Sheldry Osepa: Het christelijk geweten als dienaar van een maffiamaatje

Maffia2
Foto: Wikipedia / Dylan
Jaargang 11.
Column 1.38
 

 

Jerez de la Frontera, 2 december 2018

Hoe medeverantwoordelijk, moreel of juridisch, is een KPMG-accountant die malversaties bij grote bedrijven toedekt door ´slechts´ zijn handtekening onder een valse jaarrekening te plaatsen, of door bij mildere vormen van fraude ‘slechts’ de andere kant op te kijken? Moest de voormalige machtige minister van Landbouw Jorge Zorreguieta medeverantwoordelijk worden gehouden voor de ‘vuile oorlog’ van de Argentijnse dictator generaal Jorge Videla? En in welke mate was Florrie Rost van Tonningen, de ‘zwarte weduwe’, medeverantwoordelijk voor de daden van haar man, de Nederlandse NSB´er Meinoud Marinus Rost van Tonningen die in de Tweede Wereldoorlog als nationaalsocialist met de Duitsers collaboreerde, en wiens gedachtengoed ze tot ver na zijn dood verdedigde? Hoe moreel medeverantwoordelijk is Sheldry Osepa, oud-Gevolmachtigde Minister van Curaçao, voor de excessen van ex-minister-president Gerrit Schotte, de man die hij naast God tot zijn persoonlijke Heiland maakte, welhaast adoreerde als een tweede vader.

De accountants van KPMG werden van hun bed gelicht door Justitie, collectief veroordeeld door vakgenoten, door columnisten van alle standen neergesabeld en door de publieke opinie moreel veracht. De zaak Zorreguieta werd minutieus onderzocht door historicus prof. Michael Baud, terwijl de Argentijnse historicus prof. Félix Luna zelfs nog een stapje verder ging in zijn bevindingen en conclusies. Op basis van Bauds onderzoek ontzegde Kabinet Kok uiteindelijk Zorreguieta de toegang tot het huwelijk van zijn dochter, koningin Máxima. De weduwe Rost van Tonningen werd door het Nederlandse volk verguisd nadat eenmaal bekend werd dat zij door manke wetgeving een weduwenpensioen van de Nederlandse staat ontving.

Los van juridische repercussies, werden allen moreel toerekeningsvatbaar geacht, en per saldo aansprakelijk gehouden voor het ontbreken van moraliteit. Sheldry Osepa, politieke kamerheer en christelijk schoothondje van Schotte totdat de ratten het zinkende schip verlieten, verdween ’tijdig’ als een dief in de nacht vóórdat de Bijbelse haan driemaal had gekraaid (lees: ruim vóórdat de Hoge Raad de eerdere veroordeling van Schotte tot 3 jaar gevangenisstraf bevestigde). Qua moraliteit zou Osepa – zelfs door gedragsdeskundigen van een ‘pauselijk Pieter Baan Centrum’ als dat zou bestaan – volledig toerekeningsvatbaar worden verklaard. En wel voor de feiten die hem moreel ten laste moeten worden gelegd: het niets doen waar moreel iets gedaan had moeten worden.

The world will not be destroyed by those who do evil, but by those who watch them without doing anything. Albert Einstein

“I swore never to be silent whenever and wherever human beings endure
suffering and humiliation. We must always take sites. Neutrality helps
the oppressor, never the victim. Silence encourages the tomentor,
never the tormented. Eliezer Wiesel

 

FACEBOOK

Op dinsdag 27 november 2018, de dag dat Gerrit Schotte, oud-premier van Curaçao, wegens ambtelijke omkoping, witwassen en valsheid in geschrifte definitief in de adelstand van Koraal Specht werd verheven door de Hoge Raad, vroeg ik op Facebook mij af:

Moet Sheldry Osepa, de man die VIERKANT achter Schotte stond en recent ijlings het politieke hazenpad koos, nu ook brommen, in een MORELE gevangenis misschien?

De heer Osepa, de ex-Gevolmachtigde Minister van Curaçao namens de ‘witte’ Movementu Futuro Korsou (MFK) ten tijde van het Kabinet Schotte, reageerde als door een zwerm Siciliaanse maffia-bijen gestoken.

Hij was al bijna twee jaar niet meer van de partij [onjuist, pas sinds half juni 2017], zo betoogde hij uitgebreid, geboren in de achterstandswijk Kanga, de LTS gevolgd, naar eigen zeggen de politiek zowel in als uit gegaan met een schoon geweten, niet begrijpende waarom hij zich moest verdedigen, en… te christen om… [bedoeld werd: ’te veel christen om…’ of ’te christelijk om…’], etc. etc.

Er niet van uitgaande dat de politiek ambteloze Osepa koortsachtig om zich heen zou gaan slaan met drogredenen in plaats van recht in de Caraïbische spiegel te kijken, antwoordde ik kort.

Geachte christen uit Kanga, u bent ten tijde van Schotte nooit schoon geweest, daarvoor heeft u met Bijbels zwaard hem te vaak verdedigd.

Osepa, oftewel het schone geweten van Kanga, vervolgde dat hij niet verantwoordelijk gehouden kon worden voor de daden van zijn zoon, moeder, vrouw of partner, en dat ik aangifte tegen hem kon proberen te doen bij het Openbare Ministerie. Ik veronderstelde dat het vele witwassen van de witte boorden van Schotte waar hij jaren met de MFK-neus bovenop zat, zeker moet hebben bijgedragen aan zijn kraakhelder schone geweten, waarvan akte.

Ik antwoorde als besluit op de ontstane polemiek:

Het OM is niet geschapen om een gebrek aan (politieke) moraliteit te onderzoeken. Naast een keur aan scribenten hier op Facebook veegde ook Carel de Haseth, niet de minste in het bestuurlijk-politieke landschap, eens de vloer met u aan, politiek én moreel, en wel op niet mis te verstane wijze. Voor een voormalig minister met LTS als ondergrond zou het bekend moeten zijn dat in termen van politieke aansprakelijkheid, hij, als elke andere voormalige bewindsman binnen het Koninkrijk der Nederlanden, tot voorbij de hemelpoort moreel verantwoordelijk is en blijft voor het ondersteunen van Bijbelse ellende van Italiaanse snit. Zeker als deze de driemaal tot crimineel veroordeelde welhaast loofde bij de Heer. Ingeval u belangstellig heeft zou ik een selectie kunnen maken van de tenenkrommende verklaringen die u in de loop der jaren hierover aflegde. Natuurlijk alleen met uw toestemming, het blijft uiteraard uw intellectueel eigendom. Hierbij beëindig ik de polemiek, het ga u goed.

Als afweermechanisme tapte Osepa, ook ditmaal, uit een oud studentikoos vaatje. In 2012 als verweer op de zware kritiek van Carel de Haseth, koos hij als reactie, voormalig Tilburgse studenten eigen, voor: ‘Grote woorden heer Haseth…’. Ditmaal, 2018, koos hij in zijn drang het laatste woord te willen hebben, vrijwel identiek aan 2012, voor: ‘Zoveel woorden om…’.

De voormalige LTS´er blijkt als afweermechanismen iets met het woord ‘woorden’ te hebben, of qua taalvermogen ook juist niet. Osepa blijkt, zo hebben we de afgelopen jaren kunnen constateren tijdens zijn dispuut met onder meer De Haseth, een voorliefde te hebben ontwikkeld op de man te willen spelen.

Laat hij extreem voorzichtig zijn. Ingeval ik niet meer tot de categorie ‘nette mensen’ zou willen behoren, en als hij met gelijke munt zou willen terugbetalen, heeft hij, slechts hypothetisch, heel wat te vrezen. Met gebruik van paragnostische, parapsychologische en reïncarnatieve technieken zou een uiterst interessante karakteranalyse van Gerrits keffend schoothondje gemaakt kunnen worden, en tevens van zijn verdere ‘carrière’ (wellicht ergens ver verwijderd van Curaçao). Echter, we houden het, nette mensen indachtig, bij de huidige feiten.

 

HET VOORSPEL

Het moet rond september 1993 zijn geweest. Zowel Sheldry Osepa als zijn afgod Gerrit Schotte liep nog in adolescente luiers van pak hem beet, supermarket Mangusa of Zuikertuintje, en moest politiek nog geboren worden. Het staatkundig referendum stond op stapel, en Angel Salsbach, MAN-coryfee ten tijde van oprichter en partijleider Don Martina, vroeg mij een beroepsmatige visie te willen geven op het (eerste) referendum, met natuurlijk het accent op de toekomstige staatkundige structuur van de Nederlandse Antillen.

Zoals ik de verkiezing van Donald Trump maanden vooraf voorspelde, zo voorspelde ik op die dag in september de volledig staatkundige ineenstorting en herstructurering van wat toen nog de Nederlandse Antillen heette, met als eindstation in het verschiet, in ieder geval voor Curaçao: autonomie, een volledige onafhankelijkheid van Nederland.

De verkregen informatie ontving ik langs mediamieke weg van de West-Afrikaanse Yoruba´s, de belangrijkste voorvaderen waarmee de Nederlandse Antillen antropologisch is gevormd, Yoruba´s waar onder meer het overheidsdepartement voor wetenschappelijk onderzoek, het Archeologisch Antropologisch Instituut van de Nederlandse Antillen (AAINA), de voorloper van NAAM, uitgebreid onderzoek naar deed en er over publiceerde.*

Politicus Salsbach schrok van mijn toekomstvisie en floot zacht tussen zijn tanden, inhoudende: ‘wat staat ons te wachten’. De Yoruba’s lieten mij weten dat in een longitudinale rit naar de toekomst een volledige onafhankelijkheid zich zou manifesteren, stap voor stap. Wat wist ik in tegenstelling tot Angel Salsbach of Don Martina van politiek. Echter, boodschappen doorgeven vanaf gene zijde, ook al was het van verre Afrikaanse voorvaderen, was me op het lijf geschreven. Hoe het proces van het steeds meer losweken van Nederland zou plaatsvinden en in welke fases exact, was mij niet bekend: dat was meer voer voor politicologen en staatsrechtgeleerden.

De uitslag van het tweede referendum, in 2005, de autonome status als land, bracht de Nederlandse Antillen inclusief het Eilandgebied Curaçao al weer dichter bij het beeld, fase 2, waarvan de Yoruba’s mij in 1993 een glimp hadden laten zien.

Met het derde referendum, voor Curaçao, sprak de bevolking in mei 2009 zich per stembus definitief uit voor de nieuwe staatkundige verhouding, autonoom land binnen het Koninkrijk. Het beeld naar een volledige autonomie kreeg daardoor opnieuw een meer afgebakende vorm.

Met het aantreden op 10-10-10 van de eerste minister-president van het land Curaçao, Gerrit Schotte, zakte het land zoals na enige tijd zou blijken, volledig door zijn hoeven. Sicilië ten tijde van de Cosa Nostra, de ‘christelijke’ maffia, moet er model voor hebben gestaan. Sheldry Osepa uit het christelijke Kanga, was eindelijk thuis, bij Gerrit, zijn God de Vader.

Onheilspellende berichten afkomstig uit alle winstreken van mijn geliefde Curaçao, kwamen mij weldra ter oren, en tijdens een werkbezoek eind 2011 kon ik met eigen ogen zien welke ramp zich sociaal-cultureel aan het voltrekken was. Het drinken van een kop thee of een Amstel midden op de dag op een willekeurige porch in Julianadorp of Jan Doret was niet meer verantwoord. Gangs hadden zich laten inspireren door de nieuwe regeringsploeg, het schone geweten lag op de Landfill.

 

DE ROEP VAN DE YORUBA´S EN VAN PATER BRENNEKER

Op 18 oktober 2012 publiceerde ik in Mediumistic Journalism de column Toen de pathologische leugen regeerde, waarin ik de ontmanteling en staatkundige neergang van de Nederlandse Antillen beschreef. Dit naar aanleiding van de vraag in 1993 van MAN-politicus Salsbach, waardoor bijna 20 jaar eerder ik de ineenstorting van de Nederlandse Antillen extrasensorisch had ‘gezien’. (fragment uit de column van 2012):

De geest van de Afrikaanse Yoruba’s, naast Indianen en Europeanen, de voorvaderen van Curaçaoënaars, stond op het punt zich opnieuw door het eeuwenoude vernis van vroegere westerse machthebbers heen te breken, op zoek naar een nieuwe vorm van identiteit, geschoeid op credo’s van meer West-Afrikaanse makelij. De roep om vrijheid, zowel individueel als collectief, als klank reeds ingezet tijdens de slaventransporten, toeterde in 1995 oorverdovend in mijn paragnostische oren, al autorijdend van Jan Doret naar Boca Sami of van Abrahams naar Kwartje.

Dat de staatkundige herstructurering baan zou kunnen geven aan halve en hele politieke criminelen voorspelde ik tevens. De herstructurering vergeleek ik in hetzelfde artikel met de restauratie van een huis.

Geblindeerde auto’s die de Schottegatweg als persoonlijke oprijlaan gebruikten, voorzien van zwaailichten en pistolen stand-by in de holster van bodyguards. Curaçao als Sicilië?

(…) Wanneer een huis wordt verbouwd, of een staatkundig model wordt veranderd (wat is het verschil), dan komt het bestaande krachtenveld door grote schommelingen onder druk te staan, zowel ten aanzien van het huis als de inrichting van de staat.

Betonnen draagbalken en lateien worden letterlijk of figuurlijk vervangen, worden verplaatst, verlengd of ingekort totdat het bouwsel kraakt in zijn voegen.

Het interactieve spel van in beweging zijnde krachten zoekt opnieuw naar evenwicht. Vaak ontstaan als gevolg van de ingrepen scheuren in metselwerk of in de fundering van de staat. Dan komen kakkerlakken, pissebedden en karpatten plotsklaps tevoorschijn, uit hun holen, en belegeren als ontwaakte spionnen de nieuwe staat, belegeren het land Curaçao, zoals de grote zwarte kraaien in The Birds van Alfred Hitchcock de gemeenschap van Bodega Bay terroriseerden.

Dat politieke kakkerlakken, pissebedden en karpatten plotsklaps tevoorschijn konden komen en het land in een nachtmerrie deden storten hebben we sinds het bewind van mannen als Schotte en Osepa in volle glorie kunnen aanschouwen. Met het requisitoir van het OM in de zaak Schotte in het achterhoofd tijdens de rechtszaken, heeft de subtitel ‘Curaçao als Sicilië?’ van de genoemde column van 2012, zijn voorspellende waarde dan ook glansrijk bewezen.

De politieke karpatten die na 10-10-10 uit hun holen kwamen en zich stoorden aan het licht van de wereld, teisterden meer en meer de gemeenschap, zich bedienend van institutioneel nepotisme, leugens en laster, verdachtmakingen, het voorliegen van het parlement, de gouverneur en de rechtsorde negerend door zich op te sluiten in het regeringsgebouw Fort Amsterdam in Willemstad en daar te willen blijven tot de uitgeschreven verkiezingen. Een bestuurlijk zwaargewicht als de door mij vele weken vooraf al op Facebook voorspelde interim premier Stanly Betrian, trotseerde alleen al door zijn energetisch overwicht, rust en kalmte, de Bende van Schotte en Osepa (BS&O).

De invloed van de Yoruba´s was sinds 1993 onmiskenbaar sterker geworden, ten goede en ten kwade aangewend. Een sluimerende tegenstelling onder de bevolking zwart versus wit en omgekeerd, een strijd, kreeg allengs grotere vormen. Gelijktijdig werd cultureel afrikanisme meer en meer zichtbaar in het straatbeeld en tijdens informele bijeenkomsten. Manifest door de keuze van Afrika-georiënteerde kleding, haardracht en hoofdbedekking als uitingen van individuele en collectieve identiteit en hang naar een voorgeboortelijk Yoruba-verleden van weleer, conform ik in 1993 voorspelde.

Op 16 juli 2014 de dag na de dubbele moord en vele gewonden op Hato, bezocht de geest van de overleden Pater Brenneker mij, de zielzorger en gebedsgenezer waar ik tijdens zijn leven mee bevriend was. Beiden zagen we grote overeenkomsten tussen bijvoorbeeld zijn gebedsgenezing en mijn paranormale genezing. De aanleiding van zijn ‘bezoek’ aan mij vanuit zijn katholieke hemel betroffen de angstaanjagende ontwikkelingen en schrijnende gebeurtenissen op Curaçao. Zijn geest gebruikte mij als paragnostisch kanaal en richtte zich in een emotionele boodschap tot Curaçao en zijn Curaçaoënaars, als schreef hij post mortem opnieuw in de Amigoe.

 

Hier spreekt Pater Brenneker…

HATO

Ik ben een man van bidden,

ik bid voor goed bestuur,

ik bid voor beter bestuur,

ik bid voor het beste bestuur,

ik bid voor handhaving van de rechtsorde,

ik bid voor de overleden zonen van de gangs,

ik bid voor bestuurders die zonen en gangs het verkeerde voorbeeld gaven,

ik bid voor zonen en dochters die nog zullen worden vermoord,

ik bid voor de kring van bestuurders en politici die nog zullen worden vermoord,

ik bid voor Curaçao dat de afgrond inglijdt,

ik ben een man van bidden.

 

Sheldry Osepa, de man met het schone geweten uit Kanga, schoner dan de witgewassen boorden van witteboordencriminelen, heeft heel wat uit te leggen. Nee, niet aan de God van het land Curaçao, maar aan de christelijke God in zijn eigen binnenste, die hij te pas en te onpas en vooral voor eigen belang citeert.

Maar het moet gezegd worden, dat in deze dagen rond Kerst en Ham di Pasku met opgestoken kruidnagels, de dagen van bezinning, de vroegere Gevolmachtigde Minister van MFK in juridische zin onschuldig is als een lammetje, onbevlekt als de moeder maagd, en onbeschreven als een blank kerstkindje.

 


*
Ansano R. (2014). Also these stories: fragments of history that give us a different image of slavery in Curaçao and of AfroCuraçaoaon identity than the generally accepted ones. Kristòf, vol XV-3, 2014: p. 45-51.

Ansano R. (2015). The Spectacular, the Common, the Hidden and the Sublime: Four Doors into the African Continuum in the Americas and the Caribbean. International Conference on Caribbean Literatures. Salvador da Bahia, Brazil. Conference Theme: The African Continuum in the Americas and the Caribbean.

Witteveen I, Harms B. (2009). Alta i Santonan di Korsou (Altars and saints of Curaçao). Curaçao: NAAM.

Witteveen I. (2013). La religión afro-caribeña y la liberacion del espíritu (Lecture). Cartagena: III Festival de las Artes Escénicas del Gran Caribe.

Toegevoegde literatuur:

Akintoye S. (2010). A History of the Yoruba People. Dakar: Amalion.

Falola T, Childs MD. (2005). The Yoruba Diaspora In The Atlantic World. Indiana University Press.

 

 

Update 20-01-2019

__________________________________________________________________________________

© MARTIEN VERSTRAATEN
Psychic & mediumistic healer. Past life regression therapist.
Into practice since 1985 (Holland, Curaçao, Brazil, Spain).

Mediumistic journalist. Author.

Formerly professor of visual arts
HAN University of Applied Sciences,
Department of Visual Arts, Nijmegen, Holland.

Formerly professor of visual arts & metaphysical methodology
NHL University of Applied Science
Formerly Faculty of Education of the Leeuwarden Polytechnic,
Department of Visual Arts, Groningen/Leeuwarden, Holland.

Formerly governor of art and culture
Member of the board for Cultural Advice of the County of Groningen
Groningen, Holland
Member of the general board of the Groninger Museum
Groningen, Holland

_______________________________________________


DESTINATIONS
– Laboratory for Intuitive Intelligence
Spain – Holland – Curaçao – Brazil
CONSULTORIO PARANORMAL ANDALUCÍA
Jerez de la Frontera, Cádiz, Spain

www.martienverstraaten.com