Tupperware-seance in Buitenhof

U kent ze nog wel, de Tupperware-seances uit de vorige eeuw. Gooi een roedel geaffecteerd sprekende Haagse harken in mantelpakjes bij elkaar, schuif het gebeitste salontafeltje op drie poten aan, zet het bankstel recht, doe de tuindeuren dicht en stapel huizenhoog de Tupperware-dozen voor het aangezicht van de verwonderde telemarketing-actrices. Voilá, u bent aangeschoven in de wereld van klessebessende en sherry nuttigende dames. Niets is minder waar, u heeft op zondagmorgen de TV aangezet, en kijkt naar Buitenhof.

De Tupperware-dames in mantelpakje of klokrok hebben plaatsgemaakt voor een span ICT-deskundigen. Op één enkele masculien aandoende vrouw na bestaat de ICT-seance volledig uit mannen, die evenals de Buitenhof-koetsier opgevist zijn uit een sloot met kwakende kikkers die voor het einde van Mavo-2 voorgoed in slaap waren gevallen.

Op het gespreksmenu staat… WikiLeaks, hoe kan het ook anders.

‘Wat moeten we hiermee?’ vraagt de Buitenhof-man. ‘Is dit een nieuw tijdperk, mag dit allemaal, kán dit allemaal?’

Het is duidelijk dat de Buitenhof-man geen mening heeft, die ook nooit gehad heeft, nooit over iets gehad heeft. ‘Kan dit allemaal, is dit nog democratisch?’ vraagt hij met gespeelde betrokkenheid aan Christiaan de jurist.

‘Natuurlijk kan het niet allemaal’, zo ventileert de IT-jurist en informatierechtspecialist. Deze komt op me over als een links colbert met de knopen rechts. Als advocaat om den brode moet je toch enige afstand nemen als Shell in Nigeria ter sprake komt.

‘Hoor en wederhoor, wederhoor, wederhoor’ blaat Christiaan de ‘informatierechtspecialist’, ‘ook Shell had gehoord moeten worden alvorens de Volkskrant met de beschuldigende vinger wees’.

De hoofdredacteur Philippe Remarque van de Volkskrant mengt zich in het gekeuvel, er vallen namelijk nieuwe lezers te winnen, en hij draagt WikiLeaks, omgeven met talloze mitsen en maren, toch ‘ergens’ een vriendelijk journalistiek hart toe. Door deze wending gooit onze Buitenhof-koetsier het ineens over een andere boeg, tenslotte is hij niet meer dan een willig blad aan de wandelende journalistieke boom als hij vraagt:

‘Gaan we soms een nieuw journalistiek tijdperk tegemoet?’.

‘Het is misschien de botsing van 2 werelden’, oppert ‘internetpionier’ Marleen Stikker en directeur van De Waag Society op een cultureel toontje.

Mijn tenen krommen in de schoenen als ik zoveel buurthuisjournalistiek bij elkaar moet aanhoren.

Robespierre 1789, de Bestorming van de Bastille, Daniel Cohn-Bendit ‘65, de Maagdenhuisbezetting, zo lijkt er geroepen te worden. Alsof de wereld in brand staat, terwijl heel gewoon alle shit van de gevestigde orde waar we al jaren weet van hadden, eindelijk naar buiten komt.

Het gehalte van het gesprek in Buitenhof houdt het midden tussen een blatende deegrol aan de waterput en een zichzelf soufflerend speculaasje dat ook wat wil zeggen. Buitenhof faciliteert een keuvel van een stel heel erg oude mannen van amper 45 die de ICT-trein hebben gemist waar geen NS-toilet in zat, terwijl tieners en twintigers al decennialang met een miljardenbeurs de internet-dienst uitmaken.

De gedateerde seance in Buitenhof doet denken aan een gesprekje over het werk van de architecten Gustafe Eiffel en Rem Koolhaas, en de diepere betekenis van hoge gebouwen in het heden.

Terwijl de Eiffeltoren geschiedenis is, en Koolhaas zijn 234 meter hoge CCTV-toren voor China Central Television al in de lucht staat te prijken, stellen deze keuvelende Tupperware-manvrouwen zich in Buitenhof nog type vragen als: ‘kan dit allemaal wel, en moet er niet van hogerhand worden ingegrepen’.

‘Jazeker en zeker, er moet zeker worden ingegrepen’, denk ik even hardop.

Deze in Buitenhof buiksprekende Tupperware-poppen moeten tijdig in de porseleinkast worden opgeborgen. Zou erg zonde zijn als dit historisch erfgoed te laat zou worden gemummificeerd en door eigen doen helemaal in duigen zou vallen.