep in de Horoscoop. Amsterdam: Schors

Capra F. (2010). The Tao of Physics: An Exploration of the Parallels between Modern Physics and Eastern Mysticism. s.l: Shambhala.

Cerminara G. (1970). Many Mansions: The Edgar Cayce story on Reincarnation. New York: Slone.

Chapman G. (1986). Genezer in twee werelden. Deventer: Ankh-Hermes.

Cornell HL. (1972). Encyclopaedia of Medical Astrology s.l.: Samuel Weiser

Coué E. (2008). Self Mastery through Conscious Autosuggestion. American Library Service. Geraadpleegd op 28 augustus 2013 via http://bit.ly/17JD5uK

Dam H ten. (2001). Catharsis en integratie: Handboek regressie- en reïncarnatietherapie. Ommen: Tasso.

Davis Turner G. (1957) The Body is The Temple. Meridian Institute. Geraadpleegd op 28 augustus 2013 via http://bit.ly/16zYd7R

Ebertin R. (1989). Astrological Healing. York Beach: Samuel Weiser Books.

Eipert F, Bingel U, Schoell ED, Yacubian J, Klinger R, Lorenz J, & Büchel C. (2009). Activation of the Opioidergic Descending Pain Control System Underlies Placebo Analgesia. Neuron Article. Geraadpleegd op 28 augustus 2013 via http://bit.ly/13SHuJw

Habermas J. (1984). The Theory of Communicative Action (vol 1 & 2). Boston: Beacon Press.

Hemert J van. (2004). Scientific Report Spiritual Healing of Rev. Alex Orbito. In eigen beheer. Geraadpleegd op 28 augustus 2013 via http://bit.ly/15so6Dg

Hemert J van. (s.d.) Retrospectieve studie over de effectiviteit van brandwondbehandeling met distance healing. In eigen beheer. Geraadpleegd op 28 augustus 2013 via http://bit.ly/19d3Dtr

Illich I. (1975). Limits to medicine. Medical Nemesis: The expropriation of Health. Harmondsworth: Penquin.

Jansky RC. (1998). Astrology, Nutrition and Health. Atglen: Schiffer.

Fuller J. (1974). Arigo: Surgeon of the rusty knife (afterword by Henry K. Puharich, M.D.). New York: Thomas Y. Crowell.

Kardec A. (1857). The Spirits’ Book. Federaçao Espírita Brasileira. Geraadpleegd op 28 augustus 2013 via http://bit.ly/12gX1Re

Kardec A. (1861). The Mediums’ Book. Federaçao Espírita Brasileira. Geraadpleegd op 28 augustus 2013 via http://bit.ly/14oBx81

Kardec A. (1868). The Genesis According to Spiritism. Federaçao Espírita Brasileira. Geraadpleegd op 28 augustus 2013 via http://bit.ly/11u1cgZ

Koppen P van. (2012). De Schiedammer Geloofsbrief van rechter Silvis. In eigen beheer. Geraadpleegd op 28 augustus 2013 via http://bit.ly/17Jqsjv

KNMG. (2007). Medische professionaliteit: KNMG Manifest. Knmg.artsennet. Geraadpleegd op 28 augustus 2013 via http://bit.ly/15SzzMd

Leusink GL, Oltheten JMT, Brugemann LEM, Belgraver A, Geertman JMA, & Van Balen JAM. NHG-Standaard Amenorroe (Eerste herziening). Huisarts Wet 2007:50(4):159-67. Nederlandse Huisartsen Genootschap. Geraadpleegd op 28 augustus 2013 via http://bit.ly/1autiOe

Miron SG. (1973). The Return of Dr. Lang. Aylesbury: Lang.

Pires JH. (1998). Arigó: vida, mediunidade e martírio (4a. ed.). Capivari: EME. Als pdf geraadpleegd op 28 augustus 2013 via http://bit.ly/15smxVL

Ram ThJJ. (1949). Psychologische Astrologie. Amsterdam: Becht

Ravenscroft T. (1974). The Spear of Destiny. London: Neville Spearman.

Smulders YM, Levi MM, Stehouwer CDA, Kramer MHH, & Thijs A. (2010). De rol van epidemiologisch onderzoek bij de individuele patiënt. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 154:A1910. Geraadpleegd op 2 februari 2013 via http://bit.ly/1c6CMeM.

Smulders YM. (2012). Het evidencebeest. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, Podium 11 januari 2012. Geraadpleegd op 2 februari 2013. http://bit.ly/11ELdJJ.

Subba Row T. (1895). Esoteric Wrightings, part I & II. The Theosophical Publishing House. Part I geraadpleegd op 28 augustus 2013 via http://bit.ly/12o3Tkp, part II geraadpleegd op 28 augustus 2013 via http://bit.ly/14i8F45.

Tenhaeff WHC. (1969). Magnetiseurs, somnambules en gebedsgenezers. Den Haag: Leopold.

The Telegraph. (2006). George Chapman Geraadpleegd op 28 augustus 2013 via http://bit.ly/16o1AxA

Verger PF. (1957). Notes sur le culte des Orisha et Vodoun, à Bahia, la Baie de tous les Saints au Brésil, et à l’ancienne côte des Esclaves. Dakar: IFAN.

Verger PF. (1981). Orixás deuses Iorubás na África e no novo mundo. Salvador: Corrupio.

Verstraaten MJG. (2009). Holy Inspiration, Religion and Spirituality in Modern Art – The Stedelijk Museum: On the Origen of Modern Art by Means of Past Life Memories. Mediumistic Journalism. Feb 25, 2009;4:03. Geraadpleegd op 28 augustus 2013 via http://bit.ly/10FZ0oa

Verstraaten MJG. (2010). Vlinders kunnen niet Dadelen en Dadels kunnen niet Vlinderen: Genetica van een innerlijke & uiterlijke carrière. Utrecht / Curaçao: Destinations – Intuitive Intelligence.

Verstraaten MJG. (2011). As Borboletas não podem Tamarar e as Tâmaras não podem Borboletear: Genética de uma carreira interna e externa. Países Baixos / Curaçao: Destinations – Laboratória de Inteligência Intuitiva.

Verstraaten MJG. (2012). Painterly séances in color and the Past Lives of Camilo Villaneuva. Camilo Villaneuva / Reviews, Argentina. Dec 12, 2012. Geraadpleegd op 28 augustus 2013 via http://bit.ly/18IdxQz

Verstraaten MJG. (2013). Case of Kor G. & Jody O.: Study on Atopic Dermatitis. Mediumistic Journalism. Jun 01, 2013. Geraadpleegd op 28 augustus 2013 via http://bit.ly/18LH22G

Wambach HS. (1978). Reliving Past Lives: The Evidence under Hypnosis. New York: Harper & Row.

Weiss BL. (1993). Through Time into Healing. New York: Simon and Schuster.

Willemier Westra AD. (1987). Axê, kracht om te leven. Amsterdam: Cedla.

Woolger R. (2006). Healing your Past Lives: Exploring the Many Lives of the Soul. s.l.: Sounds True.

Zeeuw G. van der. (1979). Helder weten. Deventer: Ankh Hermes.

Zeeuw G. van der. (1980). Helderziendheid in ruimte en tijd. Deventer: Ankh Hermes.

Zeeuw G. van der. (1980). Wonderen of Wetten. Deventer: Ankh Hermes.

 

 

________________________________________________________________________________________

 

© MARTIEN VERSTRAATEN

Psychic & mediumistic healer. Past life regression therapist.

Mediumistic journalist. Author

Formerly professor of visual arts
HAN University of Applied Sciences,
Department of Visual Arts, Nijmegen, Holland.

Formerly professor of visual arts & metaphysical methodology
Faculty of Education of the Leeuwarden Polytechnic,
Department of Visual Arts, Groningen / Leeuwarden, Holland.