‘Toen de pathologische leugen regeerde’

Fort Amsterdam

Regeringszetel Fort Amsterdam (Curaçao) – Foto: Niels Karsdorp

Curaçao als Sicilië?

UTRECHT, 2 oktober 2012 – Onder de noemer ‘think global act local’ tekende ik september 1996 met Angel Salsbach en Piet van der Harst namens Destinations Inc – The Art of Vision een letter of intent met de sectie COM van de VU, de Vrije Universiteit Amsterdam.
COM stond voor Cultuur, Organisatie en Management, dat onder de begeesterde leiding stond van prof. dr. Wim C.J. Koot, hoogleraar Organisatie Antropologie en schrijver van de inaugurele rede ‘De complexiteit van het alledaagse. Een antropologisch perspectief op organisaties’. 1995 Bussum, Uitgeverij Coutinho b.v.

Met de letter of intent werd uitwisseling van kennis en ervaring voorgestaan, eventueel in samenwerking met andere universiteiten in het Caribisch Gebied.
Een postacademische leergang ‘Transformatie en Spiritueel Management’ van Destinations Inc. fungeerde in de opzet als onderzoeksobject voor de VU, bood een stageplaats voor VU-studenten, en diende tevens als promotieonderzoek van ‘Transformatie en Spiritueel Management’. Een vaste stageplaats op de Nederlandse Antillen voor, en wetenschappelijke feedback door de VU van de postacademische leergang waren daarbij de belangrijkste uitgangspunten.

Management in machtsprocessen
Een serie Curaçaose Masterclasses ‘Machtsprocessen in Management en Managent in Machtsprocessen’ werd ontwikkeld en als try-out gepland voor staf en wetenschappelijke medewerkers van de sectie COM van de Vrije Universiteit. Voor de leergang en de Masterclasses kozen de samenstellers, wetenschappers en nestors in management, voor methoden uit verschillende vakdisciplines binnen de sociale wetenschappen. De inhoud van het programma van de ontwikkelde leergang werd belicht vanuit diverse culturele gezichtspunten en ontleend aan westerse stromingen, aan animisme (bezetenheidreligie), Vedanta (Oudindische wijsbegeerte) en taoïsme (Chinees religieus stelsel). Door budgetbeperking vanuit de VU moest evenwel het project tot spijt van beide partijen op de spreekwoordelijke lange baan worden geschoven.

Het was de tijd dat het eilandgebied Curaçao en de Nederlandse Antillen als land al enige jaren innerlijk op zoek was naar veranderend leiderschap binnen een vernieuwde staatkundige identiteit. Machtsprocessen borrelden onderhuids in de koker van de onbewust collectieve geest, machtsprocessen waardoor ook andere naties als politieke atollen plotsklaps uit de oceaan hadden kunnen oprijzen. Ook Joegoslavië, weliswaar een culturele oceaan boven land, had na de dood in 1980 van Josip Broz, bekend als maarschalk Tito, met zichzelf geworsteld en zich uiteindelijk teruggesneden en opgedeeld in een caleidoscopische legpuzzel van culturele jasjes.

De geest van de Afrikaanse Yoruba’s, naast Indianen en Europeanen, de voorvaderen van Curaçaoënaars, stond op het punt zich opnieuw door het eeuwenoude vernis van vroegere westerse machthebbers heen te breken, op zoek naar een nieuwe vorm van identiteit, geschoeid op credo’s van meer West-Afrikaanse makelij. De roep om vrijheid, zowel individueel als collectief, als klank reeds ingezet tijdens de slaventransporten, toeterde in 1995 oorverdovend in mijn paragnostische oren, al autorijdend van Jan Doret naar Boca Sami of van Abrahams naar Kwartje.

De ontmanteling van de Nederlandse Antillen, als eerste stap in een proces naar vrijheid en onafhankelijkheid stond voor mij als paragnost, los van een persoonlijke voorkeur, vast. Het geluid van de spirituele Yoruba’s zwol toentertijd dagelijks aan om zich in mijn mediamieke oren te nestelen. Reden te over om er gewag van te willen maken naar de individuele journalist en politicus, maar ook niet meer dan dat. Tenslotte was ik positioneel slechts mediamiek journalist of desnoods boodschapper der goden, maar geen partijfilosoof of visionaire cultureel antropoloog.

Zoals bekend bezocht ik Curaçao ook verleden jaar in september, en wel met een drieledig doel:
De presentatie van de Nederlandse en Braziliaanse uitgave van mijn boek Vlinders kunnen niet Dadelen en Dadels kunnen niet Vlinderen. 2010 Utrecht, Publisher Destinations Inc.
Het geven van de lezing Braziliaanse Geesten, Goden en Engelbewaarders op de Universiteit van Curaçao.
De presentatie van Fact Finding Report verdwijning Natalee Holloway / locatie DNA in de Openbare Bibliotheek.

Populisme
Zowel in de talkshow Mòru Bondia / Telecuraçao van Aileen Looman als in het programma Perspektiva / Radio Z86 van Mariano Luis Heyden werd ik geïnterviewd met betrekking tot mijn plannen en bevindingen op Curaçao. De overleden Formule 1-coureur Ayrton Senna werd door Aileen Looman helder in beeld gebracht. Interviews waaraan ik beide met genoegen terugdenk.
Binnen Perspektiva werd in een enthousiast salvo van vragen naar mijn paragnostische zienswijze gevraagd met betrekking tot bepaalde politieke ontwikkelingen die zich op Curaçao voordeden, en waarbij heel even een parallel werd getrokken met Geert Wilders. Binnen de beperkte tijd van het radio-interview tijdens een relatieve hoeveelheid andere interessante vragen, kwam ik tijd te kort om er voldoende op in te kunnen gaan.

De energetische sfeer die ik proefde tijdens mijn bezoek aan Curaçao in 2011, de sfeer die over het eiland was neergestreken, had bij tijd en wijlen een grimmig karakter, een sfeer die ik nooit eerder op Curaçao had geproefd. Buren die elkaar niet meer vertrouwden, niet wisten tot welk kamp de ander wellicht behoorde, verdachtmakingen over en weer in de media, scheldpartijen en ontslagen, corruptie, dictatuur, het verdeel en heers. Gangs van zo op het eerste oog energetisch geïnstrueerde prepubers die Chinezen naar de andere wereld helpen.
Geblindeerde auto’s die de Schottegatweg als persoonlijke oprijlaan gebruikten, voorzien van zwaailichten en pistolen stand-by in de holster van bodyguards. Curaçao als Sicilië?
De voormalig Gevolmachtigde minister van de Nederlandse Antillen, Carel de Haseth, plaatste hierover recentelijk een herkenbaar stuk op Facebook, dat qua bevindingen synchroon liep aan mijn constatering als paragnost, gedaan tijdens mijn bezoek aan Curaçao verleden jaar.

Wanneer een huis wordt verbouwd, of een staatkundig model wordt veranderd (wat is het verschil), dan komt het bestaande krachtenveld door grote schommelingen onder druk te staan, zowel ten aanzien van het huis als de inrichting van de staat.
Betonnen draagbalken en lateien worden letterlijk of figuurlijk vervangen, worden verplaatst, verlengd of ingekort totdat het bouwsel kraakt in zijn voegen.
Het interactieve spel van in beweging zijnde krachten zoekt opnieuw naar evenwicht. Vaak ontstaan als gevolg van de ingrepen scheuren in metselwerk of in de fundering van de staat. Dan komen kakkerlakken, pissebedden en karpatten plotsklaps tevoorschijn, uit hun holen, en belegeren als ontwaakte spionnen de nieuwe staat, belegeren het land Curaçao, zoals de grote zwarte kraaien in The Birds van Alfred Hitchcock de gemeenschap van Bodega Bay terroriseerden.

Zwarte kraaien
Tot 30 september 2012 was Curaçao bezet door Hitchcocks zwarte kraaien. Zelfs Gouverneur Frits Goedgedrag werd gegijzeld door agressieve vogelbekken, waarbij de aanvoerder van de grootste der kraaien, de megalomane Opperkraai Schotte, de pathologische leugenaar, de pathologische leugen liet regeren. De verdachtmakingen aan het adres van de Koning, konden met gemak en zonder enige barrière de kamers van het Openbaar Ministerie binnenvliegen.

Vanuit de psychologie, maar ook vanuit de parapsychologie kennen we het verschijnsel waarbij een megalomane Opperkraai annex pathologische leugenaar een kwartet aan slaafse en soms zelfs intelligente slapjanussen met zich meezeult. Het is de haai en de parasiterende loodsmannetjes. Waarbij mijn voorkeur uiteindelijk uitgaat naar de loodsmannetjes.
Metaforisch gesproken is de Opperkraai de bovenliggende partij en aan de andere kant de meelopende vrinden die óók stoer zouden willen zijn, maar het niet zijn, en die ook geen geblindeerde auto met zwaailichten ter beschikking hebben. Het is om in metaforische sferen te blijven, de blatende deegrol aan de waterput en een zichzelf soufflerend speculaasje dat ook eens wat wil zeggen.

Stockholmsyndroom
De geadoreerde en de adorerende volgelingen, welke laatste zich kunnen opstellen als politieke of ideologische groupies, die de ene dag Elvis adoreren en de andere dag Lady Gaga, met alle respect overigens voor beide muzikale creaturen. Nog meer pathologisch is het stockholmsyndroom, dat kan ontstaan tijdens een kortdurende of langdurige gijzeling, Natascha Kampusch en Wolfgang Priklopil dus, wanneer liefde voor, compassie met, en vooral begrip voor de gijzelnemer of onderdrukker kan worden gevoeld. Niet alleen een individu kan gegijzeld worden, maar ook een land. Laten we voor de variatie Curaçao als voorbeeld nemen, dat bestuurlijk gegijzeld wordt ‘In tijden van politieke cholera’, om Gabriel Garcia Márquez maar eens bij het decor van de afgelopen weken te betrekken. Het stockholmsyndroom begint pas goed (negatief) te werken wanneer materieel of immaterieel voedsel of beschutting  wordt aangeboden aan de gegijzelde, en met een broodje stobá of karko de piramide van Maslow krachtig in beeld komt. Het is het principe van de gekleurde kraaltjes waarmee de zwartrokken in Afrika de inheemse bevolking aan zich meenden te kunnen binden.

Panem et circenses
‘Panem et circenses’, geef het volk brood (en spelen), en vooral loze beloftes, waardoor vorige week het plein in Fort Amsterdam even kon volstromen met goed gevulde huishoudboezems. Het beloven van gouden bergen of het kopen van stemmen met een Curaçaose haarföhn, een set krulspelden of het beloven van een leuke job valt daar uiteraard ook onder. Megalomane kraaien zijn soms net eksters die afgaan op alles wat blinkt of kwetterend bemoeizieke en roddelende chuchubis.

Dog Whisperer Cesar Millan zou een dergelijke Opperkraai die zich uitgaf voor de bestuurder ener natie categoriseren als een stereotiepe angsthaas. In de psychiatrie spreken we in geval van een hangend stadium van puberaal gedrag al snel van een passiefagressieve persoonlijkheidsstoornis, zoals nog gerubriceerd in DSM-III. Menige dictator mag gerust dit etiket op de baseballpet dragen.

Cesar Millan laat ons dagelijks uiterst agressieve honden zien waarvan de basis van het gedrag angst is. Deze angst, ook bij het zoogdier mens, uit zich vaak in een compenserend megalomaan gedrag, grootheidswaanzin, en vaak ook aan het bezigen van pathologische leugens, die in het geval van de voormalige politieke Curaçaose roeptoeter zelf niet meer werd herkend. Woorden als staatsgreep werden in de mond genomen, coup hier en coup daar, en de oorzaak van het kwaad werd en wordt altijd buiten het eigen ‘ik’ gelegd. Het liefst bij de voormalige kolonisator uit een stoffig boekje, waardoor naar de wapens mag worden gegrepen, zoals George W. Bush dat deed nadat Colin Powell voor hem op het verkeerde paard wedde. Ook George W. Bush zou voordeel kunnen hebben gehad van een training bij Cesar Millan om het gedrag van de van oorsprong passiefagressieve persoonlijkheidsstoornis in andere banen te leiden.

Curaçaos panafrikanisme
We leven anno 2012, en het Curaçao van vandaag en morgen moet natuurlijk niet het verhaal worden van de zwarte ‘arts’ Matsombo uit  ‘Ik ben maar een neger’ (1962 Antwerpen, Manteau), het bekroonde literaire debuut van Jef Geeraerts. De extrasensorische influisteringen die ik in de negentiger jaren vanuit het rijk der Yoruba’s kreeg hadden niet ten doel om elke zwarte Piet die tijdens Sinterklaas zich met een blikje Hema-schoensmeer had ingevet verdacht te maken, of om de ontkleurde kaart van jokerracisme te trekken bij benoemingen en ontslagen op Curaçaos departement of Antilliaanse universiteit.

Als specialist en ervaringsdeskundige voor regressies naar vorige levens geassisteerd door Angel Salsbach, heb ik wereldwijd heel wat gitzwarte onderdanen naar vorige levens begeleid alwaar ze incarnerend in een blanke huid menigmaal een dominerende kolonialist bleken te zijn. Zodra iemand pikzwart is als Wiels en niet van blanken houdt, of karnemelkwit als een Ierse Kardinaal die niet van zwarten houdt, dan is het als reïncarnatietherapeut verstandig om de reïncarnatieve doopceel van de betrokkene eens te lichten. Hetzelfde dualisme is menigmaal terug te vinden tijdens regressies waarbij haat en liefde voor de Islam, Jodendom, Christendom of Shintoïsme door elkaar gehusseld wordt. Menige remigrant (degene die naar een vorig leven teruggaat) die grote weerstand had voor de Joodse zaak, kon in een vorig leven zelf een gevechtspiloot zijn geweest tijdens de Tweede Wereldoorlog. De aanschouwbare werkelijkheid toont niet altijd de onderste lagen, zoals de vakliteratuur voor regressies naar vorige levens ons laat zien, blijkens het werk van onderzoekers als psychiater Morris Netherton, Roger Woolger, Edith Fiore of Helen Wambach.

Het wordt een stuk gemakkelijker als we tijdens de ‘preken’ van Helmin Wiels hem visualiseren, in gedachte nemen als een gereïncarneerde blanke in een gestreepte Hollandse pyjama, als een gereïncarneerde shon of slavendrijver op de plantage die in vroeger tijden met zweep en karwats klaar stond om de horige slaven mores te leren. Maar die wel bij nacht en ontij de meest bekoorlijke slavin als een gewillige huisgemaakte merrie afreed in een van de afgelegen hokken op de plantage. Kijk met die reïncarnatieve informatie in het achterhoofd wordt het een stuk gemakkelijker om voor de komende verkiezingen een stemadvies af te geven dat geen geweld doet aan de innerlijke beginselen over blank en zwart, die bij ons allen eeuwig zijn, en welke beginselen zich niets aantrekken van enige kleuren- of rassenleer.

De Yoruba’s, die naast landen als Suriname, de Dominicaanse Republiek en Jamaica ook neerstreken in Brazilië, de grotere broer van Curaçao, vertelden een heel ander verhaal dan de geluiden die heden van de Wiels-kansel op de arme hoofden van menige Curaçaoënaar neerdalen.
Brazilië kent vele kleurtjes, Pelé, Edson Arantes do Nascimento, kon een zwarte minister van Sport worden en ambassadeur van UNICEF, maar ook de blanke zwaargewicht Luís Eduardo Maron de Magalhães uit Salvador da Bahia, die een ‘bijzondere’ stijl van besturen niet kon worden verweten, kon voorzitter worden van de Braziliaanse Senaat. Dus waar hebben we het qua kleur dan over. Zowel voormalig minister-president Lula, Luiz Inácio da Silva, als Dilma Vana Rousseff, de huidige minister-president van Brazilië, dirigeren de verschillend gekleurde neuzen allen in dezelfde richting, namelijk de goede richting. Brazilië is ondanks of juist door de verschillende kleurtjes een van de economische grootmachten in de wereld geworden. Curaçao zou een dergelijk voorbeeld kunnen volgen, een economische grootmacht worden binnen de Caribische regio, maar dan moet er over een paar weken wel goed gestemd worden, van hoog tot laag.

De in de maak zijnde wet op de screening door het kabinet onder leiding van de mentale en spirituele zwaargewicht Stanley Betrian zal garant staan dat zwarte kraaien als uit Hitchcocks film The Birds definitief van het Curaçaose toneel verdwijnen.

 

Martien Verstraaten, mediumistic journalist