STRO-zetels en stromannen
Graadmeter
Alom blije gezichten na de Provinciale Statenverkiezingen. Iedereen had gewonnen. Het waren weliswaar provinciale verkiezingen, zo werd gezegd, maar ook weer niet. Dat had met de graadmeter te maken, niet te verwarren met een magere graat-meter of anderszins. Zo op het eerste oog en oor leken er veelal confessionele rekenmeesters aan het woord. Vooral dat woord graadmeter sprong steeds als een duveltje uit de doos.
Prachtig, iedereen had deze keer gewonnen. Andere keren won ook iedereen, zo herinner ik me, maar deze keer nog duidelijker. Verliezen bij verkiezingen kan tegenwoordig niet meer, zelfs niet met het behalen van 0 zetels in aantal. Ook niet bij de partijen TROTS (trots op onszelf: 0 zetels), TOP (top moet je wezen: 0 zetels), HOP (hop we gaan er voor: 0 zetels) of SNOBB (snobb, dat willen we weten: 0 zetels), allen toch goed, inclusief restzetels, voor nul zetels. En allen toch gewonnen. Dat is nou het leuke bij hedendaagse verkiezingen.
Zelfs het CDA dat gehalveerd was op basis van de helft van wat al was weggevaagd van de eikenhouten kloostertafel tijdens de vorige verkiezingen, had gewonnen. Weliswaar niet heel royaal, maar toch, winnen is winnen. De winst bij hen, bij het van oorsprong Limburgse en Brabantse hullie dat zich politiek ooit als een machtige schandvlek over heel Nederland verspreidde, zat in… gepaste bescheidenheid. De gepaste bescheidenheid was deze keer nóg gepaster dan bij de Tweede Kamerverkiezingen. Met de uitspraken en in de picture lopende verklaringen over gepastheid vulde het CDA welhaast volledig de gemachtigde zendtijd.
Maar ook de CU had gewonnen terwijl de partij op mijn beeldscherm zo leek het, niet had gewonnen. En de SP dan, ja, in weerwil van mijn piepkleine beeldscherm, en misschien las ik het wel verkeerd, had de SP naar eigen zeggen óók gewonnen. Na Paus Jan Marijnissen was de SP namelijk weer helemaal terug van weggeweest. Hoe mooi kunnen Nederlandse verkiezingen zijn, overal feest in de tent met ballen die zongen in koor, en balorige ballonnen aan het firmament. Verliezen is niet meer mogelijk.
In verband met het terugsnoeien van de overheidsuitgaven (wat een kamerbreed taalgebruik), lijkt mij het beste om de komende 10 jaar de verkiezingen voor de Tweede Kamer en voor de Provinciale Staten in een ander staatkundig jasje te gieten. Strootje trekken zou zeker uitkomst kunnen bieden.
Elk strootje staat dan voor een zetel, een zogeheten STRO-zetel.
Wageningen Universiteit, gespecialiseerd in onderzoek naar veredeling van gewassen, zou vooraf onderzoek kunnen doen naar de meest tot de verbeelding sprekende strohalmen. Hieruit zouden de strootjes het beste gesneden kunnen worden. Een commissie van nestors uit de samenleving, senatore stromannen, zouden de zittende partijen kunnen vertegenwoordigen en de strootjes kunnen aanreiken die tot de felbegeerde strooien Kamerzetels kunnen leiden.
Voor het gemak zijn alle strootjes gelijk van lengte, zodat als bij een ethisch reveil niemand meer het onderspit hoeft te delven. Door de strootjes kan iedereen een zetel krijgen, ja zelfs op de eerste rij in de bank plaatsnemen voor het aangezicht van God. In de hemelse tempel bestaat alleen nog één eerste rij in de vorm van een erg grote universele cirkel, qua vorm als de ronde tafel van de Verenigde Naties maar qua grootte tot de ontelbare macht. De houten banken als vervolgrijen zijn na de laatste Gods-verkiezingen door Jozef de timmerman verwijderd en de eerste rij allemachtig uitgebreid tot een cirkel die wat maat betreft het universum omvat. Deze eerste rij is zo onnoemelijk groot dat alle mensen uit alle incarnaties tezamen, vooral politici, er kunnen aanzitten, knielen desnoods. Allen worden daardoor winnaars, en kunnen God aanschouwen die in het midden te kijk staat als in een ronde vitrine van de Bijenkorf. De hel is uit, letterlijk en figuurlijk, het vagevuur ondanks lang na smeulen ook, en de zondeval is als theologisch relikwie geëxcommuniceerd. Het eeuwig dualisme is van de baan, iedereen gelijk, het woord concurrentie geschrapt uit de Van Dale. Wilders kust Cohen teder maar vol op de mond, en Sap drukt kereltje Pechtold aan haar groene boezem.
In de eenheid van verscheidenheid, het ‘zo boven, zo beneden’ (Hermes), in het ‘geen gezeik iedereen rijk’ (Koot & Bie), en met het ‘als God niet bestaat is alles geoorloofd’ (Dostojevski), kunnen we na deze verkiezingen allemáál ergens op een eerste rij zitten. Wij in de hemel op de bank der banken, en de parlementaire haantjes-de-voorste op de STRO-zetels omdat ze als eerste een strootje trokken en daardoor al fraai kraaiend nu waardig kunnen zitten, schouder aan schouder, als uitverkozen volksvertegenwoordigers.
De Provinciale Statenverkiezingen anno 2011 waren een eclatant succes, er waren ondanks de grote cijfermatige verschillen, alléén maar winnaars.