De kogelbiefstuk is door de kerk
“Een theater, een schouwburg en een circus dat de ‘Divina Commedia’, de eeuwige schouwburg, de eeuwige komedie is …”
Ongeveer op deze manier omschreef schrijver Gerard Reve de Rooms-katholieke kerk in 1969 tijdens de huldiging voor het ontvangen van de P.C. Hooft-prijs in de Allerheiligste Hartkerk, welke kerk hij met veel elan als publicitair platform gebruikte. Ballenjongens en zangeressen met en zonder Naam struinden en pendelden Felliniaans over het plaveisel van de hoofdbeuk. De kerk als gebouw en instituut leende zich uit opportunistische overwegingen voor een satire waardoor ze zichzelf in eigen staart beet.
Een soortgelijke komedie van hoog gehalte vond 41 jaar later plaats in Arnhem. De Rijnhal Arnhem jongstleden zaterdag was plaats delict waar een andere confessionele show gehouden werd, het CDA-congres van de waarheid. Kreten als ‘verbondenheid in verlegenheid’, ‘schouder aan schouder die de lusten niet meer kunnen verdragen’. Zoiets dergelijks moet het geweest zijn, en vooral het ‘leve de democratie’ uit de mond van de grootste Maastrichtse demagoog, Maxime Verhagen.
Als een politieke piepshow gaf het congres inzicht in het spiritueel narcisme en nudisme van de achterban. Vanuit christelijke en maatschappelijke bewogenheid werd de grootste onzin uitgekraamd, christelijke ontboezemingen in versvorm gedeclameerd, Bijbelteksten als sinterklaasgedichten uit balpennen vloeiend, kleurenblinde opperstalmeesters, goedwillende stotteraars, exorbitante prut van hoog gehalte, kortom de hele hobbykamer voor het voetlicht de doorzonwoning instromend.
Qua kijkdichtheid kon het spirituele optreden van de politieke koekenbakkers royaal wedijveren met een krentenmik Koninginnedag vanachter de rododendrons van Soestdijk, ijveren met een door Henk Terlingen gerapporteerde eerste voetstap op de maan, met een reportage met live-beelden van de onbrandbaar geachte Twin Towers op 9/11, met de Elfstedentocht in ’86 van Willem Alexander, alias Willem van Buren, of met Uri Geller die onoprechte onechtheid in 24 karaats klatergoud kon omtoveren.
De chips en wokkels konden kamerbreed niet genoeg worden aangesleept voor televisiekijkend Nederland. Nog pas in oktober en met zelfs een graadje of 20 Celsius, werd Nederland die dag één grote kop chocolademelk. Theater, amusement, eeuwige komedie, het was smullen geblazen. Beroepspolitici die met hun tong het achterste van hun kont en stuitje lieten zien, mastodonten die nog even mochten schitteren in de Divina Commedia, en formatiekoetsiers in hoge nood die hun vader er bij lapten, tranen gegarandeerd.
Het CDA mag dan op sterven na dood zijn, maar het land anno 2010 zit nog vol weeïge bruggenbouwers zonder diploma’s, nakomelingen van voormalige kruisvaarders, schriftgeleerden van het LOI-kaliber, en reciterende herkauwers van uitgekauwde normen en waarden.
Als het verzet tegen de uitwassen van christelijke politiek net zo krachtig zou zijn geweest als tegen het indammen van een multiculturele samenleving, dan zou de wereld, te beginnen met Nederland, er een stuk beter hebben uitgezien. Na de decennialange hegemonie van christendemocratische partijen als het CDA of van bijvoorbeeld de CDU/CSU bij onze oosterburen, sterven er nog steeds ‘bedotte gelovigen’ te vroeg (aids), of te laat (euthanasiewetgeving), verliezen hun baan (E.O.-homobeleid), of denatureren als bejaarde tot vloeibare pasta in het huiselijke ziekenhuisbed van stalen buizen (bezuinigingen in de Zorg).
Het CDA heeft de Nederlandse kijker afgelopen zaterdag geen groter plezier kunnen doen dan zich publiekelijk te ontbloten. Eindelijk was het gewin voor eigen voordeel, de hypocrisie, van zogenaamde linkse en rechtse CDA’ers, zó hoorbaar, zichtbaar en vooral voelbaar.
De kogelbiefstuk is door de kerk. Daar is sinds zaterdag voor televisiekijkend Nederland geen twijfel meer over mogelijk. Religie als bastaarddochter van eeuwenoude spiritualiteit is meer dan duidelijk aan upgrading toe.